donderdag 12 februari 2009

boek: Als bijbel een tong had.

IN NAAM VAN ALLAH, DE BARMHARTIGE, DE GENADEVOLLE!

أَفَلاَ يَتَدَبَّرُونَ الْقُرْآنَ وَلَوْ كَانَ مِنْ عِندِ غَيْرِ اللّهِ لَوَجَدُواْ فِيهِ اخْتِلاَفًا كَثِيرًا
Denken zij dan niet na over de Koran? was deze van niemand anders dan van Allah dan hadden zij zeker menige tegenstrijdigheid daarin ontdekt. (Koran 4:83).


Inleiding
In deze lessen zullen we het hebben over de authenticiteit van de Bijbel en allerlei onderwerpen die met het Christendom te maken hebben. We zullen eerst de Bijbel onder de loep nemen te beginnen met de eerste vijf 'boeken' uit de Bijbel (het Oude Testament) genaamd de Thora (arabisch: Attaurat). Daarna behandelen we de Psalmen (arabisch: Azzaboer) om dan het Oude Testament af te sluiten met een korte analyse van een reeks aan onderwerpen aangaande de profeten en koningen. Verder behandelen we het Nieuwe Testament en in het bijzonder de vier evangelien nauwkeurig. Een aantal lessen zal ik gebruiken om allerlei actuele onderwerpen nader te belichten die in nauw verband liggen met de godsdienstbeleving van zowel moslims als christenen.



IS DE BIJBEL GODS WOORD?


Moslims zijn overtuigd dat de Koran het woord van God is. Dat doen moslims overigens niet klakkeloos zonder nadenken. Maar ieder oprecht zoekende persoon naar de waarheid heeft wel enige criteria waar Gods woord aan moet voldoen. Naar mijn mening zijn er vijf hele belangrijke criteria:
1. In Gods woord moeten geen tegenstrijdigheden zitten. In het bovenstaande vers uit de Koran lezen we dat een van de belangrijkste criteria voor de authenticiteit van God's woord de algehele afwezigheid van tegenstrijdigheden is. Kortweg God is volmaakt en zo ook Zijn Woord.

2. God's woord wordt overgeleverd van generatie naar generatie en in het bijzonder in de oude wereld was er geen papier en hele primitieve schrijfgerei waardoor heel veel mondeling werd doorgegeven. Hierdoor is moeilijk achter te halen of er geen toevoegingen en/of teksten verloren zijn gegaan. Daarenboven weten we niet wie de overleveraars zijn van allerlei geschriften die de Bijbel omvat. In de Islam is iedereen bekend met de ketens van overleveraars in zowel de Koranische overlevering als de profetische. Hierdoor kunnen we precies nagaan wie wat heeft overgeleverd en zijn we bewust dat er geen haperingen en onvolmaaktheden zijn in de overleveringsketen (oftewel El Isnaad mv. Assaanied).

3. Gods woord moet niet tegenstrijdigheid zijn met menselijke logica. In de Islam geloven we in de wonderen die God openbaart om zodoende de profeten te ondersteunen in hun zware taak en als het bewijs dienen van hun oprechtheid en profeetschap. Ook gelooft een moslim stellig in de feiten die God openbaart over het hiernamaals (moslims noemen dat Al-Ghaib wat het Ongeziene betekent). Maar toch zijn er heel veel dingen in de Bijbel, die letterlijk tegen alle logica ingaan en geen enkele reeele functie hebben.

4. Gods woord moet harmoniues en volmaakt zijn. Het moet geen nutteloze informatie bevatten en moet ook geen belangrijke zaken achterwege laten. Ik zal uit de Bijbel een aantal voorbeelden geven van in mijn ogen onbelangrijke informatie en wijs ik ook tegelijk op zaken die achterwege zijn gelaten terwijl ze van essentieel belang zijn.

5. En last but not least de wetenschappelijke waarheden die Gods Woord bevat. Deze waarheden moeten de Ultieme test der wetenshap doorstaan. Het moet in geen geval tegenstrijdig zijn met vaststaande feiten die geen ruimte bieden voor twijfel.
We zullen de Bijbel in twee lessen aan deze criteria onderwerpen om zodoende te kunnen bepalen of de Bijbel aan deze eisen voldoet of niet oftewel is de Bijbel God's woord of niet?


Tegenstrijdigheden
We beginnen met punt 1. Bevat de Bijbel tegenstrijdigheden? Ja, de Bijbel bevat heel veel tegenstrijdigheden en ik zal hier een aantal noemen.
En gij zult naderen tegenover de kinderen Ammons; beangstig die niet, en meng u met hen niet; want Ik zal u van het land der kinderen Ammons geen erfenis geven, dewijl Ik het aan Lots kinderen ter erfenis gegeven heb. (Deutermonium 2:19).
Als wij dit vers nader onderzoeken dan zien we duidelijk dat God Mozes heeft verboden de kinderen van Ammons (de kinderen van profeet Lot) zelfs te beangstigen en al helemaal niet hun grond te ontnemen. Maar in een ander vers zien we dat Mozes toch het halve land van de Ammons toch afneemt en aan Gadieten geeft. Lees maar het onderstaande vers.


En aan den stam van Gad, aan de kinderen van Gad, naar hun huisgezinnen, gaf Mozes. Dat hun landpale was Jaezer, en al de steden van Gilead, en het halve land der kinderen Ammons, tot Aroer toe, die voor aan Rabba is. (Jozua 13:24-25).
In het evangelie van Johannes lezen we:
Niemand heeft ooit God gezien; de eniggeboren Zoon, Die in den schoot
des Vaders is, Die heeft Hem ons verklaard. (Evangelie van Johannes 1:18).
Eveneens lezen we in het Oude Testament een soortgelijke vers:
Hij zeide verder: Gij zoudt Mijn aangezicht niet kunnen zien; want Mij zal geen mens zien, en leven. (Exodus 33:20).


Maar dan komen in een ander vers een hele ander stelling. Lees maar in het zelfde boek Exodus het volgende vers:
Mozes nu en Aäron klommen opwaarts, ook Nadab en Abihu, en zeventig van de oudsten van Israel. En zij zagen den God van Israël, en onder Zijn voeten als een werk van saffierstenen, en als de gestaltenis des hemels in Zijn klaarheid. Doch Hij strekte Zijn hand niet tot de afgezonderden van de kinderen Israëls; maar zij aten en dronken, nadat zij God gezien hadden. (Exodus 24:9-11).
Ik denk niet dat hier enige commentaar nodig is. In Samuel 2 lezen we:
En de toorn des HEEREN voer voort te ontsteken tegen Israël; en Hij porde David aan tegen henlieden, zeggende: Ga, tel Israël en Juda.
(2 Sameul 24:1).


Hij Die David porde is met een hoofdletter geschreven, wat inhoudt dat het God was Die David gebood de inwoners van Israel en Juda te tellen (een volkstelling te houden). Maar in Kronieken 1 lezen we heel iets anders:
Toen stond de satan op tegen Israël, en hij porde David aan, dat hij Israël telde. (1 Kronieken 21:1).



Hier lezen we duidelijk dat het geen God was maar Satan, de vervloekte. In Samuel 1 lezen we:
En ook liegt Hij, Die de Overwinning van Israël is, niet, en het berouwt Hem niet; want Hij is geen mens, dat Hem iets berouwen zou. (1 Samuel 15:29).
Hier lezen we dat God volmaakt is en alleen Waarheid spreekt en almachtig is en geen berouw kent. Maar verder op in het zelfde hoofdstuk lezen we heel iets anders.
En Samuël zag Saul niet meer tot den dag zijns doods toe; evenwel droeg Samuël leed om Saul; en het berouwde den HEERE, dat Hij Saul tot koning over Israël gemaakt had. (1 Samuel 15:35).
Een stukje terug in vers 10 en weer in het zelfde hoofdstuk lezen we het volgende:Toen geschiedde het woord des HEEREN tot Samuël, zeggende: Het berouwt Mij, dat Ik Saul tot koning gemaakt heb, dewijl hij zich van achter Mij afgekeerd heeft, en Mijn woorden niet bevestigd heeft. Toen ontstak Samuël, en hij riep tot den HEERE den gansen nacht.
(1 Samuel 15:10-11).Tot zover de tegenstrijdigheden. Ik voeg er wel aan toe dat er tientallen van dergelijke tegenstrijdigheden te vinden zijn in de Bijbel. Voor wie daar meer over wil weten kan mijn boek 'Als de Bijbel een tong had' er op naslaan.
authenticiteit


Bij het tweede criterium aangekomen is het nuttig om aan te geven dat er veel theologen zijn binnen Christendom die twijfel hebben over de authenticiteit van bepaalde geschriften in de Bijbel. In de zestiende eeuw heeft Martin Luther zeven geschriften uit het Oude Testament tot apocriefen (niet-authentieke geschriften) beschouwd en bij een aantal zijn er grote vraagtekens gezet. In de Islam kennen we een strenge selectieprocedure voor authenticiteit van teksten en uitspraken die aan de profeet Mohammed (vzmh) worden toegeschreven. In de Bijbel is daar bijna geen sprake van. Ik zal dat nader toelichten.


In het Oude Testament vanaf Genesis tot en met Deuternomium zijn er veel onregelmatigheden die vragen oproepen wanneer het werkelijk geschreven is. En is het werkelijk door Mozes geschreven? In Genesis 14 vers 14 lezen we dat er in die tijd sprake was van Dan maar in Richteren, dat circa 200 jaar later geschreven is, ontdekken we dat een dergelijke plaatsnaam niet bestond. Lees het volgende vers maar:
Als Abram hoorde, dat zijn broeder gevangen was, zo wapende hij zijn onderwezenen, de ingeborenen van zijn huis, driehonderd en achttien, en hij jaagde hen na tot Dan toe. (Genesis 14:14).


Maar in Richteren lezen we dat de plaats Dan pas in deze tijd, dus ongeveer 200 jaar later, die naam kreeg en dat 'ie daarvoor, in de tijd van Mozes, Lais heette.
Zij dan namen wat Micha gemaakt had, en den priester, die hij gehad had, en kwamen te Lais, tot een stil en zeker volk, en sloegen hen met de scherpte des zwaards, en de stad verbrandden zij met vuur. En er was niemand, die hen verloste; want zij was verre van Sidon, en zij hadden niets met enigen mens te doen; en zij lag in het dal, dat bij Beth-rechob is. Daarna herbouwden zij de stad, en woonden daarin. En zij noemden den naam der stad Dan, naar den naam huns vaders Dan, die aan Israël geboren was; hoewel de naam dezer stad te voren Lais was. (Richteren 18:27-29)
In een ander vers (Deuternomium 34:5-7) lezen een gedetailleerd verslag over de grafplaats van Mozes. Deuternomium is een van de heilige boeken die aan Mozes wordt toegeschreven. Maar hoe kan Mozes het geschreven hebben als het een relaas is over de situatie na zijn dood? Velen beweren dat dit gedeelte door Jozua is geschreven. Maar zeker weten doen we het niet.


In het nieuwe Testament lezen we in het Evangelie van Johannes in het slotwoord slechts een verwijzing naar de schrijver van het evangelie. De vraag is dan is het slotwoord door iemand anders dan Johannes geschreven? Hoeveel evangelisten hebben het evangelie van Johannes geschreven? Lees het volgende vers maar:
Deze is de discipel, die van deze dingen getuigt, en deze dingen geschreven heeft; en wij weten, dat zijn getuigenis waarachtig is. (Johannes 21:24)
De verwijzingen die in de vier evangelieen staan naar de mogelijke schrijvers zijn zeker stof voor felle discusies. De kerk begon tussn 300 en 500 na Christus de evangelieen en andere geschriften te verzamelen die nu het nieuwe testament vormen. Men spreekt zelfs over dat er meer dan 70 evangelieen waren, waarvan er uiteindelijk maar 4 overbleven. Over dit feit lezen we het volgende in het Evangelie van Lukas.
Nademaal velen ter hand genomen hebben, om in orde te stellen een verhaal van de dingen, die onder ons volkomen zekerheid hebben; Gelijk ons overgeleverd hebben, die van den beginne zelven aanschouwers en dienaars des Woords geweest zijn; Zo heeft het ook mij goed gedacht, hebbende alles van voren aan naarstiglijk onderzocht, vervolgens aan u te schrijven, voortreffelijke Theofilus! (Lukas 1:1-3).


Staatsvertaling.
Aangezien velen getracht hebben een verhaal op te stellen over de zaken, die onder ons hun beslag hebben gekregen, gelijk ons hebben overgeleverd degenen, die van het begin aan ooggetuigen en dienaren van het woord geweest zijn, ben ook ik tot het besluit gekomen, na alles van meet aan nauwkeurig te hebben nagegaan, dit in geregelde orde voor u te boek te stellen, hoogedele Teofilus. (Lukas 1:1-3) Vertaling Bijbelgenootschap.


De vraag blijft: Waar zijn de andere evangelieen gebleven?
Tegen de menselijke logica
Het derde criterium stelt dat Gods woord niet in strijd moet zijn met vaststaande feiten. In de Koran worden vele verwijzingen gedaan, die het menselijke intelect tot nadenken roepen.
In de Bijbel lezen we vele teksten die frontaal tegen de menselijke logica indruisen. Ik zal u hiervan een selectie ten gehore brengen met hier en daar enig commentaar of uitleg. Maar eigenlijk spreken de verzen voor zich. Het volgende vers toont Samgar die met een eenvoudige stok in een klap zes honderd mannen doodt.
Na hem was Samgar, een zoon van Anath, die sloeg de Filistijnen, 600 man, met een ossenstok (veedrijversstok); alzo verloste hij Israël. (Richteren 3:31).
In het onderstaande vers wordt ons voorgespiegeld hoe welk bruidsgeschenken men gaf en wel in de vorm van menselijke (voor)huiden en wel 200 daarvan.


En de knechten van Saul boodschapten het hem, zeggende: "Zulke woorden heeft David gesproken". Toen zei de Saul: "Aldus zult gijlieden tot David zeggen: 'De koning heeft geen lust aan den bruidschat, maar aan 100 voorhuiden der Filistijnen, opdat men zich wreke des konings vijanden". Want saul dacht David te vellen door de hand der Filistijnen. Zijn knechten nu boodschapten David zede woorden. En die zaak was recht in de oog van David, dat hij dus konings schoonzoon zou worden; maar de dagen waren nog niet vervult. Toen maakte David zich op, en hij en zijn mannen gingen heen, en zij sloegen onder de Filistijnen 200 mannen, en David bracht hun voorhuiden, leverde ze den koning volkomenlijk, opdat hij schoonzoon des konings worden zou. Toen gaf Saul hem zijn dochter Michal ter vrouwe. (1 Samuel 18:24-27).
In het boek Jesaja lezen we dat profeet Jesaja drie jaar lang naakt en barrevoets door het leven ging. Het zal u niet ontgaan dat zulk een
tentoonspreiding van de geslachtdelen niet de geloofwaardigheid van een profeet versterkt. Lees en huiver!


Ter zelfder tijd sprak de HEERE, door den dienst van Jesaja, den zoon van Amoz, zeggende: Ga heen, en ontbind den zak van uw lendenen, en doe uw schoenen van uw voeten. En hij deed alzo, gaande naakt en barrevoets. Toen zeide de HEERE: Gelijk als Mijn knecht Jesaja naakt en barrevoets wandelt, drie jaren, tot een teken en wonder over Egypte en over Morenland. (Jesaja 20:2-3).


In het volgende vers lezen we dat God de profeet Hosea gebood om hoeren te bezoeken en een van deze hoeren te trouwen. Dit huwelijk met een van de hoeren resulteert in een zoon voor Hosea.
Het begin van het woord des HEEREN door Hosea. De HEERE dan zeide tot Hosea: Ga henen, neem u een vrouw der hoererijen, en kinderen der hoererijen; want het land hoereert ganselijk van achter den HEERE. Zo ging hij henen, en nam Gomer, een dochter van Diblaim; en zij ontving; en baarde hem een zoon. (Hosea 1:2-3).
Dit onderstaande vers gaat zelfs een stuk verder. Want God gebied hier de profeet Hosea om zelf met een overspelige vrouw het geslachtsdaad te bedrijven.
En de HEERE zeide tot mij: Ga wederom henen, bemin een vrouw, die, bemind zijnde van haar vriend, nochtans overspel doet; gelijk de HEERE de kinderen Israëls bemint, maar zij zien om naar andere goden, en beminnen de flessen der druiven. En ik kocht ze mij voor vijftien zilverlingen, en een homer gerst, en een halven homer gerst. (Hosea 3:1-2).



God wordt op de meest bizarre wijzen beschreven in een niet gering aantal tekesten uit de Bijbel. Ik zal een paar met u doornemen.
Toen ontwaakte de Heere, als een slapende, als een held, die juicht van den wijn. En Hij sloeg Zijn wederpartijders aan het achterste; Hij deed hun eeuwige smaadheid aan. (Psalmen 78:65-66).


Te dien dage zal de Here met een scheermes, aan de overzijde van de Rivier gehuurd, met de koning van Assur, het hoofdhaar en het haar der benen afscheren, ja, ook de baard zal Hij wegnemen. (Jesaja 7:20). Bijbelgenootschap.
Te dien dage zal de Heere door een gehuurd scheermes, hetwelk aan gene zijde der rivier is, door den koning van Assyrië, afscheren het hoofd, en het haar der voeten; ja, het zal ook den baard gans wegnemen. (Jesaja 7:20). Statenvertaling
God onwaakt al juichend als een dronkaard en slaat de aanwezigen op hun achterste. In een ander vers scheert God met een gehuurd scheermesje zijn hoofdhaar, benen en baard (let ook op de verschillen in woordkeuze in diverse vertalingen). Geen commentaar.


Want uw Maker is uw Man, HEERE der heirscharen is Zijn Naam; en de Heilige Israëls is uw Verlosser; Hij zal de God des gansen aardbodems genaamd worden. (Jesaja 54:5).
In dit vers wordt God, uw man genoemd en deze uitspraak is gericht aan de Isrealieten. En daaropvolgend lezen we dat God zich afkeert van Israel omdat deze overspel bedreven had en God geeft hun een scheidbrief. Het huwelijk tussen Israel en God is hiermee definitief verbroken. Of toch niet?
En Ik zag, als Ik ter oorzake van alles, waarin de afgekeerde Israël overspel bedreven had, haar verlaten, en haar haar scheidbrief gegeven had, dat de trouweloze, haar zuster Juda, niet vreesde, maar ging henen, en hoereerde zelve ook. (Jeremia 3:8).



God maakt het daarna weer goed met Israel en gaat weer in ondertrouw (verloving) met ze. Zou dit huwelijk nu wel standhouden? Of is dit gewoon een kwestie van symboliek. Volgens christen theologen is dit gewoon symbolisch bedoeld en zit er verder niets achter. Laten we dat dan maar hopen.
En Ik zal u Mij ondertrouwen in eeuwigheid; ja, Ik zal u Mij ondertrouwen in gerechtigheid en in gericht, en in goedertierenheid en in barmhartigheden. En Ik zal u Mij ondertrouwen in geloof; en gij zult den HEERE kennen. (Hosea 2:18-19).
In de volgende twee vertalingen van een vers uit Jesaja zien we in de eerste instantie een groot verschil in woordkeuze en taalgebruik. Verder overvalt de tekst ons doordat men spreekt over eigen uitwerpselen eten en eigen urine
drinken. Is dit soms ook symboliek? En weer zien we in de twee vertalingen die ik gebruik een verschil in woordgebruik.


Maar de opperbevelhebber antwoordde: ‘U denkt toch niet dat de koning van Assur mij heeft gestuurd om het woord alleen tot u en uw koning te richten? Mijn woorden zijn ook bestemd voor de mensen op de stadsmuur. Binnenkort zullen zij net als u hun eigen uitwerpselen moeten eten en hun eigen urine drinken.’ (Jesaja 36:12). Bijbelgenootschap & Jehova getuigen


Maar Rabsake zeide: Heeft mijn heer mij tot uw heer en tot u gezonden, om deze woorden te spreken? Is het niet tot de mannen, die op den muur zitten, dat zij met ulieden hun drek (noot: uitwerpselen) eten, en hun water (noot: urine) drinken zullen? (Jesaja 36:12). Statenvertaling
In de psalmen en Jesaja wordt ons wel een hele vreemde voorstelling gegeven van God's reactie. Lees en vermaak u.


Als mij bange was, riep ik den HEERE aan, en riep tot mijn God; Hij hoorde mijn stem uit Zijn paleis, en mijn geroep voor Zijn aangezicht kwam in Zijn oren. Toen daverde en beefde de aarde, en de gronden der bergen beroerden zich en daverden, omdat Hij ontstoken was. Rook ging op van Zijn neus, en een vuur uit Zijn mond verteerde; kolen werden daarvan aangestoken. En Hij boog den hemel, en daalde neder, en donkerheid was onder Zijn voeten. En Hij voer op een cherub, en vloog; ja, Hij vloog snellijk op de vleugelen des winds. Duisternis zette Hij tot Zijn verberging; rondom Hem was Zijn tent, duisterheid der wateren, wolken des hemels. Van den glans, die voor Hem was, dreven Zijn wolken daarhenen, hagel en vurige kolen. En de HEERE donderde in den hemel, en de Allerhoogste gaf Zijn stem, hagel en vurige kolen. En Hij zond Zijn pijlen uit, en verstrooide ze; en Hij vermenigvuldigde de bliksemen, en verschrikte ze. En de diepe kolken der wateren werden gezien, en de gronden der wereld werden ontdekt, van Uw schelden, o HEERE! van het geblaas des winds van Uw neus. (Psalmen 18:6-11).


Daarom is de toorn des HEEREN ontstoken tegen Zijn volk, en Hij heeft tegen hetzelve Zijn hand uitgestrekt, en Hij heeft het geslagen, zodat de bergen hebben gebeefd, en hun dode lichamen zijn geworden als drek in het midden der straten. Om dit alles keert zich Zijn toorn niet af, maar Zijn hand is nog uitgestrekt. Want Hij zal een banier opwerpen onder de heidenen van verre, en Hij zal hen herwaarts sissen van het einde der aarde; en ziet, haastelijk, snellijk zullen zij aankomen. (Jesaja 5:25-26).
In Zacharia en Jeremia lezen we dat God wel hele vreemde geluiden ten gehore geeft. Moet we dit serieus opvatten en accepteren dat God zich op deze manier manifisteert. Of moeten we op z'n minst grote vraagtekens zetten bij bepaalde bijbelteksten. Aan u de keuze!


Ik zal hen toesissen, en zal ze vergaderen, want Ik zal ze verlossen; en zij zullen vermenigvuldigd worden, gelijk zij te voren vermenigvuldigd waren. (Zacharia 10:8).
Gij zult dan al deze woorden tot hen profeteren, en gij zult tot hen zeggen: De HEERE zal brullen uit de hoogte, en Zijn stem verheffen uit de woning Zijner heiligheid; Hij zal schrikkelijk brullen over Zijn woonstede; Hij zal een vreugdegeschrei, als de druiven treders, uitroepen tegen alle inwoners der aarde. (Jeremia 25:30).


Daarom zegt Allah in de Koran in hoofdstuk 7 vers 29 het volgende:
En wanneer zij een slechte daad began, zeggen zij: "Wij zagen dit onze vaderen doen en Allah heeft het ons bevolen."
Zeg: "Allah legt nooit slechte daden op. Zeg gij van Allah, hetgeen gij van Allah niet weet?"

Wee daarom degenen, die het boek met eigen handen schrijven en dan zeggen: "dit is Allah," opdat zij er een onwaardige prijs voor kunnen nemen Wee hun dan, voor hetgeen hun handen schrijven en wee hun voor hetgeen zij verdienen. koraan 2: 80
onuttige Vabels


Punt 4. Hier zullen we het hebben over het feit dat er in mijn opinie in de Bijbel heel veel onbelangrijke dingen staan terwijl tegelijkertijd heel veel belangrijke informatie wordt achtergehouden. Waarom wordt er niet ingegaan op dingen zoals het hiernamaals, te weten de beschrijving van het paradijs en de hel, en hoe moeten wij tot God bidden,omdat we deze informatie over het onzienlijke alleen via Goddelijke openbaringen kunnen verkrijgen. Terwijl men in heel het Oude Testament heeft over grondbezitrechten en geboorteregisters zoals in de eerste drie hoofdstukken van 1Kronieken. Ik zal een paar voorbeelden noemen van onnuttige teksten of zijn het slechts fabels. Leest u maar eens mee......


En ik zag uit de zee een beest opkomen, hebbende zeven hoofden en tien hoornen; en op zijn hoornen waren tien koninklijke hoeden, en op zijn hoofden was een naam van gods lastering. En het beest dat ik zag, was een pardel gelijk, en zijn voeten als eens beers voeten, en zijn mond als de mond eens leeuws; en de draak gaf hem zijn kracht, en zijn troon, en grote macht. (Openbaring 13:1-2).
Deze omschrijving komt zoals bekend uit een droom. Welke waarde kunnen we hechten aan een droom? Als we God’s woord zien als openbaring en Jezus god zelf is, waarom zou deze verwarrende informatie


dan daarna pas in een droom aan Johannes geopenbaard worden?
En dit lezen we in Openb- hoofdstuk:1: 7-8, 11a, en 17-18
7 Ziet, Hij komt met de wolken en alle oog zal Hem zien, ook degenen, die Hem doorstoken hebben; en alle geslachten der aarde zullen over Hem rouw bedrijven; ja, amen.8 Ik ben de Alfa en de Omega, het Begin en het Einde, zegt de Heere, Die is, en Die was, en Die komen zal, de Almachtige.


11a Zeggende: Ik ben de Alfa en de Omega, de Eerste en de Laatste;
wie? Jezus?
17 En toen ik Hem zag, viel ik als dood aan Zijn voeten; en Hij leide Zijn rechterhand op mij, zeggende tot mij: Vrees niet; Ik ben de Eerste en de Laatste;
18 En Die leef, en Ik ben dood geweest; en zie, Ik ben levend in alle eeuwigheid. Amen. En Ik heb de sleutels der hel en des doods.
Is het werk van de Heilige Geest, verkeerde informatie geven aan de schrijver van deze openbaring? Ja, jammer genoeg dat lezen we wel hier en daar in de bijbel hier heb je een paar voorbelden:
En de Geest des HEEREN week van Saul; en een boze geest van den HEERE verschrikte hem. 1e Samuel 16:14.


Daarom gaf Ik hun ook besluitingen, die niet goed waren, en rechten, waarbij zij niet leven zouden. Ezegiel 20: 25
Ik denk dat God niet op deze wijze tot zijn profeten openbaart, en ik denk ook niet God een gaaos onder de menssen wil stechten. En dat zegt Hij wel duiderlijk in Jermia 23: 36, lees je dit maar mee,
Maar des HEEREN last zult gij niet meer gedenken; want een iegelijk zal zijn eigen woord een last zijn, dewijl gij verkeert de woorden van den levenden God, den HEERE der heirscharen, onzen God. Jermia 23: 36
8 ’Hoe kunt gijlieden zeggen: „Wij zijn wijs, en de wet van Jehovah is bij ons"? Waarlijk, ziet, de leugenstift van de secretarissen heeft niets dan leugen voortgebracht. Jermia 8:8


36 Maar van de last van Jehovah dient GIJ niet meer te gewagen, want de last zelf wordt voor een ieder zijn eigen woord, en GIJ hebt de woorden van de levende God, Jehovah der legerscharen, onze God, veranderd. Jermia 23: 36
Dat is duiderlijke taal, ik heb hier geen comentaar over. Maar waar komt deze uitspraken die Johannes in Openbaring deed, dart Jezus de Eerste en de Laatste was? Lees dit maar mee in Jesaia 44:6

Zo zegt de HEERE, de Koning van Israël, en zijn Verlosser, de HEERE der heirscharen: Ik ben de Eerste, en Ik ben de Laatste, en behalve Mij is er geen God. Jesaia 44:6
50 En Jezus, wederom met een grote stem roepende, gaf den geest.51 En ziet, het voorhangsel des tempels scheurde in tweeën, van boven tot beneden; en de aarde beefde, en de steenrotsen scheurden.52 En de graven werden geopend, en vele lichamen der heiligen, die ontslapen waren, werden opgewekt;53 En uit de graven uitgegaan zijnde, na Zijn opstanding, kwamen zij in de heilige stad, en zijn velen verschenen. Math- 27: 50-53



Vogels op vier poten!!!!!?????? Nooit gezien.
Alle kruipend gevogelte, dat op vier voeten gaat, zal u een verfoeisel zijn. (leviticus 11:20).
Bestaan deze vogels? Hebben ze ooit bestaan? Nee. Deze zin gaat over een verbod voor de Joden om deze zogenaamde vogels te eten. Onzinnige informatie die tegen alle wetenschap in gaat.
Ziet, Ik zal u het zaad verderven; en Ik zal drek op uw aangezichten strooien, den drek uwer feesten, zodat men u met denzelven wegnemen zal. (Maleachi 2:3).
Openbaart God op deze manier, of is dit een verzinsel van mensen die geen ervaring hebben met echte Goddelijke openbaringen. Geen (echte) profeet zal deze woorden gebruiken. Nutteloze informatie, die ons niks leert.
Neem er nota van dat Ik uw kinderen zal afstraffen en u de uitwerpselen van die offerdieren in het gezicht zal werpen en u zelf zal weggooien als mest. (Maleachi 2:3).


Hier niet de Statenvertaling, maar van de Bijbelgenootschap. Zelfde nutteloze informatie waarvan niet geloofd kan worden dat dit van God zou komen. In de Statenvertaling lijkt het erop dat men alle mogelijk moeite gedaan heeft om de lezer de tekst niet te laten begrijpen, zodat je de tekst zo kan uitleggen als je wilt.
Uw wangen zijn liefelijk in de spangen, uw hals in de parelsnoeren. Mijn Liefste is mij een bundeltje mirre, dat tussen mijn borsten vernacht. ( Hoogl- 1: 10 en 13)
Hoe schoon zijn uw gangen in de schoenen, gij prinsendochter! de omdraaiingen uwer heupen zijn als kostelijke ketens, zijnde het werk van de handen eens kunstenaars. Uw navel is als een ronde beker, dien geen drank ontbreekt; uw buik is als een hoop tarwe, rondom bezet met leliën.



Uw twee borsten zijn als twee welpen, tweelingen van een ree. Uw hals is als een elpenbenen toren, uw ogen zijn als de vijvers te Hesbon, bij de poort van Bath-rabbim; uw neus is als de toren van Libanon, die tegen Damaskus ziet. Uw hoofd op u is als Karmel, en de haarband uws hoofds als purper; de koning is als gebonden op de galerijen. Hoe schoon zijt gij, en hoe liefelijk zijt gij, o liefde, in wellusten!Deze uw lengte is te vergelijken bij een palmboom, en uw borsten bij druif trossen. Ik zeide: Ik zal op den palmboom klimmen, ik zal zijn takken grijpen; zo zullen dan uw borsten zijn als druif trossen aan den wijnstok, en de reuk van uw neus als appelen. En uw gehemelte als goede wijn, die recht tot mijn Beminde gaat, doende de lippen der slapenden spreken. Ik ben mijns Liefsten, en Zijn genegenheid is tot mij. Kom, mijn Liefste! laat ons uitgaan in het veld, laat ons vernachten op de dorpen. Laat ons vroeg ons opmaken naar de wijnbergen, laat ons zien, of de wijnstok bloeit, de jonge druifjes zich opendoen, de granaatappelbomen uitbotten; daar zal ik U mijn uitnemende liefde geven. De dudaim geven reuk, en aan onze deuren zijn allerlei edele vruchten, nieuwe en oude; o mijn Liefste! die heb ik voor U weggelegd. ( Hoogl- 7: 1-13.)


Welke boodschap wilt God hier aan ons brengen? Wordt ons hier geleerd hoe we de liefde moeten bedrijven met een vrouw, hoe we haar het beste kunnen versieren? Of hebben mensen met deze gevoelens voor vrouwen de tekst zo geschreven?
En het geschiedde, als Izak oud geworden was, en zijn ogen donker geworden waren, en hij niet zien kon; toen riep hij Ezau, zijn grootsten zoon, en zeide tot hem: Mijn zoon! En hij zeide tot hem: Zie, hier ben ik!En hij zeide: Zie nu, ik ben oud geworden, ik weet den dag mijns doods niet.Nu dan, neem toch uw gereedschap, uw pijlkoker en uw boog, en ga uit in het veld, en jaag mij een wildbraad;En maak mij smakelijke spijzen, zo als ik die gaarne heb, en breng ze mij, dat ik ete; opdat mijn ziel u zegene, eer ik sterve.Rebekka nu hoorde toe, als Izak tot zijn zoon Ezau sprak; en Ezau ging in het veld, om een wildbraad te jagen, dat hij het inbracht.Toen sprak Rebekka tot Jakob, haar zoon, zeggende: Zie, ik heb uw vader tot Ezau, uw broeder, horen spreken, zeggende.


Breng mij een wildbraad, en maak mij smakelijke spijzen toe, dat ik ete; en ik zal u zegenen voor het aangezicht des HEEREN, voor mijn dood.Nu dan, mijn zoon! hoor mijn stem in hetgeen ik u gebiede.
Ga nu heen tot de kudde, en haal mij van daar twee goede geitenbokjes; en ik zal die voor uw vader maken tot smakelijke spijzen, gelijk als hij gaarne heeft.10 En gij zult ze tot uw vader brengen, en hij zal eten, opdat hij u zegene voor zijn dood.11 Toen zeide Jakob tot Rebekka, zijn moeder: Zie, mijn broeder Ezau is een harig man, en ik ben een glad man.12 Misschien zal mij mijn vader betasten, en ik zal in zijn ogen zijn als een bedrieger; zo zoude ik een vloek over mij halen, en niet een zegen.13 En zijn moeder zeide tot hem: Uw vloek zij op mij, mijn zoon! hoor alleen naar mijn stem, en ga, haal ze mij.14 Toen ging hij, en hij haalde ze, en bracht ze zijn moeder; en zijn moeder maakte smakelijke spijzen, gelijk als zijn vader gaarne had.15 Daarna nam Rebekka de kostelijke klederen van Ezau, haar grootsten zoon, die zij bij zich in huis had, en zij trok ze Jakob, haar kleinsten zoon, aan.16 En de vellen van de geitenbokjes trok zij over zijn handen, en over de gladdigheid van zijn hals.17 En zij gaf de smakelijke spijzen, en het brood, welke zij toegemaakt had, in de hand van Jakob, haar zoon.18 En hij kwam tot zijn vader, en zeide: Mijn vader! En hij zeide: Zie, hier ben ik; wie zijt gij, mijn zoon?19 En Jakob zeide tot zijn vader: Ik ben Ezau uw eerstgeborene; ik heb gedaan, gelijk als gij tot mij gesproken hadt; sta toch op, zit, en eet van mijn wildbraad, opdat uw ziel mij zegene.20 Toen zeide Izak tot zijn zoon: Hoe is dit, dat gij het zo haast gevonden hebt, mijn zoon? En hij zeide: Omdat de HEERE uw God dat heeft doen ontmoeten voor mijn aangezicht.21 En Izak zeide tot Jakob: Nader toch, dat ik u betaste, mijn zoon! of gij mijn zoon Ezau zelf zijt, of niet.22 Toen kwam Jakob bij, tot zijn vader Izak, die hem betastte; en hij zeide: De stem is Jakobs stem, maar de handen zijn Ezau's handen.23 Doch hij kende hem niet, omdat zijn handen harig waren, gelijk zijns broeders Ezau's handen; en hij zegende hem.24 En hij zeide: Zijt gij mijn zoon Ezau zelf? En hij zeide: Ik ben het!25 Toen zeide hij: Stel het nabij mij, dat ik van het wildbraad mijns zoons ete, opdat mijn ziel u zegene. En hij stelde het nabij hem, en hij at; hij bracht hem ook wijn, en hij dronk.26 En zijn vader Izak zeide tot hem: Kom toch bij, en kus mij, mijn zoon!27 En hij kwam bij, en hij kuste hem; toen rook hij de reuk zijner klederen, en zegende hem; en hij zeide: Zie, de reuk mijns zoons is als de reuk des velds, hetwelk de HEERE gezegend heeft.28

Zo geve u dan God van den dauw des hemels, en de vettigheid der aarde, en menigte van tarwe en most.29 Volken zullen u dienen, en natiën zullen zich voor u nederbuigen; wees heer over uw broederen, en de zonen uwer moeder zullen zich voor u nederbuigen! Vervloekt moet hij zijn, wie u vervloekt; en wie u zegent, zij gezegend!30 En het geschiedde, als Izak voleindigd had Jakob te zegenen, zo geschiedde het, toen Jakob maar even van het aangezicht van zijn vader Izak uitgegaan was, dat Ezau, zijn broeder, van zijn jacht kwam.31 Hij nu maakte smakelijke spijzen toe, en bracht die tot zijn vader; en hij zeide tot zijn vader: Mijn vader sta op en ete van het wildbraad zijns zoons, opdat uw ziel mij zegene.32 En Izak, zijn vader, zeide tot hem: Wie zijt gij? En hij zeide: Ik ben uw zoon, uw eerstgeborene, Ezau.33 Toen verschrikte Izak met zeer grote verschrikking, gans zeer, en zeide: Wie is hij dan, die het wildbraad gejaagd en tot mij gebracht heeft? en ik heb van alles gegeten, eer gij kwaamt, en heb hem gezegend; ook zal hij gezegend wezen.34 Als Ezau de woorden zijns vaders hoorde, zo schreeuwde hij met een groten en bitteren schreeuw, gans zeer; en hij zeide tot zijn vader: Zegen mij, ook mij, mijn vader!35 En hij zeide: Uw broeder is gekomen met bedrog, en heeft uw zegen weggenomen.


36 Toen zeide hij: Is het niet omdat men zijn naam noemt Jakob, dat hij mij nu twee reizen heeft bedrogen? mijn eerstgeboorte heeft hij genomen, en zie, nu heeft hij mijn zegen genomen! Voorts zeide hij: Hebt gij dan geen zegen voor mij uitbehoudeb?
37 Toen antwoordde Izak, en zeide tot Ezau: Zie, ik heb hem tot een heer over u gezet, en al zijn broeders heb ik hem tot knechten gegeven; en ik heb hem met koorn en most ondersteund; wat zal ik u dan nu doen, mijn zoon?38 En Ezau zeide tot zijn vader: Hebt gij maar dezen enen zegen, mijn vader? Zegen mij, ook mij, mijn vader! En Ezau hief zijn stem op, en weende. 39 Toen antwoordde zijn vader Izak en zeide tot hem: Zie, de vettigheden der aarde zullen uw woningen zijn, en van den dauw des hemels van boven af zult gij gezegend zijn. 40 En op uw zwaard zult gij leven, en zult uw broeder dienen; doch het zal geschieden, als gij heersen zult, dan zult gij zijn juk van uw hals afrukken. Genesis 27: 1-40.


Izak(vzmh) is profeet. Jakob(vzmh) is profeet. Welke status hebben profeten in het Chistendom? Zijn het machtswellustigen? Leugenaars? Landveroveraars? Is het getoonde gedrag werkelijk van mensen die heel dicht bij God staan? Moeten we niet juist een voorbeeld aan hen nemen? Nee, we kunnen deze informatie niet als een ware bron nemen, wel als een fabel die toegeschreven wordt aan deze profeten.
Bruidschat
20 Doch Michal, de dochter van Saul, had David lief. Toen dat Saul te kennen werd gegeven, zo was die zaak recht in zijn ogen.21 En Saul zeide: Ik zal haar hem geven, dat zij hem tot een valstrik zij, en dat de hand der Filistijnen tegen hem zij. Daarom zeide Saul tot David: Met de andere zult gij heden mijn schoonzoon worden.22 En Saul gebood zijn knechten: Spreekt met David in het heimelijke, zeggende: Zie, de koning heeft lust aan u, en al zijn knechten hebben u lief; word dan nu des konings schoonzoon.23 En de knechten van Saul spraken deze woorden voor de oren van David. Toen zeide David: Is dat licht in ulieder ogen, des konings schoonzoon te worden, daar ik een arm en verachtzaam man ben?24 En de knechten van Saul boodschapten het hem, zeggende: Zulke woorden heeft David gesproken.25 Toen zeide Saul:

Aldus zult gijlieden tot David zeggen: De koning heeft geen lust aan den bruidschat, maar aan honderd voorhuiden der Filistijnen, opdat men zich wreke aan des konings vijanden. Want Saul dacht David te vellen door de hand der Filistijnen.26 Zijn knechten nu boodschapten David deze woorden. En die zaak was recht in de ogen van David, dat hij des konings schoonzoon zou worden; maar de dagen waren nog niet vervuld.27 Toen maakte zich David op, en hij en zijn mannen gingen heen, en zij sloegen onder de Filistijnen tweehonderd mannen, en David bracht hun voorhuiden, en men leverde ze den koning volkomenlijk, opdat hij schoonzoon des konings worden zou. Toen gaf Saul hem zijn dochter Michal ter vrouw.28 En Saul zag en merkte, dat de HEERE met David was; en Michal, de dochter van Saul, had hem lief. 29 Toen vreesde zich Saul nog meer voor David; en Saul was David een vijand al zijn dagen.30 Als de vorsten der Filistijnen uittogen, zo geschiedde het, als zij uittogen, dat David kloeker was, dan al de knechten van Saul; zodat zijn naam zeer geacht was. 1e Samuel 18: 20-30.Is dit werkelijk de David(vzmh) die we zo hoog achten? Nee, wederom een fabel om hem zwart te maken. Leugens die opgeschreven zijn door valse profeten om de mens te laten dwalen en zeker geen woorden van God zelf en geen daden van een hooggeachte profeet. Welke profeet slacht tweehonderd onschuldige mensen af om schoonzoon van een onrechtvaardige koning te worden. Waarom tweehonderd als er honderd gevraagd werd? Is dat een gezegend doel, welke hem dichter bij God zou brengen? Nee. Ook het pikante detail over de voorhuiden die men zou afsnijden en aan de koning zou geven als bruidschat voor Michal. Wat moet Michal hiermee? Zou ze dit als sieraden kunnen gebruiken?


Of geldt hier het volgende uit de Koran:
Koran Hoofdstuk 5 vers 78-79
Degenen onder de kinderen Israels, die niet geloofden, werden door de mond van David en door Jesuz, zoon van Maria, vervloekt. Dit geschiede, omdat zij niet gehoorzaamden, en plachten te overtreden. Zij plachten elkander de ongerechtigheid niet te verbieden, welke zij begingen. Slecht is inderdaad hetgeen zij deden.
Deze klaagzang over de mensen in zijn omgeving, komt niet alleen in de Koran voor.


In Psalm hoofdstuk 56: 5 - 7 lezen we:
5 In God zal ik Zijn woord prijzen; ik vertrouw op God, ik zal niet vrezen; wat zoude mij vlees doen?6 Den gansen dag verdraaien zij mijn woorden; al hun gedachten zijn tegen mij ten kwade.7 Zij rotten samen, zij versteken zich, zij passen op mijn hielen; als die op mijn ziel wachten.
Dus ook in de tijd van David(vzmh) waren deze leugens al bij hem bekend. Hij zegt het in deze verzen zelf. Als deze leugens al tijden het leven van David (vzmh) bestonden, wat valt er te verwachten in de tijden na zijn dood? Het is jammer, maar niet verwonderlijk dat we deze fabels in de huidige Bijbel terugvinden.
Kijk naar dit ‘mooie’ schilderij. Met zulke fabels krijgt de fantasie de vrije loop. Is die niet wat David (vzmh) bedoelt met de bovenstaande tekst? Zijn dit geen verhalen van huichelaars, die door David (vzmh) vervloekt zijn?


Zo ook de onderstaande tekst.
2e Samuel, hoofdstuk 11, vers 2-5
2 Zo geschiedde het tegen den avondtijd, dat David van zijn leger opstond, en wandelde op het dak van het koningshuis, en zag van het dak een vrouw, zich wassende; deze vrouw nu was zeer schoon van aanzien.3 En David zond henen, en ondervraagde naar deze vrouw; en men zeide: Is dat niet Bathseba, de dochter van Eliam, de huisvrouw van Uria, den Hethiet?4 Toen zond David boden henen, en liet haar halen. En als zij tot hem ingekomen was, lag hij bij haar, (zij nu had zich van haar onreinigheid gezuiverd), daarna keerde zij weder naar haar huis.5 En die vrouw werd zwanger; zo zond zij henen, en liet David weten, en zeide: Ik ben zwanger geworden.


Dus David heeft niet alleen overspel gepleegd met Bethseba, maar uiteindelijk ook haar man laten vermoorden om deze schande te bedekken.
1000 vrouwen?


1 En de koning Salomo had veel vreemde vrouwen lief, en dat benevens de dochter van Farao: Moabietische, Ammonietische, Edomietische, Sidonische, Hethietische;2 Van die volken, waarvan de HEERE gezegd had tot de kinderen Israëls: Gijlieden zult tot hen niet ingaan, en zij zullen tot u niet inkomen; zij zouden zekerlijk uw hart achter hun goden neigen; aan deze hing Salomo met liefde.3 En hij had zevenhonderd vrouwen, vorstinnen, en driehonderd bijwijven en zijn vrouwen neigden zijn hart.4 Want het geschiedde in den tijd van Salomo's ouderdom, dat zijn vrouwen zijn hart achter andere goden neigden; dat zijn hart niet volkomen was met den HEERE, zijn God, gelijk het hart van zijn vader David.5 Want Salomo wandelde Astoreth, den god der Sidoniërs, na, en Milchom, het verfoeisel der Ammonieten.6 Alzo deed Salomo, dat kwaad was in de ogen des HEEREN; en volhardde niet den HEERE te volgen, gelijk zijn vader David.


1e Koningen, hoofdstuk 11, 1-6
Duizend vrouwen in totaal? Bij 1 vrouw per nacht zou hij er drie jaar over doen om dezelfde vrouw weer te zien. Dit zou wel erg zielig zijn voor al die vrouwen. Zou hun hart niet neigen tot andere mannen, zoals het hart van Salomo(vzmh) neigde naar andere goden. Nee, het is weer een verzonnen fabeltje.
Ook heeft God een vergissing gemaakt bij het uitkiezen van zijn boodschappers? Wist Hij niet dat Salomo(vzmh) afgodendienaar zou worden, zoals hier staat? Dit niet alleen onwaarschijnlijk, maar zelfs onmogelijk.
indruisen tegen wetenschap


Punt 5. God's woord mag niet indruisen tegen vaststaande wetenschappelijke feiten waar men geen twijfel over heeft. Maar in de Bijbel komen we veel teksten tegen die duidelijk tegen elke logica indruisen. Ik zal een paar voorbeelden hiervan geven:
Alle kruipend gevogelte, dat op vier voeten gaat, zal u een verfoeisel zijn. (Leviticus 11:20).
Ik heb nooit gevogelte gezien met vier poten. Ook zijn er nooit enige vorm van fossielen gevonden die op het bestaan hiervan wijzen. In de Bijbel zijn weinig teksten die werkelijk wetenschappelijke waarheden bevatten, die alleen via Goddelijke Openbaringen in de heilige schriften konden zijn terechtgekomen. We weten allemaal hoe de Kerk zich keerde tegen geleerden, die bijvoorbeeld meenden dat de aarde bol was, velen zijn daadwerkelijk ter dood veroordeeld. De Kerk hield vol dat zulke stellingen anti-bijbels waren en soort blasfemie waren. De Kerk baseerde zich in het geval van de bolheid van de aarde op een aantal verzen uit het Oude Testament. Lees de volgende verzen maar:
En de Heere sloeg onder die lieden van Beth-semes, omdat zij in de ark des HEEREN gezien hadden; ja, Hij sloeg van het volk zeventig mannen, en vijftig duizend mannen. Toen bedreef het volk rouw, omdat de HEERE een groten slag onder het volk geslagen had. 1e samuel 6:19


Verder sprak de HEERE tot Mozes, zeggende: Spreek tot de kinderen Israëls, zeggende: Wanneer een vrouw zaad gegeven, en een knechtje gebaard zal hebben, zo zal zij zeven dagen onrein zijn; volgens de dagen der afzondering harer krankheid zal zij onrein zijn. En op den achtsten dag zal het vlees zijner voorhuid besneden worden. Daarna zal zij drie en dertig dagen blijven in het bloed harer reiniging; niets heiligs zal zij aanroeren, en tot het heiligdom zal zij niet komen, totdat de dagen harer reiniging vervuld zijn. Maar indien zij een meisje gebaard zal hebben, zo zal zij twee weken onrein zijn, volgens haar afzondering; daarna zal zij zes en zestig dagen blijven in het bloed harer reiniging. (Leviticus 12:1:5).
Het is al duizenden jaren bekend, dat er geen enkel verschil in de hevigheid of duur van de nabloedingen na een bevalling zit bij het krijgen van een jongetje ofwel een meisje.


Toen zeide de HEERE God: Ziet, de mens is geworden als Onzer een, kennende het goed en het kwaad! Nu dan, dat hij zijn hand niet uitsteke,
en neme ook van den boom des levens, en ete, en leve in eeuwigheid. (Genesis 3:22).
Drink niet langer alleen maar water; gebruik ook wat wijn, dat is goed voor je maag en tegen je steeds terugkerende kwalen. (1 Timoteus 5:23). Statenvertaling.
Drink niet langer alleen maar water; gebruik ook wat wijn, dat is goed voor je maag en tegen je steeds terugkerende kwalen.


(1 Timoteus 5:23). Willibrord Vertaling.
Tot op de dag van vandaag zijn wetenschappers het er niet over eens of alcohol nou goed of slecht is voor de mens. De Koran is heel duidelijk en zegt: Koran hoofdstuk XX, vers XX Er zit voordeel en nadeel in wijn. Maar meer nadeel dan voordeel.
Omdat het nadeel groter is, is het in de Koran totaal verboden.
Dat het slecht is wordt al bewezen door de vele gezinnen die door alcohol uit elkaar zijn gevallen, mensen die elkaar dronken verwonden of zelfs doden, verkeersdoden door alcohol, etc. Paulus zegt dat wijn goed voor je is, terwijl we in Jesaja lezen:
11 Wee dengenen, die, zich vroeg opmakende in den morgenstond, sterken drank najagen, en vertoeven tot in de schemering, totdat de wijn hen heeft verhit!12 En harpen en luiten, trommelen en pijpen, en wijn zijn in hun maaltijden; maar zij aanschouwen het werk des HEEREN niet, en zij zien niet op het maaksel Zijner handen. Jesaja 3, vers 11-12


And the LORD was with Judah; and he drave out the inhabitants of the mountain; but could not drive out the inhabitants of the valley, because they had chariots of iron. (Rechters 1:19). King James Vertaling 1611
En ziet, het voorhangsel des tempels scheurde in tweeën, van boven tot beneden; en de aarde beefde, en de steenrotsen scheurden. En de graven werden geopend, en vele lichamen der heiligen, die ontslapen waren, werden opgewekt; En uit de graven uitgegaan zijnde, na Zijn opstanding, kwamen zij in de heilige stad, en zijn velen verschenen.(Matheus27:5153).


En als Hij van het gebed opgestaan was, kwam Hij tot Zijn discipelen, en vond hen slapende van droefheid. (Lukas 22:45).
Korte geschiedenis
Als moslims zeggen dat Gods Woord is geopenbaard aan Mozes en dat er daarna is weggelaten en bijgevoegd en dat er daarbij veel stukken zijn verdwenen, dan blijken uit de geschiedenis heel duidelijk de oorzaken waardoor dat is gebeurd. Dat is door de oorlogen, de Babylonische Ballingschap en de aanbidding van andere goden. De Joden liepen deze gemakkelijk achterna. De geschiedenis vertelt dat de Joden in de periode van de Richteren, toen er nog geen koning was, zeven keer in hun geloof zijn teruggevallen tot andere goden. Tijdens de koningen zijn ze tientallen keren teruggevallen. Dat is helemaal niet zo vreemd, want Mozes heeft hen hiervoor eerder al gewaarschuwd, zoals we lezen in Deuteronomium 31:29 waar staat:


Want ik weet, dat gij het na mijn dood zekerlijk zult verderven en afwijken van den weg, dien ik u geboden heb; dan zal u dit kwaad in het laatste der dagen ontmoeten, wanneer gij zult gedaan hebben wat kwaad is in de ogen des HEEREN, om Hem door het werk uwer handen tot toorn te verwekken.
Het lijkt voor de lezer, vooral als hij nooit over deze volkeren en hun maatschappij gelezen heeft, overdreven wat de moderne Joodse en christelijke auteurs schrijven. Als wij lezen over de priesters van de synagogen en de geestelijke leiders van de christenen dan kunnen we zien dat zij overeenkomsten hebben met de moderne Joodse en christelijke geleerden.



De moderne Joodse en christelijke geleerden stellen vast dat de Thora niet door Mozes is geschreven en niet aan Mozes is geopenbaard. De Thora zou volgens hen 500 jaar na Mozes door vele andere auteurs zijn geschreven en zijn vermengd met Assyrische, Egyptische en Babylonische fabels uit vroegere tijden. Sommigen zeggen dat er gedurende duizend jaar aan de tekst is gesleuteld, bijgevoegd en weggelaten.
Het onderzoek van de ‘Rouhebania el Jessouaië’, de Jezuïetenorde, zegt dat de vijf boeken van Mozes door verschillende onbekende personen zijn geschreven. Dit onderzoek vermeldt dat er ook veel Joodse schrijvers bij zijn. Er zijn veel volksculturen in deze vijf boeken vermengd. Door de culturen waren de Joden zelf ook beïnvloed en ze schreven dus wat ze zelf om zich heen zagen, dus een mix van goddelijke openbaringen en wat de afgodendienaars in hun omgeving vertelden.
Het is duidelijk dat vooral het Oude Testament niet een rechtstreekse openbaring van God is en ook niet aan één profeet gedaan is. Het is alleen maar het werk van schrijvers dat door de huidige christenen ‘inspiratie’ genoemd wordt.


Deze schrijvers beschrijven alleen maar de cultuur en gewoontes van het volk. Er is zelfs niet één boek dat met één persoon of onder één naam genoemd wordt, zodat we duidelijk kunnen zien dat het door die persoon geschreven is. Gedurende de periode van deze Joodse schrijvers was het altijd gemakkelijk voor degenen die iets wilden toevoegen of weglaten. De deur stond daarvoor altijd open. Dat bevestigt het onderzoek van de ‘Rouhebania el Jessouaië’ dat in 1985 in Beiroet gedrukt is ook. Dit was oorspronkelijk in het Frans geschreven. De boeken van de Thora werden telkens herschreven en vele keren verbeterd en er werd bijgevoegd en weggelaten tot de eerste eeuw na Christus. We zien het niet in tegenstrijdigheid met wat de schrijver van Jeremía zegt in hoofdstuk 8:8 waar staat:
Hoe zegt gij dan: Wij zijn wijs, en de wet des HEEREN is bij ons? Zie, waarlijk tevergeefs werkt de valse pen der schriftgeleerden.


Assyrische handschriften die in de 10e eeuw na Christus zijn geschreven en bewerkt, worden erkend als het oorspronke-lijke Oude Testament. Deze eindverwerking is door de familie Ashir gedaan en is verschenen in Syrië. Dat is dus 2300 jaar na Mozes en dan beschouwt men dat als de Thora van Mozes. Het onderzoek van de ‘Rouhebania el Jessouaië’ vermeldt ook dat veranderingen, indien deze noodzakelijk zijn in het eigenbelang, gedaan mogen worden door geleerde rabbijnen.


De ‘Rouhebania’ gaat verder met de mededeling dat de eerste vertaling van het Hebreeuws naar het Grieks in de periode 285 tot 246 voor Christus opgesteld is. Dit is door 72 rabbijnen in Alexandrië gedaan in de tijd van Ptolemaeus II. Dit is de zogenaamde ‘Septuaginta’. De vertaling van het Grieks naar het Hebreeuws is pas van de 6e eeuw na Christus. Dit onderzoek van de Jezuïeten vermeldt ook dat bij het samenstellen van de Septuaginta een selectie uit een aantal boeken is gemaakt en dat het toegestaan was uit deze geselecteerde boeken stukken weg te laten of eraan toe te voegen.


De kloosterorde zegt dat deze 72 vertalers van de Hebreeuw-se geschriften in het Grieks sterk beïnvloed waren door de Griekse afgoderij. Zij hebben hun eigen Joodse wetten met de Griekse goden gemixt, dat is duidelijk. Noch Joden, noch christenen beweren dat deze vertalers goddelijke inspiratie hadden. Als ze inspiratie hebben gekregen, hebben ze dan een openbaring gekregen om te bevestigen dat dit goed vertaald is? Zij hebben er tijdens het vertalen fabels aan toegevoegd die helemaal niet Joods, maar Grieks waren. Deze vertalers hebben volgens dit onderzoek van de kloosterorde dus op meer plaatsen weggelaten en bijgevoegd. Het is logisch dat dit tijdens het vertalen gebeurde, want het was in de eeuwen daarvoor ook steeds gebeurd, waarom dan nu niet? De Joodse vertalers van 285 v. C. waren geleerde Joodse priesters.


Zij hebben zelfs boeken vertaald, die tevoren onder de Joden niet bekend waren. Die boeken zijn in Alexandrië geschreven zoals de Wijsheid van Salomo, het 2e Boek van de Maccabeeën en een gedeelte van het Boek Baruch. Aldus dit onderzoek. Nadat de Hebreeuwse uitgave vernietigd was, was deze Septuaginta de enige vertaling die nog over was en die is in de 6e eeuw in het Hebreeuws vertaald. De zogenaamde oorspronkelijke tekst is dus een vertaling van een vertaling!


In dit Oude Testament worden bij de Katholieken 46 en bij de Protestanten 39 boeken vermeld. Tot 1800 dachten de Joden en de christenen beiden dat de eerste vijf boeken waren geschreven door Mozes. Daarna zijn onderzoeken gedaan die bewijzen dat Mozes deze boeken niet heeft geschreven, maar dat dit duizend jaar later is gebeurd. Johann Astruck is de eerste van de onderzoekers geweest die tot de conclusie kwam dat de vijf boeken niet van Mozes waren, dit was in 1753. Hij zegt dat Genesis op twee manieren is geschreven namelijk het ene deel in Juda en het andere in het Tienstammenrijk In het gedeelte dat in Juda geschreven is, wordt God met de naam Jahweh genoemd en bij het gedeelte dat in Israël geschreven is, wordt God met Elohim aangeduid.


Tussen 1780 en 1783 schudde de christelijke wereld op zijn grondvesten: de vier andere boeken zouden ook deels in Juda en deels in Israël geschreven zijn. Eind 18e eeuw zei Wellhausen dat de boeken van Mozes na de andere boeken van het Oude Testament geschreven zijn.
In 1854 begonnen de bijbelgeleerden de vijf boeken van Mozes voor het eerst de wetten van Mozes te noemen, omdat het duidelijk was dat ze niet door Mozes geschreven waren.


De 15e druk van de Encyclopaedia Britannica van 1982 zegt dat het Oude Testament in verschillende tijden en perioden is geschreven, door verschillende personen en beïnvloed is door verschillende culturen, met name de Samaritaanse. Het meeste is door priesters geschreven in de 5e en 6e eeuw v. C. in Israël. Dit is te merken aan de vele herhalingen die er in voorkomen en aan de verhalen over wat de priesters allemaal voor kleding dragen en wat ze offeren en doen.
Bij alles wat we hier nu van de Joodse, christelijke en moslim geleerden overschrijven blijkt ons dat er een meningsverschil tussen hen zit ten aanzien van verandering van de boeken; dit speelt nu niet zo’n belangrijke rol meer, want de situatie houdt meer in dan verandering.


Wie heeft dit nu gezegd dat de zaak meer inhoudt dan verandering, de moslims? Wie heeft dit onderzoek verricht, de moslims? Nee, de christenen zelf. Want in de 18e eeuw begon door onderzoeken de zaak boven water te komen. Christelijke onderzoekers zeggen dat Mozes met de wetten van Mozes niets te maken heeft, maar dat de wetten van de 9e tot de 1e eeuw v C. van verschillende personen waren. Daardoor onderscheiden we nu fabels van verschillende volken in het Oude Testament gemengd. Daarom vinden we nog steeds wat onderzoekers zeggen dat de Spreuken en de Wijsheid van Salomo van de Egyptische farao Amenhoebi en dat de Psalmen voor een groot deel van Echnaton overgenomen zijn. In feite kunnen we nu geen onderscheid maken wat van Amenhotep en wat van Echnaton is en wat niet.


De onderzoekers zijn het er allemaal over eens dat het weglaten en toevoegen een periode van duizend jaar heeft geduurd en het gevolg is dan ook dat we nu niet weten wat er aan toegevoegd is en wat er weggelaten is en wat nog echt oorspronkelijk is. Ook die 72 mannen die het van het Hebreeuws naar het Grieks hebben vertaald, zijn "geïnspireerd" en daarom bevoegd om weg te laten en toe te voegen.
De christelijke geestelijke leiders zeggen dat God en de mensen die de Bijbel hebben geschreven op één lijn staan. Wat zij denken, denkt God ook.


Hoe kunnen wij nu nog onderscheid maken tussen wat de mens zelf schrijft en wat God openbaart. Wat God zegt, moet zuiver, ethisch en geestelijk zijn, maar de Bijbel is ver van deze zuivere, ethische en geestelijke betekenis verwijderd. Wat kunnen we anders verwachten van degenen die opgegroeid zijn met misdaad en massamoord, en die onethisch en onmenselijk zijn dan net zulke verhalen? Bijvoorbeeld als we de geschiedenis van Jozua lezen, hoe hij de mensen behandeld heeft, dan schrijven de priesters dat het een openbaring van God is. Ook wat de priesters aan Mozes hebben toegeschreven. Neem dit als voorbeelden wat we in Deuteronomium 20:16-18, in Numeri 31:17 en 18 en in Jozua 11:8b en 9, 11, 14 en 20 lezen:


Maar van de steden dezer volken, die u de HEERE uw God ten erve geeft, zult gij niets laten leven dat adem heeft. Maar gij zult hen ganselijk verbannen: de Hethieten en de Amorieten en de Kanaänieten en de Ferezieten, de Hevieten en de Jebusieten, gelijk als u de HEERE uw God geboden heeft, opdat zij ulieden niet leren te doen naar al hun gruwelen, die zij hun goden gedaan hebben, en gij zondigt tegen den HEERE uw God.


Nu dan, doodt al wat mannelijk is onder de kinderkens; en doodt alle vrouw die door bijligging den mans een man bekend heeft. Doch al de kinderkens van vrouwelijk geslacht, die de bijligging des mans niet bekend hebben, laat voor ulieden leven.
En zij sloegen hen, totdat zij geen overigen onder hen overlieten. Jozua nu deed hun gelijk hem de HEERE gezegd had: hun paarden verlamde hij en hun wagens verbrandde hij met vuur.


En zij sloegen alle ziel, die daarin was, met de scherpte des zwaards, die verbannende; er bleef niets over wat adem had; en Hazor verbrandde hij met het vuur.
En al den roof dezer steden en het vee roofden de kinderen Israëls voor zich; alleenlijk sloegen zij al de mensen met de scherpte des zwaards, totdat zij hen verdelgden; zij lieten niets overblijven wat adem had.
Want het was van den HEERE hun harten te verstokken, dat zij Israël met oorlog tegemoet gingen, opdat hij hen verbannen zou, dat hun geen genade geschiedde, maar opdat hij hen verdelgen zou, gelijk als de HEERE Mozes geboden had.


Zo zien we de Bijbel, zoals we eerder al zeiden, ver van het ethische, de profeten bespotten. Onder deze profeten werden er zelfs ongelovig verklaard zoals Sálomo bijvoorbeeld. Of onder de profeten kwamen er voor die overspel met hun dochters pleegden zoals Lot. Onder de profeten zouden er dieven geweest zijn zoals Jacob. Onder de profeten waren er die achter andere goden aanliepen zoals het huis van Jacob en Sálomo. Onder de profeten waren er die homo zouden zijn zoals David. Onder de profeten kwamen massamoordenaars voor zoals Mozes, Jozua en David.
God geeft bevel aan Jozua om de steden te vernietigen en in brand te steken met alles wat daarin is.
Dit lezen we in Jozua 6:17, 21 en 24 en 25, waar staat:
Doch deze stad zal den HEERE verbannen zijn, zij en al wat daarin is; alleenlijk zal de hoer Rachab levend blijven, zij en allen, die met haar in het huis zijn, omdat zij de boden die wij uitgezonden hadden, verborgen heeft.



En zij verbanden alles wat in de stad was, van den man tot de vrouw toe, van het kind tot den oude, en tot den os en het kleinvee en den ezel, door de scherpte des zwaards.
De stad verbrandden zij met vuur en alles wat daarin was; alleenlijk het zilver en goud, mitsgaders de koperen en ijzeren vaten gaven zij tot den schat van het huis des HEEREN.



IN NAAM VAN ALLAH DE BARMHARTIGE DE GENADEVOLLE
Hoofdstuk 1



وَقَوْلِهِمْ إِنَّا قَتَلْنَا الْمَسِيحَ عِيسَى ابْنَ مَرْيَمَ رَسُولَ اللّهِ وَمَا قَتَلُوهُ وَمَا صَلَبُوهُ وَلَـكِن شُبِّهَ لَهُمْ وَإِنَّ الَّذِينَ اخْتَلَفُواْ فِيهِ لَفِي شَكٍّ مِّنْهُ مَا لَهُم بِهِ مِنْ عِلْمٍ إِلاَّ اتِّبَاعَ الظَّنِّ وَمَا قَتَلُوهُ ُ يَقِينًا بَل رَّفَعَهُ اللّهُ إِلَيْهِ وَكَانَ اللّهُ عَزِيزًا حَكِيمًا
En om hen zeggen: '' wij hebben de Messias, Jezus, zoon van Maria, de boodschapper van Allah gedood'', - maar zij doodden hem niet, noch kruisigden zij hem (ten dode), - doch het werd hun verward, en zij, die hierover van mening verschilden zijn zeker in twijfel, zij hebben er geen kennis van doch volgen slechts een vermoeden en zij doodden hem gewis niet, in tegendeel, Allah verhief hem tot zich en Allah is Almachtig, Alwijs.
(Koran 4:158-159)


Is Jezus gekruisigd of berust dit op verwarring?
Door het bloed van Jezus wordt je vrij gekocht en gered van de zonde. Zonder het bloed van Jezus kom je niet in de hemel. En dat is de theorie van Paulus, dat Jezus aan het kruis gestorven is en na drie dagen is opgestaan van zijn graf. Zonder te geloven dat Jezus voor jouw en mij gestorven is, pijn heeft geleden aan het kruis en zijn bloed voor jou en mij heeft laten vloeien, kom je niet in aanmerking voor de hemel.


25 Welken God voorgesteld heeft tot een verzoening, door het geloof in Zijn bloed, tot een betoning van Zijn rechtvaardigheid, door de vergeving der zonden, die te voren geschied zijn onder de verdraagzaamheid Gods; Romeinen 3:25.
20 En dat Hij, door Hem vrede gemaakt hebbende door het bloed Zijns kruises, door Hem, zeg ik, alle dingen verzoenen zou tot Zichzelven, hetzij de dingen, die op de aarde, hetzij de dingen die in de hemelen zijn. Koossensen 1:20
Wat voor soort verlossing is het? Het antwoord krijgen we bij Paulus, hij zegt: Jezus is zelf een vloek voor ons geworden om ons van de vervloeking te verlossen volgens Paulus. Laten we Galaten 3:13 lezen


13 Christus heeft ons verlost van den vloek der wet, een vloek geworden zijnde voor ons; want er is geschreven: Vervloekt is een iegelijk, die aan het hout hangt.
Maar moslims hoeven de theorie van Paulus niet te onderzoeken of een ander filosofie van iemand anders of Jezus gekruisigd is. De moslims krijgen antwoord rechtstreeks van Allah (swt) waar hij zegt:
(وَمَا قَتَلُوهُ وَمَا صَلَبُوهُ وَلَـكِن شُبِّهَ لَهُم)


- maar zij doodden hem niet, noch kruisigden zij hem (ten dode), - doch het werd hun verward....
Zijn er andere, meer duidelijke bewijzen dan deze woorden de woorden van Allah???Een moslim gelooft dat het zo is gegaan met Jezus (vzmh), want hij haalt zijn bewijs uit de betrouwbare bron van Allah. Allah zegt:
en zij doodden hem gewis niet, . ( Koran 4:158 قَتَلُوه يَقِينًا وَمَا
Als de christenen in de Koran zouden geloven zou er geen probleem ontstaan zijn, maar de christenen zeggen dat het de woorden van Mohammed zijn, en Mohammed is duizenden kilometers hier vandaan en bovendien zit er zeshonderd jaar tussen Jezus en Mohammed. Daarom geloven wij degenen die de gebeurtenis wel hebben gezien. En wij als moslims zeggen: "Welke getuigenis is beter: die van Allah of die van de mens." Maar je krijgt te horen: "Ja,ja,... Maar de Koran is door Mohammed verzonnen en daarom geloven we in ooggetuigen." Wij moslims hebben echter het recht om naar die getuigenis te vragen. Wie zijn dat dan? De christenen zeggen: "Ja dat zijn de discipelen die het met hun eigen ogen hebben gezien."
Allah geeft ons daarom het bevel om te zeggen:
(Zeg: "Toont uw bewijs, als gij waarachtig zijt"( قُلْ هَاتُواْ بُرْهَانَكُمْ إِن كُنتُمْ صَادِقِين)
Koran 2: 111.


Nu gaan we het `bewijs` van Paulus en de evangelien onderzoeken. Wie waren aanwezig bij de kruisiging van Jezus? Zijn discipelen? Nee. Marcus zegt dat zijn discipelen hem hebben in de steek gelaten hebben. Ze zijn gevlucht toen dit gebeurde en dat lezen we in Marcus 14:50: als volgt;
50 En zij, Hem verlatende, zijn allen gevloden.
De enige die aanwezig waren bij het proces waren de vijanden van Jezus de Mesias (vzmh). Al zijn discipelen hadden hem verlaten en konden niet getuigen van het verloop van het valse proces. Marcus zegt dat de discipelen de gebeurtenissen van de kruisiging van het begin tot en met de opstanding niet hebben gezien. In Matheus lezen we het volgende:


59 En de overpriesters, en de ouderlingen, en de gehele grote raad zochten valse getuigenis tegen Jezus, opdat zij Hem doden mochten;-- Mattheus 26:59.
De moslims hebben de discipelen van Jezus (vzmh) niet nodig om te geloven wat er met de Mesias is gebeurd tijdens en na de berechting. Maar ook zouden de discipelen opgeroepen worden om te getuigen dan nog kunnen we hun getuigenis niet accepteren omdat ze eenvoudigweg niet aanwezig waren tijdens het ‘proces’ van Jezus Christus (vzmh).


Wat is er volgens het Nieuwe Testament gebeurd na de berechting. De discipelen waren gevlucht hun kunnen we het dus niet vragen. Derhalve zullen we dit aan Paulus moeten vragen, ondanks dat hij lange tijd de vijand van Jezus (vzmh) was. Paulus schrijft hierover in zijn eerste brief aan de Corinthiërs in hoofdstuk 15. We beginnen met vers 3 en 4:


'' Want ik heb ulieden ten eerste overgegeven, hetgeen ik ook ontvangen heb, dat Christus gestorven is voor onze zonden na de Schriften; en dat Hij is begraven, en dat Hij is opgewekt ten derden dage, naar de Schriften;
Volgens Matheus heeft Jezus dat ook ooit gezegd. Dat lezen we in mattheus- 12:39-40. Waar staat:

38 Toen antwoordden sommigen der Schriftgeleerden en Farizeën, zeggende: Meester! wij willen van U wel een teken zien.39 Maar Hij antwoordde en zeide tot hen: Het boos en overspelig geslacht verzoekt een teken; en hun zal geen teken gegeven worden, dan het teken van Jonas, den profeet.40 Want gelijk Jonas drie dagen en drie nachten was in den buik van den walvis, alzo zal de Zoon des mensen drie dagen en drie nachten wezen in het hart der aarde.
Hoe lang heeft Jonas in de buik van de walvis gezeten? Jezus heeft al bevestigd dat dat drie dagen en drie nachten zijn. Dat lezen we ook in het boek van Jonas:
17 De HEERE nu beschikte een groten vis, om Jona in te slokken; en Jona was in het ingewand van den vis, drie dagen en drie nachten. (Jona 1:17)
Hoe lang heeft "Jezus" in het graf gezeten? Lees Marcus15: 42-47, waar het antwoord staat:


42 En als het nu avond was geworden, dewijl het de voorbereiding was, welke is de voorsabbat;43 Kwam Jozef, die van Arimathea was, een eerlijk raadsheer, die ook zelf het Koninkrijk Gods was verwachtende, en zich verstoutende, ging hij in tot Pilatus, en begeerde het lichaam van Jezus.44 En Pilatus verwonderde zich, dat Hij alrede gestorven was; en den hoofdman over honderd tot zich geroepen hebbende, vraagde hem, of Hij lang gestorven was.45 En als hij het van den hoofdman over honderd verstaan had, schonk hij Jozef het lichaam.46 En hij kocht fijn lijnwaad, en Hem afgenomen hebbende, wond Hem in dat fijne lijnwaad, en leide Hem in een graf, hetwelk uit een steenrots gehouwen was; en hij wentelde een steen tegen de deur des grafs.47 En Maria Magdalena, en Maria, de moeder van Jezus, aanschouwden, waar Hij gelegd werd.
Dus "Jezus" is vrijdagavond begraven, maar wanneer is "Jezus" dan opgestaan? Zondagochtend vroeg, terwijl het nog donker was, was "Jezus" al uit zijn graf vedwenen.


1 En op den eersten dag der week, zeer vroeg in den morgenstond, gingen zij naar het graf, dragende de specerijen, die zij bereid hadden, en sommigen met haar.2 En zij vonden den steen afgewenteld van het graf.3 En ingegaan zijnde, vonden zij het lichaam van den Heere Jezus niet.4 En het geschiedde, als zij daarover twijfelmoedig waren, zie, twee mannen stonden bij haar in blinkende klederen.5 En als zij zeer bevreesd werden, en het aangezicht naar de aarde neigden, zeiden zij tot haar: Wat zoekt gij den Levende bij de doden? (Lokas 24 1-5)


Paulus basseert hierop dat Jezus voor onze zonden is gestorven en dat hij daarna is opgestaan. En hij zegt in eerste Corintiers 15: Dat als Jezus niet opgestaan is, onze prediking vals is en als onze prediking vals is, is ons geloof ook vals. We lezen dit in 1e Cori-15 : 12-17, als volgt:
Paulus zegt verder in deze uitleg dat de opstanding in een geestelijk lichaam is. Dat lezen we in hetzelfde hoofdstuk in vers 42-44:


12 Indien nu Christus gepredikt wordt, dat Hij uit de doden opgewekt is, hoe zeggen sommigen onder u, dat er geen opstanding der doden is?13 En indien er geen opstanding der doden is, zo is Christus ook niet opgewekt.14 En indien Christus niet opgewekt is, zo is dan onze prediking ijdel, en ijdel is ook uw geloof. 15 En zo worden wij ook bevonden valse getuigen Gods; want wij hebben van God getuigd, dat Hij Christus opgewekt heeft, Dien Hij niet heeft opgewekt, zo namelijk de doden niet opgewekt worden.16 Want indien de doden niet opgewekt worden, zo is ook Christus niet opgewekt.17 En indien Christus niet opgewekt is, zo is uw geloof tevergeefs, zo zijt gij nog in uw zonden.



Paulus wilt hier een twijfel wegnemen en stelt de vraag zoals we in onderstaande verzen lezen---
35 Maar, zal iemand zeggen: Hoe zullen de doden opgewekt worden, en met hoedanig een lichaam zullen zij komen?36 Gij dwaas, hetgeen gij zaait, wordt niet levend, tenzij dat het gestorven is; (Corintiers 15: 35-36)
Paulus gaat verder in deze uitleg dat de opstanding in een geestelijk lichaam is, en dat lezen we in hetzelfde hoofdstuk in vers 42-44.wij lezen:



42 Alzo zal ook de opstanding der doden zijn. Het lichaam wordt gezaaid in verderfelijkheid, het wordt opgewekt in onverderfelijkheid;43 Het wordt gezaaid in oneer, het wordt opgewekt in heerlijkheid; het wordt gezaaid in zwakheid, het wordt opgewekt in kracht.44 Een natuurlijk lichaam wordt er gezaaid, een geestelijk lichaam wordt er opgewekt. Er is een natuurlijk lichaam, en er is een geestelijk lichaam.


Dit is volledig in overeenkomst met de woorden van Jezus zelf volgens. In Lucas 20: 35-36, waar Jezus door Sadduceérs die niet in de opstanding geloofden, werd gevraagd over een vrouw die 7 keer opeenvolgend trouwde met broers die na elkaar overleden.
De vraag was van wie deze vrouw zou zijn na de opstanding. En Jezus antwoordde hen:
34 En Jezus, antwoordende, zeide tot hen: De kinderen dezer eeuw trouwen, en worden ten huwelijk uitgegeven;35 Maar die waardig zullen geacht zijn die eeuw te verwerven en de opstanding uit de doden, zullen noch trouwen, noch ten huwelijk uitgegeven worden;36 Want zij kunnen niet meer sterven, want zij zijn den engelen gelijk; en zij zijn kinderen Gods, dewijl zij kinderen der opstanding zijn.
(LUKAS 20: 34-36)


Met ander woorden dat de mens na de opstanding geen behoefte hebben aan de aardse stoffen of lusten, want zij zijn gelijk aan Engelen.
Dus Jezus (vzmh) en Paulus maken hier duidelijk dat de mens na de opstanding niet eten, niet drinken en niet huwen, aangezien zij geestelijk zijn.














BESTE LEZER LET NOU OP
De Joden hebben hun plan gemaakt, listig en sluw als ze zijn, zoals we in Matheus 27: 62-66 kunnen lezen:
Des anderen daags nu, welke is na de voorbereiding, vergaderden de over priesters en de Farizeérs tot Pilatus, zeggende: Heer, wij zijn indachtig, dat deze verleider, nog levende, gezegd heeft: na drie dagen zal ik opstaan.
Beveel dan, dat het graf verzekert worde tot den derden dag toe, opdat zijn
discipelen misschien nog komen bij nacht, en stelen Hem en zeggen tot het volk: Hij is op gestaan van de doden; en zo zal de laatste dwaling erger zijn dan de eerste. En pilatus zei tot henlieden: Gij hebt een wacht; gaat heen, verzekert
het gelijk gij verstaat. En zij heengaande, verzekerden het graf met de wacht, den steen verzegeld hebbende.


Wat betkent dit? Is er niet eerder al een plan gemaakt om een verwaring onder de discipelen te brengen.
Misschien is toch de planning al uitgevoerd, voordat ze een klacht hebben ingediend. Ze hebben `Judas` al uit zijn graf weggehaald, voordat ze dit graf zogenaamd lieten ‘bewaken’ om te voorkomen dat de discipelen Jezus(maar eigenlijk Judas) uit het graf zouden weghalen. Uiteraard was er geen lijk meer en hebben de Joden het ‘wonder’ zodoende zelf gecreeerd om de verwarring te vergroten.
Nu gaan we aan de hand van de Evangelie kijken, of het werkelijk Jezus (vzmh) was die aan het kruis gestorven is. We kijken naar de volgende verzen: (Lukas 24:5,23)
Dat hij..."leeft.


5 En als zij zeer bevreesd werden, en het aangezicht naar de aarde neigden, zeiden zij tot haar: Wat zoekt gij den Levende bij de doden?23 En Zijn lichaam niet vindende, kwamen zij en zeiden, dat zij ook een gezicht van engelen gezien hadden, die zeggen, dat Hij leeft.


’’Lukas 24:5,23 "Wat zoekt gij den levende bij de doden?’’ dat hij noch leeft.
Zoals is gebleken uit de voorgaande teksten betekend het woord ‘levend niet hetzelfde als het woord ‘opgestaan.’ Uit de beschrijvingen blijkt dus dat Jezus (vzmh) niet dood is gegaan maar gewoon nog leeft.
Is dat niet wat Jezus bedoelde toen hij zij dat hij drie dagen en drie nachten levend in het graf zou blijven, net als Jonas die levend in de buik van de walvis zat? Hij zegt:
Want gelijk Jonas drie dagen en drie nachten was in den buik van den walvis, alzo zal de Zoon des mensen drie dagen en drie nachten wezen in het hart der aarde. Matth12:40



Wie moeten we nu geloven? Jezus of Paulus? Jezus zegt dat zijn situatie zal net zoals die van Jonas zijn. Als wij Paulus moeten geloven dan betekend dat dat Jezus vals spreekt. Zo heb je de Evangelieen die zeggen dat hij nog levend en Jezus zelf ook die zegt dat hij drie dagen LEVEND in het graf zal liggen, volgens voorgaande tekst.


Johannes: 20; In dit hoofdstuk lezen we dat Maria Magdalena op zoek is naar Jezus.
Ze is naar het graf gegaan en begon daar te huilen omdat Jezus daar niet aanwezig was. De steen die voor het graf hoort te zijn was weggeschoven.
Op het moment dat ze zich omdraaide zag ze Jezus voor zich staan, maar ze herkende hem niet. Ze dacht dat hij de tuinman was. ( vers 15) Hierop riep Jezus (vzmh ) haar, waarop ze hem beantwoorde met:
‘Ja mijn meester ?. (vers 16)
Jezus zei tot haar: raak mij niet aan, want ik ben noch niet opgevaren tot mijn vader’’(vers 17)
Waarom zegt Jezus tot Maria Magdalena: "Raak mij niet aan….."
Waarom is hij niet te herkennen? De reden hiervoor gegeven wordt is, dat Jezus zich onherkenbaar heeft gemaakt om zich te verstoppen voor de joden. Dat hij niet aan geraakt wil worden is omdat hij nog veel pijn heeft van de wonden van het kruis, volgens de christenen.
Lukas 24:36-43 In dit hoofdstuk lezen we dat Jezus nog leeft. Er wordt duidelijk gemaakt dat hij geen spook is of een geestelijke lichaam heeft, maar dat hij het zelf is.


36 En als zij van deze dingen spraken, stond Jezus Zelf in het midden van hen, en zeide tot hen: Vrede zij ulieden!37 En zij verschrikt en zeer bevreesd geworden zijnde, meenden, dat zij een geest zagen.38 En Hij zeide tot hen: Wat zijt gij ontroerd, en waarom klimmen zulke overleggingen in uw harten?39 Ziet Mijn handen en Mijn voeten; want Ik ben het Zelf; tast Mij aan, en ziet; want een geest heeft geen vlees en benen, gelijk gij ziet, dat Ik heb.40 En als Hij dit zeide, toonde Hij hun de handen en de voeten.41 En toen zij het van blijdschap nog niet geloofden, en zich verwonderden, zeide Hij tot hen: Hebt gij hier iets om te eten?42 En zij gaven Hem een stuk van een gebraden vis, en van honigraten.


43 En Hij nam het, en at het voor hun ogen.(Luk- 24:36-43)
Ten eerste zegt hij dat de mensen hem moeten aanraken, wat alleen bij stoffelijke lichamen kan. Ten tweede vraagt hij om eten, waar alleen stoffelijke lichamen behoefte aan hebben.


Conclusie:
Uit Lukas 20:35-36 weten we dus dat de opstanding geestelijk is. Paulus is het hier mee eens en zegt dus 1e Corintiërs 15:44 dat Jezus geestelijk opgestaan is.
In vers 14-17 zegt hij zelfs dat als dit niet zo is, dat de boodschap die ze volgen dan vals is. Jezus zegt zelf echter dat hij aangeraakt moet worden en dat hij behoefte aan heeft aan voedsel. Dit betekent dus dat Jezus nooit doodgegaan is, omdat hij anders een geestelijk lichaam gehad zou moeten hebben.
De verwarring is compleet.
De christelijke leer is volgens Paulus dus een valse boodschap, omdat Jezus volgens Lukas 24:36-43, geen geestelijke lichaam had toen opgestaan is. Dit staat overigens ook in andere evangelien. Zijn deze evangelien dan vals. Moeten deze ook uit de Bijbel geschrapt worden?

Hoe zit het nu precies met de theorie van Paulus?
Als de evangelien kloppen, is de prediking van Paulus vals.
Als de prediking van Paulus klopt, dan zijn de evangelien vals.
















بِسْمِ اللّهِ الرَّحْمَنِ الرَّحِيم
IN NAAM VAN ALLAH DE BARMHARTIGE DE GENADEVOLLE
) وَلَـكِن شُبِّهَ لَهُمْ وَإِنَّ الَّذِينَ اخْتَلَفُواْ فِيهِ لَفِي شَكٍّ مِّنْهُ مَا لَهُم بِهِ مِنْ عِلْمٍ إِلاَّ اتِّبَاعَ الظَّنِّ وَمَا قَتَل ُوهُ يَقِينًا
بَل رَّفَعَهُ اللّهُ إِلَيْهِ وَكَانَ اللّهُ عَزِيزًا حَكِيمً(
Doch het werd hun verward, en zij, die hierover van mening verschilden zijn zeker in twijfel, zij hebben er geen kennis van doch volgen slechts een vermoeden en zij doodden hem gewist niet, in tegendeel, Allah verhief hem tot Zich en Allah is Almachtig, Alwijs. (Koran 4: 158-159)
Hoofdstuk 2
Wie is gekruisigd? Was dat Jezus!!?
Wat betekent de kruisiging voor de Christenen? Het antwoord hierover is niet eenvoudig. Paulus ziet Jezus als een vloek geworden door de kruising, dit heeft hij gezegd in zijn brief naar de gemeente van Galaten.
"Christus heeft ons verlost van den vloek der wet, zelf een vloek geworden zijnde voor ons; want er is geschreven; Vervloekt is iedereen, die aan het hout hangt" Galaten 3:13
Is Jezus een misdadiger? De kruisiging is in het oude testament alleen voor veroordeelde misdadigers. Dat staat in Deuteronomium 21:22-23.
22 Voorts, wanneer in iemand een zonde zal zijn, die het oordeel des doods waardig is, dat hij gedood zal worden, en gij hem aan het hout zult opgehangen hebben; Zo zal zijn dood lichaam aan het hout niet overnachten; maar gij zult het zekerlijk ten zelven dage begraven; want een opgehangene is Gode een vloek. Alzo zult gij uw land niet verontreinigen, dat u de HEERE, uw God, ten erve geeft. Deuteronomium, 21:22 23
Dus bedenk hoe God een afkeer heeft van opgehangen misdadigers. Zelfs geen een nacht mogen ze blijven hangen, door hun verontreiniging van het land van God, vanwege de grote vervloeking op hen. Wat bedoelt Paulus met zijn teksten? Bedoelt hij dat Jezus ook bij deze vervloekte misdadigers hoort? Hij zegt in Galaten, 3:13, "Vervloekt is iedereen, die aan het hout hangt". Wat voor logica is dit? Als "Jezus" vervloekt was, hoe kan hij dan de wereld van vervloeking verlossen?
Stel je voor dat Jezus nu vandaag leeft, en dat wij met Jezus een dagje gaan varen. Dat zou natuurlijk mooi zijn, zo een dagje met hem, maar als we ver van de over hebben gevaren en de boot is zinkt en arme ‘Jezus’ is ook verdronken. Hoe kan een verdronken ‘Jezus’ de rest van de boot kunnen redden? Dat is onmogelijk. Allah zegt:
(وَمَن يَلْعَنِ اللّهُ فَلَن تَجِدَ لَهُ نَصِيرًا)
En die Allah vervloekt, voor hem zult gij geen helper vinden. (Koran 4:53).
Iemand die door Allah vervloekt wordt (is verdronken in de oceaan) kan niet meer gered worden en diegene kan de rest van de bemanning zeker niet meer redden. ‘Jezus’ word niet alleen maar ‘vervloekt’, hij is zelfs een vloek geworden.
Dus met andere woorden, hij is niet alleen maar verdronken, maar is nu zelf een ‘zee’en oceaan waarin verdronken kan worden. De kruisiging is een dogma (aqieda) voor de christenen. Zonder geloof in kruisiging wordt je niet binnen het christendom toe gelaten. En dat is dus gebaseerd op deze twee onderstaande teksten. Paulus zegt:
21 Want Dien, Die geen zonde gekend heeft, heeft Hij zonde voor ons gemaakt, opdat wij zouden worden rechtvaardigheid Gods in Hem. 2 Korinthieirs 5:21
24 Die Zelf onze zonden in Zijn lichaam gedragen heeft op het hout; opdat wij, der zonden afgestorven zijnde, der gerechtigheid leven zouden; door Wiens striemen gij genezen zijt. 1 Petrus 2:24
20 Daarom zal uit de werken der wet geen vlees gerechtvaardigd worden, voor Hem; want door de wet is de kennis der zonde. 21 Maar nu is de rechtvaardigheid Gods geopenbaard geworden zonder de wet, hebbende getuigenis van de wet en de profeten 22 Namelijk de rechtvaardigheid Gods door het geloof van Jezus Christus, tot allen, en over allen, die geloven; want er is geen onderscheid. (23) Want zij hebben allen gezondigd, en derven de heerlijkheid Gods. 24 En worden om niet gerechtvaardigd, uit Zijn genade, door de verlossing, die in Christus Jezus is. 25 Welken God voorgesteld heeft tot een verzoening, door het geloof in Zijn bloed, tot een betoning van Zijn rechtvaardigheid, door de vergeving der zonden, die te voren geschied zijn onder de verdraagzaamheid Gods; 26 Tot een betoning van Zijn recht-vaardigheid in dezen tegenwoordigen tijd; opdat Hij rechtvaardig zij, en rechtvaar-digende dengene, die uit het geloof van Jezus is. 27 Waar is dan de roem? Hij is uitgesloten. Door wat wet? Der werken? Neen, maar door de wet des geloofs. (28) Wij besluiten dan, dat de mens door het geloof gerechtvaardigd wordt, zonder de werken der wet. Romeinen 3:20-28
In het volgende gedeelte zullen we verder gaan over hoe Jezus (vzmh) zich voorbereidde op het komende verraad.
Jezus bereid zich voor
We zien dat Jezus aan het voorbereiden voor de strijd, en maakt hij er een plan voor en een strategie, en dat lezen we in Lukas 22: 1-2:
En het feest der ongehevelde broden, genaamd pascha, was nabij. En de overpriesters en de schriftgeleerden zochten, hoe zij hem ombrengen zouden; want zij vreesden het volk.
Wat is er nu aan de hand? Was het voor Jezus onbekend, wat de Joden voor hem aan het plannen waren? Het wordt duidelijk dat de Joden een plan maken, maar dat God natuurlijk ook Zijn plan maakt, maar voor dat God Zijn plan uitvoert, moet Jezus dan iets doen, laten we gaan kijken wat Jezus gaat doen.....
31 En de Heere (Jezus) zeide: Simon, Simon, ziet, de satan heeft ulieden zeer begeerd om te ziften als de tarwe; 32 Maar Ik heb voor u gebeden, dat uw geloof niet ophoude; en gij, als gij eens zult bekeerd zijn, zo versterk uw broeders. 33 En hij zeide tot Hem: Heere, ik ben bereid, met U ook in de gevangenis en in den dood te gaan. 34 Maar Hij zeide: Ik zeg u, Petrus, de haan zal heden niet kraaien, eer gij driemaal zult verlooch-end hebben, dat gij Mij kent. 35 En Hij zeide tot hen: Als Ik u uitzond, zonder buidel, en male, en schoenen, heeft u ook iets ontbroken? En zij zeiden: Niets. 36 Hij zeide dan tot hen: Maar nu, wie een buidel heeft, die neme hem, desgelijks ook een male; en die geen heeft, die verkope zijn kleed, en kope een zwaard. Lukas 22:31-36


Dus hij was wel aan het voorbereiden en hij wist wel dat om zich heen gepland werd. Als Jezus dat wou, had hij wel een tegen aanval kunnen beginnen, want zijn discipelen werden soms als tijgers of leeuwen beschouwd vanwege hun dapperheid. Hij kon, als hij wilde, zelfs een revolutie beginnen en makkelijk duizenden aanhangers krijgen van het volk, waar hij veel wonderen voor heeft verricht. Lees maar de onderstaande verzen eens...............
14 En Hij vond in den tempel, die ossen, en schapen, en duiven verkochten, en de wisselaars daar zittende.15 En een gesel van touwtjes gemaakt hebbende, dreef Hij ze allen uit den tempel, ook de schapen en de ossen; en het geld der wisselaren stortte Hij uit, en keerde de tafelen om 16 En Hij zeide tot degenen, die de duiven verkochten: Neemt deze dingen van hier weg; maakt niet het huis Mijns Vaders tot een huis van koophandel. Johannas 2:14-16
8 En de meeste schare spreidden hun klederen op den weg, en anderen hieuwen takken van de bomen, en spreidden ze op den weg. 9 En de scharen, die voorgingen en die volgden, riepen, zeggende: Hosanna den Zone Davids! Gezegend is Hij, Die komt in den Naam des Heeren! Hosanna in de hoogste hemelen!10 En als Hij te Jeruzalem inkwam, werd de gehele stad beroerd, zeggende: Wie is Deze? 11 En de scharen zeiden: Deze is Jezus, de PROFEET van Nazareth in Galilea. 12 En Jezus ging in den tempel Gods, en dreef uit allen, die verkochten en kochten in den tempel, en keerde om de tafelen der wisselaars, en de zitstoelen dergenen, die de duiven verkochten. 13 En Hij zeide tot hen: Er is geschreven: Mijn huis zal een huis des gebeds genaamd worden; maar gij hebt dat tot een moordenaarskuil gemaakt. Mattheus 21:8-13.
In andere vertalingen staat rovershol in plaats van moordenaarskuil. Was dat nou moeilijk voor hem om een tegenaanval te beginnen? En wie zal hem tegen houden? Paulus? Of de priesters soms? Laat ze maar komen. Niemand durfde iets tegen hem te zeggen. Dus Jezus zet zijn oorlogsplan voort, en zijn discipelen zeiden:
Zij zeiden:(discipelen);’Heere! Zie hier twee zwaarden. "En hij zeide tot hen: "het is genoeg’’. Lukas 22:38.
Waarom zou de twee zwaarden genoeg zijn? Eigenlijk is een zwaard ook genoeg, want hij vertrouwt op Zijn Heer en niet alleen op zijn discipelen. Kijk wat hij in de onderstaande tekst zei:
53 Of meent gij, dat Ik Mijn Vader nu niet kan bidden, en Hij zal Mij meer dan twaalf legioenen engelen bijzetten? 54 Hoe zouden dan de Schriften vervuld worden, die zeggen, dat het alzo geschieden moet? Mattheus 26:53-54.
Jezus sprak zijn discipelen over deze woorden dat hij ten hemel zal rijzen, maar zijn discipelen begrepen het niet, en dat lezen we in Johannas 14:1-11.
1 Uw hart worde niet ontroerd; gijlieden gelooft in God, gelooft ook in Mij. 2 In het huis Mijns Vaders zijn vele woningen; anderszins zo zou Ik het u gezegd hebben; Ik ga heen om u plaats te bereiden. 3 En zo wanneer Ik heen zal gegaan zijn, en u plaats zal bereid hebben, zo kome Ik weder en zal u tot Mij nemen, opdat gij ook zijn moogt, waar Ik ben. 4 En waar Ik heenga, weet gij, en den weg weet gij. Johannes 14:1-4
Jezus spreekt zijn discipelen over een geestelijke reis die hij zal maken, en dat hij van deze wereld zal vertrekken, maar zij begrijpen hem niet, en Thomas vroeg hem om een uitleg en zeide:
5 Thomas zeide tot Hem: Heere, wij weten niet, waar Gij heengaat; en hoe kunnen wij den weg weten? 6 Jezus zeide tot hem: Ik ben de Weg, en de Waarheid, en het Leven. Niemand komt tot den Vader, dan door Mij.
Wat bedoelt Jezus hiermee? Niemand zal het Paradijs betreden door mijn leer te volgen alleen. Hij zei dat duidelijk in het volgende vers:
23 Jezus antwoordde en zeide tot hem: Zo iemand Mij liefheeft, die zal Mijn woord bewaren; en Mijn Vader zal hem liefhebben, en Wij zullen tot hem komen, en zullen woning bij hem maken. Johannes 14:23
Hij gaat verder met uitleg voor zijn geestelijke reis.
7 Indien gijlieden Mij gekend hadt, zo zoudt gij ook Mijn Vader gekend hebben; en van nu kent gij Hem, en hebt Hem gezien.
Dat is blijkt boven het begrip van Filippus, een van de discipelen, te liggen.
8 Filippus zeide tot Hem: Heere, toon ons den Vader, en het is ons genoeg.9 Jezus zeide tot hem: Ben Ik zo langen tijd met ulieden, en hebt gij Mij niet gekend, Filippus? Die Mij gezien heeft, die heeft den Vader gezien; en hoe zegt gij: Toon ons den Vader? 10 Gelooft gij niet, dat Ik in den Vader ben, en de Vader in Mij is? De woorden, die Ik tot ulieden spreek, spreek Ik van Mijzelven niet, maar de Vader, Die in Mij blijft, Dezelve doet de werken. 11 Gelooft Mij, dat Ik in den Vader ben en de Vader in Mij is; en indien niet, zo gelooft Mij om de werken zelve. Johannes 14:1-11.
Jezus smeekt zijn discipelen om in hem te geloven dat hij het werk die hij deed van Gods kracht is en dat de wonderen en tekenen die hij verrichtte van God afkomstig zijn. Lees wat Petrus hierover zei:
22 Gij Israëlietische mannen, hoort deze woorden: Jezus den Nazarener, een Man van God, onder ulieden betoond door krachten, en wonderen, en tekenen, die God door Hem gedaan heeft, in het midden van u, gelijk ook gijzelven weet; Handeingen 2:22.
Jezus verspreid zijn soldaten
Zet Jezus zijn strijd voort of gaat hij bidden voor zijn vijanden?
1 Jezus, dit gezegd hebbende, ging uit met Zijn discipelen over de beek Kedron, waar een hof was, in welken Hij ging, en Zijn discipelen. Johannas 18:1.
En hij ging met zijn soldaten Gethsemane. Hier was hij niet voor zijn plezier, maar om zich te voorbereiden op wat de joden voor hem gepland hebben. Wat heeft nu Jezus veranderd, heeft hij niet gezegd: "Wie u op de rechterwang slaat, keert hem ook de andere toe". Heeft hij niet gezegd: "Bidt voor degenen, die u geweld doen". Dat lees je in Mattheüs 5:39/44.
39 Maar Ik zeg u, dat gij den boze niet wederstaat; maar, zo wie u op de rechterwang slaat, keert hem ook de andere toe. Mattheus 5:39
44 Maar Ik zeg u: Hebt uw vijanden lief; zegent ze, die u vervloeken; doet wel dengenen, die u haten; en bidt voor degenen, die u geweld doen, en die u vervolgen. Mattheus 5:44.
Maar wij zien nu dat Jezus voor de oorlog gekozen heeft, en hij is hier voor aan het voorbereiden, niet zijn vijanden te zegenen of voor hen te bidden: nee kijk maar wat hij zegt tegen zijn discipelen:
Als Ik u uitzond, zonder buidel, en male, en schoenen, heeft u ook iets ontbroken? En zij zeiden: Niets. Hij zeide dan tot hen: Maar nu, wie een buidel heeft, die neme hem, desgelijks ook een male; en die geen heeft, die verkope zijn kleed, en kope een zwaard
Jezus zeide tot zijn discipelen: "Zit hier onder tot dat ik gebeden zal hebben’’ En hij nam met zich Petrus, en Jakobus, en Johannes, en begon verbaasd en zeer beangst te worden: Mark- 14:32-33
Jezus smeekte God om bescherming

Waarom was Jezus zeer bedroefd en beangstig?...zoals in marcus 14:34 staat ..... En wat gebeurde op dat moment? En toen zei hij: blijf hier, en waakt''. En waar gaat hij dan heen?
"En weinig voortgegaan zijnde, viel hij op de aarde, en BAD...’’ Matheus 26:39
En een weinig voortgegaan zijnde, viel Hij op Zijn aangezicht, BIDDENDE en zeggende: Mijn Vader, indien het mogelijk is, laat dezen drinkbeker van Mij voorbijgaan! doch niet, gelijk Ik wil, maar gelijk Gij wilt.
En in Lukas 22:41 lezen we:
En Hij scheidde Zich van hen af, omtrent een steenworp; en knielde neder en BAD.
Waarom was hij naar Gethsemane gegaan? Was er geen plek in Jeruzalem om te bidden? Ja zeker wel, maar hij kwam hier niet om te bidden maar om strategische redenen. Hij zou binnenkort aangevallen worden door de joden en had een plek nodig om zich redelijker-wijs te kunnen verdedigen.
We zien dus dat dit blijkbaar geen gewoon gebed is. Er wordt tijdens het gebed duidelijk een zware strijd geleverd. Grote druppels zweet vallen van hem af. We weten dat dit een van de tekenen van een openbaring is. Jezus was verbaasd en beangstigd. Normaal gesproken is een profeet niet erg verbaasd tijdens een openbaring.
Slechts als dit een zeer uitzonderlijk openbaring is. Op dit moment wordt de hemelvaart van Jezus geopenbaard. Wat een grote wonder en hoe uitzonderlijk. Jezus was echt verbaasd en beangstigd over hoe dit dan plaats zou hebben.
Zeggende:’’Vader, of Gij wildet dezen drinkbeker van mij wegnemen, doch niet mijn wil maar de uwe geschiede.’’Luk 22:42.
Jezus vraagt hier om bescherming tegen de joden en krijgt deze ook, hij weet dat God altijd zijn gebeden heeft verhoort, zoals in Johannes 11:42 staat.
Een engel wordt gestuurd met de wonderlijk boodschap. Dat zien we in lukas 22:45 dat zijn soldaten aan het SLAPEN waren van verdriet. Waar kunnen ze dan verdrietig om zijn? Dat staat in Marcus 14:40, iedere keer als hij terug kwam, ziet hij zijn discipelen ‘dood’ van slaap’ terug. Zijn ze dan van verdriet in slaap gevallen? Nee, Allah liet hen speciaal in slaap vallen zodat ze de hemelvaart van Jezus niet mee hoeven te maken, omdat dit zwaar, verdrietig en voor hun moeilijk te bevatten zou zijn. Zo werden ze beschermd.
Want ze zullen het toch niet kunnen begrijpen, en helemaal niet wanneer ze de engelen zouden zien. Als de discipelen Jezus bijna niet konden begrijpen, wat we ook vaak in de Bijbel lezen, hoe zullen zij de gebeurtenissen van de Openbaring van Allah en de engelen en het vertrek van Jezus zien en begrijpen?
Het gebed is verhoord
En van hem werd gezien een ENGEL uit den hemel, die hem versterkt.
En in zwaren strijd zijnde, bad hij te ernstiger. En zijn zweet werd gelijk grote druppelen bloeds die op aarde afliepen. Luk-22:43 ...
God laat zijn boodschapper dus niet in de steek, Hij stuurt Zijn engel om hem te informeren dat zijn gebed is verhoord. Lukas 22:43 zegt dat dit gebeurde om hem te versterken. Hij ging naar zijn discipelen om hen deze blijde tijding te geven, maar zij waren zo diep in de slaap gevallen dat ze niet hem konden horen.
40 En wedergekeerd zijnde, vond Hij hen wederom slapende, want hun ogen waren bezwaard; en zij wisten niet, wat zij Hem antwoorden zouden. 41 En Hij kwam ten derden male, en zeide tot hen: Slaapt nu voort, en rust; het is genoeg, de ure is gekomen; ziet, de Zoon des mensen wordt (NIET?) overgeleverd in de handen der zondaren. Marcus 14:40-41
Want hij zei in zijn gebed:
‘’Abba, Vader, alle dingen zijn U mogelijk; neem dezen drinkbeker van mij weg, doch niet wat ik wil, maar wat Gij wilt. Mark- 14: 36
Allah wil hem dus ten hemel laten gaan en niet uitleveren. Omdat hij afscheid zal nemen van zijn discipelen kan het zijn dat ze verdrietig zulllen worden, want de engel die naar hem gekomen is, heeft ‘m geïnformeerd dat hij weggenomen zal worden. Door wie zal hij ten hemel worden gerezen? Dat kunnen we lezen in Matheus 4:6
Want er is geschreven, dat Hij Zijn engelen van U bevelen zal, en dat zij u op de handel zullen nemen.
Dit is ook de boodschap van de engel die bij Jezus kwam, daarom had Jezus zo verbaasd gereageerd en daarom zei hij toen hij vertrok "slaapt nu voort en rust". Met andere woorden zoals in Johannes (14:1-2):
Uw hart worde niet ontroerd; gij lieden gelooft in God, gelooft ook in mij. In het huis mijns Vader zijn vele woninen; anderszins zo zou ik het u gezegd hebben; Ik ga heen om u plaats te bereiden.
Jezus vertrekt
In johannes 18:1-6 kunnen we lezen:
Judas dan, genomen hebbende krijgsknechten en enige dienaars van de overpriesters en Farizeen, kwam aldaar met lantaarnen, fakkelen en wapens. Jezus dan, wetende alles, wat hem over komen zou, ging uit, en zeide tot hem: Wien zoekt gij? Zijn antwoordden hem: Jezus de Nazerener. Jezus zeide tot hen: Ik ben het. En Judas die hem veraadde, stond ook bij hen. Als hij dan tot hen zeide: ik ben het; gingen zij achterwaarts, en vielen ter aarde.
Juist op dit moment werd Jezus opgenomen in de Hemel. Toen hij dus opgenomen werd door God, hebben noch zijn discipelen, noch zijn vijanden het voorval gezien. De situatie van Jezus zou zich ontwikkelen zoals die van de profeet Lot. De engelen hadden hen blind gemaakt, zodoende werd Jezus beschermd tegen zijn vijanden. Ze konden hem dus niet zien. Genisis vertelt ons het verhaal van Lot. Lees maar.....
De mannen die bij de ingang van het huis waren, sloegen zij (de engelen) echter met blindheid, van de kleinste tot de grootste, zodat zij zich afmatten bij hun pogingen de ingang te vinden. Genesis (19:11):
Hier staat duidelijk hoe Allah Zijn profeten beschermd in sommige situaties. We weten ook hoe de profeet Mohammed (vzmh) toen de Mekkanen zijn huis omsingeld hadden en hij tussen ze in kon lopen nadat ze verblind waren door Allah’s toedoen. In soerat Ya Seen staat hier het volgende over.....

) وَجَعَلْنَا مِن بَيْنِ أَيْدِيهِمْ سَدًّا وَمِنْ خَلْفِهِمْ سَدًّا فَأَغْشَيْنَاهُمْ فَهُمْ لاَ يُبْصِرُونَ(

Wij hebben om hun hals ijzeren banden gelegd die tot aan hun kin reiken, zodat hun hoofd omhoog geheven blijft. En Wij hebben een hinderpaal vóór hen en een hinderpaal achter hen geplaatst en Wij hebben hen gesluierd, zodat zij niet kunnen zien. (Koran 36:8-9).
Judas is opgepakt
Als Jezus er niet meer was, wie werd er dan opgepakt? Op het moment dat de soldaten binnen vielen kreeg Judas het uiterlijk van Jezus (vzhm). Toen de bende krijgsknechten en enige dienaars van de overpriesters en farizeen, wakker werden namen ze Judas mee die op Jezus leek.
Om ‘Jezus’ te kunnen kruisigen was een rechtzaak nodig met bewijslast. Zoals te verwachten was er niemand om tegen de profeet van God te getuigen. Er was dus een truc nodig. De joden zochten valse getuigen tegen ‘Jezus’ (beter gezegd Judas), opdat zij hem doden konden. Matheus (26:59-64):
59 En de overpriesters, en de ouderlingen, en de gehele grote raad zochten valse getuigenis tegen Jezus, opdat zij Hem doden mochten; en vonden niet.60 En hoewel er vele valse getuigen gekomen waren, zo vonden zij toch niet.61 Maar ten laatste kwamen twee valse getuigen, en zeiden: Deze heeft gezegd: Ik kan den tempel Gods afbreken, en in drie dagen denzelven opbouwen.62 En de hoge-priester, opstaande, zeide tot Hem: Antwoordt Gij niets? Wat getuigen dezen tegen U?63 Doch Jezus zweeg stil. En de hogepriester, antwoordende, zeide tot Hem: Ik bezweer U bij den levenden God, dat Gij ons zegt, of Gij zijt de Christus, de Zoon van God? 64 Jezus zeide tot hem:Gij hebt het gezegd. Doch Ik zeg ulieden: Van nu aan zult gij zien den Zoon des mensen, zittende ter rechter hand der kracht Gods, en komende op de wolken des hemels.. 65 Toen ver-scheurde de hogepriester zijn klederen, zeggende: Hij heeft God gelasterd, wat hebben wij nog getuigen van nodig? Ziet, nu hebt gij Zijn gods lastering gehoord. 66 Wat dunkt ulieden? En zij, antwoordende, zeiden: Hij is des doods schuldig.
Zou het bij Jezus passen om deze vernedering mee te maken? Wie was groter Lot of Jezus (vzmh). Het anwoord zal ongetwijfeld Jezus zijn. Maar hoe kon Lot wel hulp van de engelen krijgen zonder zelfs tot God te bidden zoals in het onderstaande vers staat:
De mannen die bij de ingang van het huis waren, sloegen zij (de engelen) echter met blindheid, van de kleinste tot de grootste, zodat zij zich afmatten bij hun pogingen de ingang te vinden. Genesis 19:11.
En hetzelfde gebeurde bij de profeet Elias (vzmh). Lees maar..............................
15 En de dienaar van den man Gods stond zeer vroeg op, en ging uit; en ziet, een heir omringde de stad met paarden en wagenen. Toen zeide zijn jongen tot hem: Ach, mijn heer, hoe zullen wij doen. 16 En hij zeide: Vrees niet; want die bij ons zijn, zijn meer, dan die bij hen zijn. 17 En Elisa bad, en zeide: HEERE, open toch zijn ogen, dat hij zie! En de HEERE opende de ogen van den jongen, dat hij zag; en ziet, de berg was vol vurige paarden en wagenen rondom Elisa. 18 Als zij nu tot hem afkwamen, bad Elisa tot den HEERE, en zeide: Sla toch dit volk met verblindheden. En Hij sloeg hen met verblindheden, naar het woord van Elisa. 2e Koningen 6:15-18.
Maar wat verandert Jezus van dappere naar een laffe ‘Jezus’? Lees maar deze verzen uit Mattheus. Wat een vernedering zou ‘Jezus’ mee gemaakt hebben.
67 Toen spuwden zij in Zijn aangezicht, en sloegen Hem met vuisten. 68 En anderen gaven Hem kinnebakslagen, zeggende: Profeteer ons, Christus, wie is het, die U geslagen heeft? Mattheus 26:67-68.
Deze tekst is heel belangrijk, dus denk goed na; gisteren was Jezus een gevaarlijke leeuw die wapens verzamelde en bereid was om te vechten en vandaag kan hij geen antwoord geven en zwijgt. Nee, precies zoals Allah zegt: zij zijn hier omtrent in verwarring.

)وَإِنَّ الَّذِينَ اخْتَلَفُواْ فِيهِ لَفِي شَكٍّ مِّنْهُ مَا لَهُم بِهِ مِنْ عِلْمٍ إِلاَّ اتِّبَاعَ الظَّنِّ وَمَا قَتَلُوهُ ُ يَقِينًا(
Die hierover van mening verschilden zijn zeker in twijfel, zij hebben er geen kennis van doch volgen slechts een vermoeden en zij doodden hem gewis niet, (Koran 4:158)
Deze verwarring zien we precies gebeuren in Johannas 18:6, wanneer Judas de soldaten van de priesters naar zijn meester leidde om hem te verraden voor 30 zilverstukken: gingen zij achterwaarts, en vielen ter aarde.
Waarom vielen ze ter aarde? Zodat zij Jezus niet konden zien? Veel profeten kregen zulke wonderen. Waarom zou dat niet voor Jezus gelden? Heeft Jezus ook z’n wonder gekregen? Lees de onderstaande verzen maar.................
15 En de dienaar van den man Gods stond zeer vroeg op, en ging uit; en ziet, een heir omringde de stad met paarden en wagenen. Toen zeide zijn jongen tot hem: Ach, mijn heer, hoe zullen wij doen. 16 En hij zeide: Vrees niet; want die bij ons zijn, zijn meer, dan die bij hen zijn. 17 En Elisa bad, en zeide: HEERE, open toch zijn ogen, dat hij zie! En de HEERE opende de ogen van den jongen, dat hij zag; en ziet, de berg was vol vurige paarden en wagenen rondom Elisa. 18 Als zij nu tot hem afkwamen, bad Elisa tot den HEERE, en zeide: Sla toch dit volk met verblindheden. En Hij sloeg hen met verblindheden, naar het woord van Elisa. 2e Koningen 6
Top of Form
3 Judas dan, genomen hebbende de bende krijgsknechten en enige dienaars van de overpriesters en Farizeën, kwam aldaar met lantaarnen, en fakkelen, en wapenen. 4 Jezus dan, wetende alles, wat over Hem komen zou, ging uit, en zeide tot hen: Wien zoekt gij? 5 Zij antwoordden Hem: Jezus den Nazarener. Jezus zeide tot hen: Ik ben het. En Judas, die Hem verried, stond ook bij hen.6 Als Hij dan tot hen zeide: Ik ben het; gingen zij achterwaarts, en vielen ter aarde. Johannes 18:3-6
Hier zien we een strijdvaardige Jezus, die zich durft te verweren. Zeker geen stille man die een kans voorbij zou laten gaan zonder het woord van God te verspreiden. Het volgende geval is zelfs nog onwaarschijnlijker. De volgende tekst gaat namelijk over de ontmoeting tussen koning Herodus, een man die bekend stond om zijn bewondering voor Jezus. In Lukas (24:8-11) staat:
8 En als Herodes Jezus zag, werd hij zeer verblijd; want hij was van over lang begerig geweest Hem te zien, omdat hij veel van Hem hoorde; en hoopte enig teken te zien, dat van Hem gedaan zou worden. 9 En hij vraagde Hem met vele woorden; doch Hij antwoordde hem niets. 10 En de overpriesters en de Schrift-geleerden stonden, en beschuldigden Hem heftiglijk. 11 En Herodes met zijn krijgslieden Hem veracht en bespot hebbende, deed Hem een blinkend kleed aan, en zond Hem weder tot Pilatus.
Is dit nou met ‘Jezus’ of met Judas gebeurd??? Waarom zegt ‘Jezus’ Gij hebt het gezegd? Wil hij misschien daarmee zeggen `dat degene die jullie zoeken al is vertrokken`? Want hij zegt jullie zullen hem nog zien op de wolken van de hemel.
Judas is nu in handen van de priesters, hij probeerde van alles te zeggen maar de priesters geloofden hem niet, de priesrers vroegen hem Zijt Gij de Christus? zeg het ons.’Jezus’ antwoorde Indien Ik het u zeg, gij zult het niet geloven; Lukas 22:67 dus het heeft geen zin om te zeggen dat hij Judas was. Ze vroegen hem nog Zijt Gij dan de Zoon Gods? En Hij zeide tot hen: Gij zegt, dat Ik het ben. Lukas 22:70. Judas wil nog zoveel zeggen en vragen, maar wie gelooft hem, hij zag er precies uit als Jezus. Hij zei En indien Ik ook vraag, gij zult Mij niet antwoorden, of loslaten; Lukas 22:68
63 En de mannen, die Jezus hielden, bespotten Hem, en sloegen Hem. 64 En als zij Hem overdekt hadden, sloegen zij Hem op het aangezicht, en vraagden Hem, zeggende: Profeteer, wie het is, die U geslagen heeft? 65 En vele andere dingen zeiden zij tegen Hem, lasterende. 66 En als het dag geworden was, vergaderden de ouderlingen des volks, en de overpriesters en Schriftgeleerden, en brachten Hem in hun raad, 67 Zeggende: Zijt Gij de Christus, zeg het ons. En Hij zeide tot hen: Indien Ik het u zeg, gij zult het niet geloven; 68 En indien Ik ook vraag, gij zult Mij niet antwoorden, of loslaten; 69 Van nu aan zal de Zoon des mensen gezeten zijn aan de rechter hand der kracht Gods. 70 En zij zeiden allen: Zijt Gij dan de Zoon Gods? En Hij zeide tot hen: Gij zegt dat Ik het ben. 71 En zij zeiden: Wat hebben wij nog getuigenis van node? Want wij zelven hebben het uit Zijn mond gehoord. (Lukas 22:63-71)
Ze hebben geen getuigen meer nodig. Hij ontkent duidelijk dat hij Jezus was.........