Vraag:
Assalam alaikoem
Ik ben bang voor vertoon, oftewel ik ben bang dat ik loop te pronken met bepaalde zaken. Het gaat zo ver dat ik bepaalde mensen niet kan adviseren of hen bepaalde dingen te verbieden zoals lasterpraat, etc.
Ik ben bang dat ik dan daarmee loop te pronken, en ben bang dat de mensen gaan denken dat ik er mee loop te pronken, daarom geef ik geen advies, en maak ik mezelf wijs dat ze intelligent genoeg zijn om afstand te nemen van wat niet toegestaan is en daarom geen advies nodig hebben. Heeft u voor mij een oplossing?
wassalam
Antwoord:
Alle lof voor Allah. Dit is één van plotten van de Shaytaan waardoor hij mensen demotiveert om ze naar Allah toe te roepen en om ze naar het goede te roepen en het verbieden wat slecht is. Bijvoorbeeld, hij (de Shaytaan) laat ze denken dat men loopt te pronken of dat de mensen denken dat degene loopt te pronken. Jij, mijn zuster (broeder) in de Islam, moet hier niet opletten, je zou beter je zusters en broeders adviseren als je ziet dat ze ergens in tekort komen in een taak of een zonde plegen zoals lasterpraat. Focus jezelf dan op de intentie die je naar Allah toe hebt en wees oprecht.
Negeer de plotten en influisteringen van de Shaytaan. Allah weet wat jou intentie in jou hart is en hoe oprecht je naar Hem toe bent. Allah weet dat pronken shirk is en niet toegestaan is. Maar het is ook niet voor een gelovige, man of vrouw, toegestaan om te stoppen met wat Allah heet voorgeschreven, namelijk, mensen naar Hem toe roepen; mensen naar het goede roepen en het slechte verbieden, omdat men bang is voor vertoon.
Dus je moet je daarvan bewust zijn en dat je verplicht bent omdat te doen, bij mannen en vrouwen. In dit geval zijn mannen en vrouwen gelijk. Allah heeft dit uitgelegd in Zijn Boek waar Hij zegt (in betekenis van):“En de gelovige mannen en de gelovige vrouwen zijn elkaars helpers, zij roepen op tot het behoorlijke en verbieden het verwerpelijke en zij onderhouden het Shalat en geven de Zakat en zij gehoorzamen Allah en zijn Boodschapper. Zij zijn degenen die Allah zal begenadigen. Voorwaar, Allah is Al-Machtig, Alwijs.[at-Tawbah 9:71]
Sheikh ‘Abd al-‘Aziz ibn Baaz in al-Fataawa al-Djaami’ah lil Mar-ah al-Moesliemah, p. 1016.