woensdag 25 maart 2009

Achttien adviezen Voor het kwijtschelden van zonden

Alle lof zij Allah, de Heer der werelden en zegeningen en vrede zij met onze Profeet, de beste der Profeten en Boodschappers.

Voorts, dit is een verhandeling die bedoeld is voor iedere moslim die Allah aanbidt en die niets of niemand als deelgenoot aan Hem toekent. Want het grootste doel van iedere moslim is om dit wereldse leven te verlaten, terwijl Allah al zijn zonden heeft vergeven, zodat hij daarover op de Dag der Opstanding niet door Allah gevraagd wordt en zodat Allah hem het Paradijs laat betreden, waar hij eeuwig zal verblijven en er dus nooit uitkomt.

In deze korte verhandeling willen wij je graag herinneren aan een aantal daden die jouw zonden doen kwijtschelden en waarmee je de geweldige beloning kan verkrijgen, welke daden voortvloeien uit de authentieke overleveringen van de profeet (vrede zij met hem). Moge Allah, de Levende, de Standvastige, de Enige Ware God onze daden aanvaarden, waarlijk Hij is de Allerhorende, de Alwetende.

Berouw tonen (Tauwbah)

De Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) zei: “Wie berouw toont, voordat de zon uit het westen opkomt, Allah zal zijn berouw accepteren.”
(Moeslim)

Ook zei hij (vrede zij met hem): “Waarlijk, Allah accepteert het berouw van een dienaar zolang hij nog niet (al stervend met zijn ziel) heeft gegorgeld.”

Het vergaren van kennis

De Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) zei: “Wie een weg inslaat, zoekende naar kennis, Allah vergemakkelijkt voor hem de weg naar het Paradijs.”
(Moeslim)

Het gedenken van Allah, de Verhevene

De Profeet (vrede zij met hem) zei: “Zal ik jullie informeren over jullie beste daden, welke de reinste bij jullie Heerser zijn, welke jullie het meest in rang zullen verheffen, welke beter voor jullie zijn dan het uitgeven van goud en zilver en welke beter voor jullie zijn dan dat jullie je vijand ontmoeten, waarna jullie hun nekken eraf slaan en zij jullie nekken eraf slaan?” Zij (de metgezellen) zeiden: “Jazeker!” Hij (vrede zij met hem) zei: “Het gedenken van Allah, de Verhevene.”
(at-Tirmidhi)

Het goede doen voor anderen en hen naar het goede leiden

De Profeet (vrede zij met hem) zei: “Elke deugd is liefdadigheid en wie naar het goede leidt is gelijk (qua beloning) aan de verrichter ervan.”
(al-Boekhaari en Moeslim)

De gunst van het uitnodigen tot Allah

De Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) zei: “Wie uitnodigt naar (de ware) leiding, voor hem zal de beloning gelijk zijn aan de (totale) beloningen van degenen die hem opvolgen zonder dat dit iets van hun (degene die hem volgen) beloningen vermindert.”
(Moeslim)

Het aansporen tot het goede en het verbieden van het verwerpelijke

De Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) zei: “Wie van jullie een verwerpelijke (zaak) ziet, dient dit met zijn handen te veranderen (in het goede). Als hij daartoe niet in staat is, dan met zijn tong, en als hij daartoe niet in staat is, dan met zijn hart (innerlijk). Dat (laatste) is de zwakste (vorm van het) geloof.”
(Moeslim)

Het nadenken over en het reciteren van de Edele Koran

De Profeet (vrede zij met hem) zei: “Leest de Koran, want hij zal op de Dag der Opstanding een bemiddelaar zijn voor de zijne.”
(Moeslim)

Onderwijs volgen in de Koran(wetenschappen) en het onderwijzen ervan

De Profeet (vrede zij met hem) zei: “De beste onder jullie is degene die onderwijs volgt in de Koran en Hem (aan anderen) onderwijst.”
(al-Boekhaari)

Het geven van de Salaamgroet

De Profeet (vrede zij met hem) zei: “Jullie zullen het Paradijs niet binnentreden totdat jullie geloven en jullie zullen niet geloven totdat jullie elkaar liefhebben. Zal ik jullie op iets wijzen waardoor het verrichten ervan, jullie elkaar zal doen liefhebben; begroet elkaar zo vaak mogelijk met de salaamgroet.”
(Moeslim)

Houden omwille van Allah

De Profeet (vrede zij met hem) zei: “Allah, de Verhevene, zal op Dag der Opstanding zeggen: ,,Waar zijn degenen die van elkaar omwille van Mijn Excellentie hielden. Vandaag zal Ik hen overschaduwen met Mijn Schaduw, de dag waarop er geen schaduw is, behalve Mijn Schaduw.”
(Moeslim)

Het bezoeken van de zieke

De Profeet (vrede zij met hem) zei: “Geen moslim zal een zieke moslim tijdens de ochtend bezoeken of er zullen zeventig Engelen voor hem bidden totdat de avond aanbreekt. En als hij in de avond teruggaat, dan zullen zeventig Engelen voor hem bidden totdat de ochtend aanbreekt. En daarnaast krijgt hij een boomgaard in het Paradijs.”
(at-Tirmidhi)

Het helpen van mensen bij het aflossen van hun schulden

De Profeet (vrede zij met hem) zei: “Wie de schuldlast van een persoon verlicht, Allah zal het hem het gemakkelijk maken in het wereldse leven en in het Hiernamaals.”
(Moeslim)

Het geheimhouden van de misstappen van een moslim

De Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) zei: “Geen dienaar zal (de misstappen van een andere) dienaar geheimhouden in het wereldse leven, of Allah zal (zijn misstappen) geheimhouden op de Dag der Opstanding.”
(Moeslim)

Het onderhouden van de contacten met verwanten

De Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) zei: “De banden van verwantschap zijn nauw verweven (met de Genadevolle). Wie deze (banden) onderhoudt, Ik zal met hem contact onderhouden. En wie deze verbreekt, Ik verbreek (het contact) met hem.”
(al-Boekhaari en Moeslim)
De beste gedragscode tonen

De Profeet (vrede zij met hem) werd gevraagd over datgene wat de mensen het meest het Paradijs doet binnentreden. Daarop antwoordde hij (vrede zij met hem): ,,De vrees voor Allah en de goede gedragscode.”
(at-Tirmidhi)

Het spreken van de waarheid

De Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) zei: “Houdt jullie aan (het spreken van) de waarheid, want (het spreken van) de waarheid leidt naar het goede en het goede leidt naar het Paradijs.”
(al-Boekhaari en Moeslim)

Het bedwingen van de woede

De Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) zei: “Wie zijn woede bedwingt terwijl hij in staat is deze te uiten, Allah zal hem op de Dag der Opstanding roepen ten overstaan van (al) de schepselen, zodat Hij hem laat kiezen uit de ‘Hor-oel cAyn’ (vrouwen van het Paradijs), wie hij maar wil.”
(at-Tirmidhi)

18. Boetedoening na afloop van een bijeenkomst[1]

De Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) zei: “Wie in een bijeenkomst zit, waarbij hij zich veel in nutteloos gepraat mengt en vervolgens voordat hij de bijeenkomst verlaat, (het volgende) zegt: “Soebhaanak Allahoemma wa bihamdik, ashhadoe an laa illaaha illa anta, astaghfiroeka wa atoeboe ilayk.” (vertaling: “O Allah, Verheven bent U en alle lof komt U toe. Ik getuig dat niets of niemand het recht heeft aanbeden te worden, behalve U. Ik vraag U om vergiffenis en toon berouw aan U.”) Dan wordt hem vergeven wat zich in die bijeenkomst afspeelde.”



[1] De bijeenkomst is hier elke vorm van samenkomen tussen de mensen

zondag 22 maart 2009

gedicht: opzoek naar een antwoord

Op zoek naar een antwoord..
onzeker wat de vraag is
een vaag gevoel
alsof ik constant iets mis..
dat eeuwige vraagteken
een knagend gevoel
op zoek naar de waarheid
op zoek naar een doel
niet wetende waar te zoeken
een onzeker pad
geen vinger om me te wijzen
gevoelsmatig staan,
aan de rand van een zwart gat..

een klein lichtpuntje
in de vorm van een boek
ik denk dat ik heb gevonden
wat ik zoek
zwart wordt wit
het vraagteken verdwijnt
donker wordt licht
de waarheid verschijnt
weg is het vage gevoel
zo helder als water is nu mijn doel
ik wacht met trots op die naderende dag
wanneer ik mijzelf moslima noemen mag..

Van Shaytan's misleidingen: Naar extremen gaan

Door: Ibn al-Qayyim al Jawziyyah
Bron: ‘Al-Waabil al-Sayib’, pagina 19

Allaah beveelt nooit iets of de Satan neemt daartegen twee tegengestelde houdingen aan: ofwel tekortkoming en achteloosheid ofwel overijverigheid en overdrijving. Het maakt [hem] niet uit via welke van deze twee fouten hij het wint van de dienaar. Hij komt naar het hart van de dienaar en onderzoekt deze.

Als hij hierin lusteloosheid en ‘het zoeken naar uitweggetjes’ vindt, dan pakt hij hem via dit voordeel. Hij belemmert hem en zorgt ervoor dat hij gaat zitten. Hij treft hem met luiheid, lusteloosheid en sloomheid. Hij opent voor hem de deur naar herinterpretaties (ta'weel), hoop enzovoorts totdat de dienaar misschien aan geen enkel bevel gehoor meer geeft.

Als hij in het hart van de dienaar alertheid, serieusheid, een verlangen om te werken en potentie aantreft, dan onthoudt de Shaytan zich van het aanvallen via de manieren hierboven. In plaats daarvan beveelt hij hem om zich nog harder in te spannen. Hij overtuigt hem dat hetgeen hij doet niet voldoende voor hem is. Zijn ambitie moet groter zijn dan dat. Hij moet harder werken dan de andere mensen die werken. Hij zou niet moeten slapen wanner zij slapen. Hij zou zijn vasten niet moeten breken wanneer zij hun vasten breken. Hij zou niet moeten rusten wanneer zij rusten. Als iemand van hen zijn handen en gezicht drie keer wast, dan zou hij deze zeven keer moeten wassen. Als iemand de wudhu (rituele wassing) doet voor het gebed, dan moet hij de ghusl (rituele bad) doen. [Hij beveelt hem om] soortgelijke daden van overdrijving en extremen te doen. Hij zorgt ervoor dat hij naar extremen gaat en buiten de grenzen treedt. Hij doet hem op dezelfde manier afdwalen van het rechte pad als dat hij de eerste persoon (boven beschreven) doet afwijken van het rechte pad en ervoor zorgt dat hij niet dichterbij dit pad kan komen.

Shaytan’s intentie voor beiden is om hen van het rechte pad af te houden: de eerste door hem niet dichtbij of in de buurt hiervan te laten komen en de tweede door hem het te laten passeren en eraan voorbij te laten gaan. Velen van de schepping worden misleid door deze twee strategieën. Er is geen ontsnappen aan behalve door een diepe kennis, geloof en de kracht om de Satan te bevechten en op het middelste pad (de middenweg) te blijven.

mooie woorden

Ibnoel-Qayyim zei: “Als de dienaar zou beseffen dat de gunsten die Allah hem geeft door middel van de testen die hij ondergaat niet onderdoen tegenover de gunsten die hij krijgt door middel van tijden van voorspoed, dan zouden zijn hart en tong zich enkel en alleen met dankbetuiging bezighouden.” (Tarieqoel-Hidjratayn)

Sommigen van de geleerden hebben gezegd: “Het is ons geliefder dat Allah ons gunsten geeft door onze wereldlijke zaken te ontnemen, dan dat Hij ons gunsten geeft door ons wereldlijke zaken te geven, aangezien Allah ook niet het wereldlijke leven voor Zijn profeten wilde. Dus, is het mij geliefder om mij in een situatie te bevinden die Allah wilde voor Zijn profeet, dan mij in een situatie te bevinden die Allah niet voor Zijn profeet wilde!” (‘Oedatoes-sabirien)

Soefyan Ath-thawrie heeft gezegd: “Het weerhouden van Allah is in werkelijkheid geven, omdat Hij niet iets weerhoudt uit gierigheid, of omdat Hij iets niet bezit. Maar Hij kijkt naar datgene wat het beste is voor Zijn moslimdienaar... zodoende kiest Hij op welk moment weerhouden beter is, nadat Hij naar de toestand van Zijn dienaar gekeken heeft.”

Ibnoel-Qayyim zegt, nadat hij de woorden van Soefyan vermeldt: “En het is inderdaad zoals hij gezegd heeft, want Allah wil enkel het goede voor de ware gelovige. Allah geeft aan deze dienaar, terwijl Hij je van zaken ontzegt. En Hij geeft gunsten, terwijl Hij je test. Zijn testen zijn een genezing, ook al lijken zij uiterlijk gezien op een ziekte.
Doch, uit onwetendheid denkt de dienaar dat gunsten zich enkel bevinden in voorspoed en gezondheid, en dat ze enkel zaken zijn die hij aangenaam vindt. Maar als deze dienaar kennis zou bezitten, dan zou hij beseffen dat Allah hem gunsten geeft wanneer Hij hem van iets ontzegt. En dan zou hij beseffen dat de testen een barmhartigheid zijn. Zodoende zou hij meer genieten van de testen dan van tijden van voorspoed, en zou hij meer van armoede genieten dan van rijkdom, en dan zou hij Allah dankbaarder zijn in tijden waarin hij weinig bezit dan in tijden waarin hij veel bezit!... En zo waren de voorgangers! De intelligente persoon is dus degene die tijden van tegenspoed als een genezing, een weerhouding als een gift en armoede als rijkdom beschouwt. De slimme is dus degene die beseft dat de meeste gunsten zich bevinden in de zaken die Allah hem geeft waar hij niet van houdt.” (Al-Madaridj)

Ibnoe Taymiyyah zegt: “Als men zegt dat iets een test en tegelijkertijd een gunst kan zijn, dan spreekt dit mekaar niet tegen. Wanneer men kijkt naar de manier waarop dit plaatsvindt, dan kan men zeggen dat het een rampspoed is. Maar als men naar het eindresulaat kijkt, dan zal men merken dat dit een barmhartigheid was. En dit is zoals een zieke die een medicijn drinkt dat hij niet lekker vindt, terwijl het een gunst is aangezien het de ziekte geneest...” (Tasliyatoe ahloel masaa-ib)

En hij zegt ook: “Wanneer de mens iets overkomt dat hem verblijdt, dan is dit een duidelijke gunst. En wanneer het iets is dat hem niet verblijdt, dan is dit ook een gunst, omdat het zijn fouten en zonden uitwist. Hij zal beloond worden als hij hier geduldig in is, en ook omdat hier een wijsheid achter schuilt waar hij niet van op de hoogte is.” (‘Oedatoes-sabirien)

Het is overleverd door Anas (radiya Allahu anhu) dat de Profeet zei:

“Een ieder die het Hiernamaals als zijn grootste zorg heeft, Allah zal zijn hart vullen met een gevoel van rijkdom en onafhankelijkheid; hij zal gefocust zijn en zich tevreden voelen, en deze wereld zal in weerwil daarvan naar hem toe komen. Een ieder die deze wereld als zijn grootste zorg heeft, Allah zal ervoor zorgen dat hij constant angst voor armoede voelt; hij zal verward en ongeconcentreerd zijn, en hij zal niets van deze wereld bezitten behalve wat al voor hem is voorbestemd.”

Wanneer je je zwak voelt of verdrietig, nader dan Allah Subhana wa Ta’Ala aan het einde van de nacht wanneer je je tot hem wendt in jouw gebed.

Hij is immers Degene die zegt: “Wie smeekt mij, zodat ik hem mag antwoorden? Wie vraagt van Mij iets, zodat Ik hem dat kan geven? Wie zoekt vergiffenis van Mij, zodat ik hem kan vergeven?”

maandag 16 maart 2009

“Broederschap: een vaak verkeerd toegepast begrip”

بسم الله الرحمن الرحيم
الحمد لله و الصلاة و السلام على رسول الله وعلى آله و صحبه ومن والاه... وبعد


Het klinkt zo simpel wanneer men vraagt naar de betekenis van het woord broederschap. Echter, als we om ons heen kijken naar de toepassing ervan dan kunnen wij niks anders concluderen dan dat er van het broederschap, op de manier dat het aan ons is overgeleverd in de Qor’aan en gepraktiseerd is door onze Profeet Mohammed , bar weinig van terecht komt. Moslimbroeders op straat die elkaar de ergste ziektes toewensen en met elkaar de strijd aangaan (lees ‘vechten’) om onbelangrijke dingen en daarnaast ook nog andere moslimbroeders hierbij betrekken. Om maar niet te beginnen over de verschillende vormen van jaloezie die zich voordoen wanneer ze een moslimbroeder zien die het gemaakt heeft in deze kapitalistisch ingestelde samenleving.

Juist wanneer het de tijd is om ons te verenigen en samen sterk te staan en te laten zien wat voor een prachtige godsdienst de Islaam wel niet is, zijn sommige moslims binnen onze ‘Oemma bezig met het tegenovergestelde. Bepaalde moslims zijn bezig met elkaar te wedijveren i.p.v. elkaar toe te wensen wat zij zichzelf wensen, elkaar te benijden i.p.v. elkaar telkens te groeten wanneer ze elkaar tegenkomen en elkaar te haten i.p.v. elkaar lief te hebben omwille van Allah . Om meer duidelijkheid te geven over de manier waarop men zich juist wel hoort te gedragen halen we graag de volgende Hadith aan:

Aboe Hoerayrah zei:De Profeet heeft gezegd
“Benijdt elkaar niet. Biedt niet tegen elkaar op. Haat elkaar niet. Wendt jullie niet af van elkaar. Verkoopt niet ten laste van elkaar. Wees dienaren van Allaah als broeders. De moslim is de broeder van de andere moslim. Hij doet hem geen onrecht aan, laat hem niet in de steek, lieg hem niet voor en veracht hem niet. Godsvrees bevindt zich hier - hij wees tot drie keer toe naar zijn borst. Het is erg genoeg voor iemand om zijn moslimbroeder te verachten. Alles van een moslim is onschendbaar voor een andere moslim: zijn bloed, zijn bezitting en zijn eer.” (Overgeleverd door Moeslim)

Kortom, wens elkaar hetgeen wat je ook jezelf toewenst, want zolang je dat niet doet, zul je, zoals de Profeet Mohammed heeft gezegd, niet over het volledige geloof beschikken.

En moge Allah ons leiden naar het Rechte Pad.

A. El Maghreby

Zorg voor jezelf

1. Wees bezig met en voor jezelf

'Aasim al-A7wal vertelde dat Fudayl ar-Riqaashi tegen hem zei: “O jij, laat de veelheid aan mensen jou niet bezighouden, waardoor je niet met jezelf bezig bent, want de zaak zal aan jou overgelaten worden en niet aan hen*. Zeg niet: “Ik zal hiernaartoe en daarnaartoe gaan”, waardoor jouw hele dag van jou weggaat, want alles wordt voor jou onthouden. Zie niets als beter om naar op zoek te gaan of makkelijker om te bereiken dan een nieuwe, goede daad ter compensatie van een oude, slechte daad.”

*Hiermee bedoelde hij hoogstwaarschijnlijk dat jij de enige bent die uiteindelijk verantwoording zal af moeten leggen voor je daden.


2. Zorg ervoor dat je erop vooruit gaat

En al-Hadjaadj ibn Mohammad vertelde dat Khaalid al-Ahmar hem een brief schreef, waarin hij zei: “De ware oprechten waren gewoon om zich te schamen bij Allah als hun dag hetzelfde was als de dag ervoor.”*
*Dat wil zeggen: als ze vandaag niet méér goede daden hadden verricht dan gisteren.


3. Zeg niet 'ik zal doen', maar zeg 'ik doe'

'Ikrimah heeft gezegd over de volgende Uitspraak van Allah: “En zij uiten gissingen over het onwaarneembare van een verre plek.” (Soerat Saba: 53). “Als tegen hen werfd gezegd: Toon berouw, dan zeiden zij: Wij zullen dit nog doen.”*
* Voor hen behoort deze kennis tot het onbekende/onwaarneembare; zij weten immers niet hoe lang ze nog zullen leven, maar speculeren wel over wat zij met deze toekomstige tijd zullen doen.
Over uitstel heeft al-Hassan al-Basri het volgende gezegd: “O jullie jongeren, pas op voor uitstel, het zeggen van: “ik zal het doen.”
En as-Soddi (en na hem al-Imam at-Tabari) heeft gezegd dat met: “En er is een afscheiding gemaakt tussen hen en hetgeen zij verlangen.” (Soerat Saba: 54) hun berouw bedoeld wordt.


Ten slotte hebben sommige wijzen gezegd: “Moge Allah de persoon barmhartig zijn die door advies en herdenking wakker geschud wordt, door levenservaring wijs wordt gemaakt en die door wijze uitspraken wordt opgevoed.”



Bron: 'Qisar al-Amal'
Door: Ibn Abie Donyaa

zondag 15 maart 2009

video: Gelukkigheid der Harten

advies: Wees geen doorgeefluik

Alle lof zij Allah, en gebeden en vrede zij met de Boodschapper van Allah en zijn familie, metgezellen en degenen die hem bijstonden.

Oorspronkelijk is het religieus gezien niet toegestaan om je krenkend en beledigend uit te laten over jouw moslimbroeder of zuster. Eenieder die dus enige binding voelt met dit geloof van ons zal zich moeten onthouden van het schenden van iemands geloof, bloed, bezit, komaf en eer. En oorspronkelijk dienen wij ervan uit te gaan dat iedere moslim oprecht is in zijn bedoelingen. Wij kunnen hem niet slechts op basis van vermoedens en twijfels beschuldigen van allerlei twijfelachtige zaken en dwalingen. Om iemand als dwalende te bestempelen, dienen wij in het bezit te zijn van bewijs dat zo duidelijk is als de zon op een heldere zomerdag. Want nogmaals, een moslim is onschuldig van welke dwaling dan ook, totdat het tegendeel is bewezen. En je bent genoodzaakt alle informatie die tot jou komt en betrekking heeft op anderen te verifiëren. Allah zegt namelijk:

يَا أَيُّهَا الَّذِينَ آمَنُوا إِن جَاءكُمْ فَاسِقٌ بِنَبَأٍ فَتَبَيَّنُوا أَن تُصِيبُوا قَوْماً بِجَهَالَةٍ فَتُصْبِحُوا عَلَى مَا فَعَلْتُمْ نَادِمِينَ

"O jullie die geloven, als een verdorvene met een bericht komt, onderzoekt het dan nauwkeurig, anders treffen jullie uit onwetendheid een volk met een ramp, waarna jullie spijt zouden krijgen van wat jullie deden." (Soerat al-Hudjuraat: 6)

Beste broeders en zusters, een moslim is iemand die gekenmerkt wordt door een grote mate van betrouwbaarheid, oprechtheid en deugdzaamheid. Hij staat het niet toe door anderen te worden misbruikt en als doorgeefluik van alle roddels en belastende praatjes te fungeren. Wees niet één van degenen die hun tong in dienst stellen van het verspreiden van leugens en geruchten en zorg ervoor dat je erkentelijk bent voor de bijdrage die sommige du3aat leveren aan het verspreiden van het woord van Allah. En als het een keer gebeurt dat zo iemand een misstap heeft begaan, dan moet dit ons niet een gevoel van blijdschap geven en aanleiding voor ons zijn om de aanval op deze persoon te openen. Wij moeten juist Allah vragen om deze persoon te leiden.

Beste broeder en zuster, degenen die slecht spreken over hun broeders en zuster of nog erger over de geleerden en du3aat die onderdeel uitmaken van Ahloe as-Soennah wa al-Djamaa3ah en met verwijtende vinger naar hen wijzen, deze mensen hebben zich bewust of onbewust ten dienste gesteld van de shaytaan. Want zij houden de mensen af van het goede, dragen bij aan het verzwakken van de da3wah en zaaien twijfels over de rechtschapenheid van de geleerden en du3aat. En dit zijn ernstige misdrijven. Zouden wij telkens als een geleerde persoon een fout begaat, tegen hem moeten waarschuwen, dan zal er niemand overblijven. Want onschendbaarheid komt alleen profeten toe en niemand anders. Dus iedereen kan fouten maken, behalve profeten. Natuurlijk dient deze fout rechtgezet te worden, maar de mensen mogen niet voor hem gewaarschuwd worden. Dus wees gewaarschuwd en vermijd dit soort zittingen en de daarbij betrokken mensen om daarmee gehoor te geven aan de volgende Woorden van Allah:

وَإِذَا رَأَيْتَ الَّذِينَ يَخُوضُونَ فِي آيَاتِنَا فَأَعْرِضْ عَنْهُمْ حَتَّى يَخُوضُواْ فِي حَدِيثٍ غَيْرِهِ وَإِمَّا يُنسِيَنَّكَ الشَّيْطَانُ فَلاَ تَقْعُدْ بَعْدَ الذِّكْرَى مَعَ الْقَوْمِ الظَّالِمِينَ

"En wanneer jij degenen ziet die beledigend spreken over Onze Verzen, wend je dan van hen af, totdat zij over een ander onderwerp spreken. En indien de shaytaan het jou doet vergeten, zit dan niet, nadat de herinnering (tot jou komt), bij het onrechtvaardige volk." (Soerat al-An3aam: 68)



Uitgetypt advies van Aboe Ismaïl
bron: www.mjede.nl

woensdag 11 maart 2009

flyer: 28/29-03-09 2 daagse conferentie den-Haag





Titel/activiteit: Nederlandstalige conferentie
Spreker: verschillende
Datum: 28-3-2009
Tijdstip: 14:00 uur
Lokatie: Moskee Annour
Adres: De Gaarde
2542 CB
Plaats: Den Haag
Doelgroep: Broeders & Zusters
Voor contact: Zie flyer

dinsdag 10 maart 2009

maandag 9 maart 2009

video: Smeekbede (dua) voor in de ochtend

video: dua after prayer

Het belang van samenwerken.

Allaah, soebhana wa ta’ala, zegt en dit is een interpretatie van de betekenis: “Helpt (of steunt) elkander met het verrichten van het goede en het verkrijgen van godsvrucht. En steunt elkander niet in het begaan van de zonden en de overtreding.” En uit dit vers valt op te maken dat wij, beste mensen, elkaar moeten helpen en steunen in het goede. Dit is namelijk een kenmerk, een eigenschap van de mensen, van degenen die succes zullen kennen in het wereldse leven en in het hiernamaals.

En eenieder van jullie is wel bekend met een prachtig hoofdstuk, soerah al-‘asr, waarin Allaah, soebhana wa ta’ala, zegt: “Bij de tijd.” Allaah, soebhana wa ta’ala, zweert bij de tijd en zegt vervolgens: “Waarlijk, de mens is in verlies. Behalve…” De mens is in verlies, dit zal angst bij ons moeten inboezemen. Dit is niet zomaar iets. Allaah, soebhana wa ta’ala, zegt in eerste instantie: “Iedereen is verlieslijdende.” En God zij dank, Hij maakt daarna een uitzondering. Een uitzondering en zegt: “…Behalve degenen die geloven, goede daden verrichten, elkander aansporen tot de waarheid en elkander aansporen tot geduld.”

Dus uit deze soerah kunnen wij opmaken dat wij verplicht zijn om elkaar te steunen en te helpen en aan te sporen tot de waarheid. Dat is een vereiste beste mensen. En de waarheid voor de duidelijkheid, die beperkt zich tot datgene waarmee de boodschappers zijn gekomen.

Beste broeder en zuster, wij, en dat moeten wij goed beseffen. Wij vormen één lichaam, één bouwwerk, één gemeenschap. Of je het nou wilt of niet, wij zijn één, één geheel, beste mensen. We zijn op elkaar aangewezen. Wij moeten elkaar steunen en helpen.

En natuurlijk heeft de zwakheid zich meester gemaakt van ons allemaal, dat ontken ik niet. Het heeft ons in haar greep. We gaan gebukt onder zwakheid, onder slapte. Dat is een feit. Maar we moeten niet opgeven, het moet geen aanleiding voor ons zijn om te zeggen van: “Wij ondernemen niks, wij kunnen niks maken, wij kunnen niks veranderen aan de situatie,” zoals sommige mensen doen. Dat is niet wenselijk, absoluut niet. Dit (deze situatie) neemt niet weg dat wij alsnog moeten zwoegen en ploeteren om er boven op te komen.

Wij moeten vechten beste mensen. Want, ik ga een voorbeeld geven, door een aantal zwakke touwen aan elkaar vast te knopen kun je alsnog een stevig koord maken. Waar of niet waar? Waar. Ik ben een zwak touw, jij bent een zwak touw, hij is een zwak touw, maar samen vormen wij een stevig koord. En daar moeten wij voor gaan beste mensen, de totstandkoming van welke zaak dan ook behoeft samenwerking. Dat kan niet anders.

En laten wij een voorbeeld nemen, een eenvoudig voorbeeld. Het maken van brood. Heb jij je weleens afgevraagd hoeveel mensen er betrokken zijn bij het maken van brood? Denk maar aan degene die het land bewerkt, bezaaid, besproeit, het graan vervolgens heeft geoogst, vervoerd, gemalen, gekneden, gebakken, verkocht, op tafel heeft neergezet. Zoveel mensen zijn betrokken bij het maken van een brood. Laat staan als het gaat om een zaak van Allaah, soebhana wa ta’ala.

Wat ik wil zeggen is: wij zijn verplicht om elkaar te helpen en te steunen. Het kan niet anders. Wij moeten elkaar helpen in het opvoeden van elkaar. Dat hebben wij nodig. Als je kijkt naar het gedrag van de jongeren vandaag de dag, het gedrag van de moslims, het stelt teleur. We moeten elkaar helpen in het opvoeden van elkaar. In het openen van de ogen, in het bevechten van onrecht, in het benutten van capaciteiten van onze jongeren. Dat is nodig. Vandaar dat Allaah, soebhana wa ta’ala, de gelovigen prijst in de Qor’aan en over hen zegt en dat zijn de ware gelovigen: “De gelovigen, mannen en vrouwen, zijn elkaars bondgenoten…” Wat doen ze? “…ze sporen elkaar aan tot het goede en het verwerpen van het slechte.” Dat is onze taak, beste mensen. Hebben wij dat waargemaakt? Absoluut niet. Als wij kijken naar de omstandigheden van de oemmah, dan beseffen wij dat wij er heel erg aan toe zijn. Kijk hoe laag wij gezonken zijn. Hoe komt dat? Omdat wij geen gemeenschap meer vormen. Het is ikke, ikke en de rest kan stikken, zoals ze zeggen.

En één van de zaken waartoe deze samenwerking, als wij dit weten te bewerkstelligen, kan leiden, als deze natuurlijk op vaste grond staat, is het sterker maken van onze gemeenschap. En iedereen vandaag de dag klaagt over de zwakte van de gemeenschap. Wil je dat verbeteren? Dan kan dat, door samen te werken. Maar ik zei, als je goed hebt geluisterd, als het natuurlijk op vaste grond staat. En wat bedoel ik daarmee, vaste grond? Dan doel ik op zaken zoals onderlinge liefde. Zaken zoals onderlinge liefde, beste mensen. Hiermee, met liefde beste mensen, wist de profeet, vrede zij met hem, vechtende Arabieren tot één geheel samen te smelten. Hiermee liet de profeet, vrede zij met hem, mensen van verschillende komaf en je moet niet vergeten, we hebben het hier over Bilal Al-Habashi, Soehayb Ar-Roemi, Salman Al-Farsi. We hebben het over Hamza Al-Qoeraishi. We hebben het over Moe’aad Al-Ansaari. Van verschillende komaf, maar de profeet, sallallahoe alaihi wa salam, liet deze mensen voor één en hetzelfde doel werken. De profeet, vrede zij met hem, liet middels onderlinge liefde, mensen die in eerste instantie bereid waren elkaars bloed te drinken, liet hen hun leven in de weegschaal stellen om hun broeders te redden.

Kijk naar het effect van liefde, kijk naar het effect van samenwerken. Het is geen vergelijking. Ik wil onszelf niet vergelijken met die tijden. Als ik denk aan sommige overleveringen, als ik aan denk hoe de metgezellen samenwerkten en hoe zij waren, ik schaam me rot.

En ik wil één voorbeeld aanhalen, want ik wil het niet al te lang houden natuurlijk. Eén voorbeeld, beste mensen. Gelet op deze prachtige overlevering die vermeld staat in sahih Moesliem en sahih Boekhaarie. En hij wordt verhaald door niemand minder dan de grote metgezel Abdoe-Rahmaan ibn Awf, radiyallaahoe anhoe. Deze metgezel vertelt dat toen de profeet emigreerde van Mekka naar Medina, wat deed hij als eerste? En zie hier het belang van verbroedering, van samenwerken. Het eerste wat de profeet heeft gedaan is sommige metgezellen uitgeroepen tot broeders. Jij bent de broeder van die en hij is de broeder van die en die is de broeder van die. Dat is het eerste wat hij deed, sallallahoe alaihi wa salam.

En Abdoe-Rahmaan ibn Awf die zegt: “Hij heeft mij en Sad ibn Ar-Rabi’ah tot broeders uitgeroepen.” En je moet je voorstellen, het is de eerste keer dat deze twee mensen elkaar aanzien voor broeder, elkaar beschouwen als broeder. En hij draait zich om, Sad ibn Ar-Rabi’ah, radiyallaahoe anhoe, en hij kijkt naar Abdoe-Rahmaan ibn Awf en zegt tegen hem: “Ik ben degene met het grootste bezit (onder Ansaar)…” en de Ansaar zijn de oorspronkelijke inwoners van Medina. Hij zei: “Ik ben de rijkste man onder hen en ik zal mijn geld verdelen tussen jou en mij.” Jij krijgt de helft van mijn vermogen. Dit is broederschap, beste mensen. De eerste keer. En vervolgens zegt hij, hij gaat verder en dat kun je je bijna niet voorstellen wat deze man gaat zeggen. Hij zegt: “Ik heb twee vrouwen, kijk naar ze, degene die jou behaagt…” of met andere woorden: degene die jij mooi vindt, “…en ik zal dan van haar scheiden en als haar wachtperiode voorbij is, dan mag jij met haar trouwen.”

Als je nu deze mensen met ons vergelijkt, wij kennen niet zoiets als geven. Wij kennen alleen maar aannemen, geef mij. Wij zijn niet eens bereid om een sneetje brood te geven, daar hebben wij moeite mee. En als we geven, weet je wat wij geven? Wij geven gescheld, getier, roddel en achterklap, dat is wat wij geven. Dat hebben wij in overvloed, dat willen wij wel geven. Wil je wat hebben? Gescheld. Wil je wat hebben? Getier. Wil je wat hebben? Geroddel, achterklap. Dat is wat wij kunnen geven.

Beste broeders en zusters, ik wil tegen eenieder zeggen, ik heb een verzoek en ik hoop dat mijn verzoek haar weg naar jullie harten zal vinden. Een verzoek. Laten we het een keertje proberen. Een verzoek aan jullie om jullie harten open te stellen voor jullie broeders en zusters die hier aanwezig zijn of waar dan ook. Open jullie harten voor jullie broeders en zusters. Doe het! Je zult er geen spijt van krijgen, dat kan ik je garanderen. Je zult er een aangenaam gevoel aan over houden. Een gevoel dat jij nog nooit hebt gekend. Doe het! Onderneem het! Geen spijt!

Je kan geen spijt krijgen, want op de dag des oordeels, beste mensen, als djahanam wordt voortgesleept, als djahanam naar voren wordt gebracht. Djahanam, beste mensen. En haar vuur de gezichten verschroeit. Op de dag dat de zon boven de hoofden hangt en de mensen in hun eigen zweet verdrinken. Op de dag dat de schepselen worden omgeven door de engelen, ze kunnen geen kant op, en de pijn ondragelijk is, en de hitte ondragelijk is. Op die dag zal Allaah, soebhana wa ta’ala, spreken en zeggen: “Waar zijn degenen die elkaar liefhebben omwille van Mij?” En dan zullen die mensen naar voren treden, ze zullen naar voren komen, om dan plaats te nemen in een schaduw die Allaah, soebhana wa ta’ala, voor hen gereed heeft gemaakt. Een grote status die te behalen is door wat? Door je broeder of je zuster lief te hebben, daarmee, en niet hem of haar uit te schelden, te schofferen, smadelijk te bejegenen, te slaan. Nee, door van hem te houden, dat is waar het om draait, beste mensen.

“Het zijn slechts de gelovigen die ware broeders van elkaar zijn.” En als jij een verzameling mensen tegenkomt die menen gelovigen te zijn, maar slecht over hun broeders spreken en geen onderlinge liefde kennen, dan kan ik je vertellen dat hun imaan niets waard is. Want dat kan niet, Allaah, soebhana wa ta’ala, zegt: “…zijn ware broeders van elkaar,” ware zusters van elkaar. Dat is waar het om draait, beste mensen.

Probeer het, zoals ik zei. Je zult er geen spijt van krijgen. En probeer het volgende in te beelden. Het volgende in te beelden, wat ik nu ga zeggen. Stel je voor als wij allemaal zouden samenwerken, allemaal. In plaats van elkaar te bevechten, tegen elkaar te strijden, dat wij een keertje opstaan ’s ochtends en zeggen: “We gaan vanaf nu samenwerken.” Stel je voor dat de rijken zich bekommeren over hun arme broeders. Stel je voor dat wij ons sterk maken voor elkaar, voor de zaak van elkaar en dat er geen verdeeldheid meer is. Degene die geen woning heeft, onderdak bieden. Degene die geen voedsel heeft, te eten geven. Degene die ziek is, de beste zorg geven. Degene die niet kan trouwen, aan een vrouw helpen. Degene die het Arabisch niet machtig is, hem daarin onderwijzen. Degene die de Qor’aan wenst te leren, hem daarbij te helpen. Als wij op deze wijze zouden samenwerken, beste mensen, dan zouden alle problemen van onze gemeenschap als sneeuw voor de zon verdwijnen. Dat kan ik je garanderen. En ik vraag Allaah, soebhana wa ta’ala, om deze droom van ons gauw waarheid te maken en ons nader tot elkaar te brengen.



Door: Aboe Ismail

Genomen uit: de lezing ‘Het belang van samenwerken’

Bron: Al-Yaqeen.com

zondag 8 maart 2009

Soorten van diegene die misleid zijn.

Indien hoop niet vergezeld gaat met goede daden, is het een waanidee.

De misleide moslims

Zij zijn degenen die rekenen op Allah´s vergevensgezindheid en zij veronachtzamen het verrichten van rechtschapen daden. Zij zijn misleid met betrekking tot Allah, soebhana wa ta’ala, omdat zij dingen zeggen zoals: ‘Allah is de Vergevensgezinde, de Meest Barmhartige.’ En omdat men dient te hopen op Zijn genade, rekent hij daarom alleen daarop en ziet af van de rechtschapen daden; dit getuigt in feite van iemands hoop op Allah’s genade. In feite is het hopen op Allah’s genade en vergeving een prijzenswaardige eigenschap in het wereldse leven.

Allah’s genade en Zijn overvloedige zegeningen zijn alles omvattend. En Zijn gulheid is grenzeloos. Bovendien getuigen wij dat Hij Een is, zonder deelgenoten, en dus hopen wij op Zijn genade door middel van ons geloof in Hem en door middel van Zijn gulheid en weldadigheid.

Terwijl zij hun hoop vastpinnen op Allah’s genade, zijn deze mensen zich niet bewust van de h’adieth van de Profeet, sallallahoe ‘alaihi wa salam, waarin hij zegt: ‘De wijze persoon is degene die zichzelf ter verantwoording roept en goede daden verricht die hem zullen baten na de dood, terwijl de dwaze persoon degene is die zijn bevliegingen en begeerten volgt en van Allah, soebhana wa ta’ala, de vervulling van zijn nutteloze verlangens vraagt.

Zij zijn ook Allah’s woorden vergeten: ‘Waarlijk, degenen die geloofden en degenen die migreerden omwille van Allah’s religie en streden op de Weg van Allah, soebhana wa ta’ala, zij zijn degenen die hopen op Allah’s Genade. En Allah is Vergevensgezind, Meest Barmhartig.’

Waarlijk, zij zijn zich niet bewust van het feit dat Allah, soebhana wa ta’ala, Zijn zegeningen zal schenden en Zijn overvloedige vriendelijkheid zal toten aan diegenen die werkelijk goede daden hebben verricht in het leven van deze wereld, zoals de Qoraan zegt: ‘Een beloning voor wat zij hebben gedaan.’

In feite kan het hebben van hoop op Allah’s genade alleen gelden als het gepaard gaat met goede daden; anders is het een overduidelijke waanvoorstelling.

Tot degenen die misleid zijn behoren diegenen die zowel goede als slechte daden gedaan hebben, maar hun zonden zijn talrijker dan hun verdiensten en zij verwachten Allah’s genade en koesteren de hoop dat hun paar deugdzaamheden ongetwijfeld zwaarder zullen wegen dan hun ontelbare zonden. Zij zijn als iemand die tien dirhams plaatst op een schaal van een balans en duizend dirhams op de andere schaal, en hopen dat de schaal met tien dirhams zwaarder zal wegen dan die met duizend dirhams! Dit is in feite overduidelijke onwetendheid.

Sommige van de misleide mensen geloven dat hun verdiensten talrijker zijn dan hun zonden. Als zij een daad van gehoorzaamheid verrichten, koesteren zij dat en pinnen hun hoop daarop vast. Zij zijn als degenen die Allah’s vergiffenis zoeken met hun tongen of honderd keer of duizend keer Allah’s lofprijzingen roepen tijdens de dag of de nacht, en vervolgens roddelen zij over moslims en zeggen gedurende de dag dingen die Allah, soebhana wa ta’ala, niet goedkeurt.

Op deze manier zien zij alleen de h’adieth die de verdiensten van het noemen van Allah’s lofprijzingen aangeeft, maar slaan geen acht op de h’adieth die de bestraffing vermeldt die Allah, soebhana wa ta’ala, in petto heeft voor de roddelaars, leugenaars, lasteraars en hypocrieten. Dit is in feite overduidelijke misleiding. Zulke mensen konden beter hun tongen beschermen tegen zonden dan Allah’s lofprijzingen scanderen.

Bron: Maandblad Wij moslims februari 2009
Geschreven door: Aboe Hamid al-Ghazali
Vertaald door: Oem Mohammed

zaterdag 7 maart 2009

video: De dag des oordeels

vraag: Wanneer worden goede daden geaccepteerd?

Vraag:

Wanneer accepteert Allah, de Verhevene, een goede daad en wat zijn de voorwaarden hiervoor?

Antwoord:

Alle lof zij Allah en vrede en zegeningen zij met Zijn Boodschapper.

De daden moeten aan een tweetal voorwaarden voldoen, willen deze als aanbidding worden aangemerkt. Men dient ten eerste Allah met volledige liefde te aanbidden en ten tweede deze daden met volledige onderwerping te verrichten, zoals Allah de Verhevene zegt (interpretatie van de betekenis):

“Waarlijk, degenen van hen die (vanwege hun volledige liefde in de aanbidding) bedachtzaam zijn vanwege hun ontzag (onderwerping) voor Allah.”
(Soerat al-Moe’minoen: 57)

Deze twee voorwaarden komen het beste tot uiting in het volgende vers (interpretatie van de betekenis):

“Voorwaar, zij wedijverden in goede daden en riepen Ons aan verlangend (naar Onze Genade) en vol ontzag (voor Onze bestraffing). En zij waren nederig tegenover Ons.”
(Soerat al-Anbiyaa’: 90)

Op basis van het voorgaande kunnen wij concluderen dat de aanbidding slechts van een moslim die een ware monotheïst is, geaccepteerd kan worden. Allah, de Verhevene, zegt (interpretatie van de betekenis):

“En Wij wenden Ons tot de daden die zij (die geen moslim en ware monotheïst zijn) hebben verricht en Wij maken die tot verstrooide stof.”
(Soerat al-Foerqaan: 23)

Tevens staat er in Sahieh Moeslim vermeld op gezag van cAa’ishah (moge Allah weltevreden met haar zijn) dat zij de Profeet (vrede zij met hem) vroeg: “O Boodschapper van Allah, Ibn Djoedcaan plachte in de tijd van de onwetendheid de familiebanden te onderhouden en de hongerige te voeden, zal dit hem baten?” Waarop de Profeet (vrede zij met hem) antwoordde: “Nee, dit zal hem niet baten, omdat hij nooit plachte te zeggen: ,,O mijn Heer, vergeef mij op de Dag des Oordeels.” Oftewel hij geloofde niet in de wederopstanding en verrichtte geen daden hopende op de ontmoeting met Allah, de Verhevene.

Wat betreft de acceptatie van de daad kunnen we het volgende zeggen. Van een moslim wordt een daad van aanbidding geaccepteerd, indien er wordt voldaan aan twee voorwaarden:

1. De eerste voorwaarde is volledige toewijding aan Allah, oftewel dat een dienaar al zijn uitspraken en daden verricht om het Welbehagen van Allah te verkrijgen.

2. De tweede voorwaarde is dat dit in overeenstemming gebeurt met de Wetgeving van Allah en dat dit geschiedt volgens de methodiek van de Profeet (vrede zij met hem). Het bewijs hiervoor zijn de volgende Woorden van Allah, de Verhevene (interpretatie van de betekenis):

“Wie dan hoopt op de ontmoeting met zijn Heer: laat hem goede daden verrichten en laat hem bij de aanbidding van zijn Heer geen deelgenoten toekennen.”
(Soerat al-Kahf: 110)

Ibn Kathier zei dat met ‘Wie dan hoopt op de ontmoeting met zijn Heer,’ bedoeld wordt ‘wie dan hoopt op een goede beloning’. Wat betreft Zijn Uitspraak: “Laat hem goede daden verrichten”, wordt volgens Ibn Kathier bedoeld;daden die in overeenstemming zijn met de Wetgeving van Allah.

Verder zei Ibn Kathier in de uitleg van het vers ‘En laat hem bij de aanbidding van zijn Heer geen deelgenoten toekennen’ dat men alleen naar het Welbehagen van Allah dient te streven, omwille van Hem en volgens de handelswijze van de Profeet (vrede zij met hem).

Sheikh Mohammed Saalih al-Moenadjid
www.islamqa.com

gedicht: aardse leven

Alcohol, drugs uitgaan en feesten. Zolang je, je problemen maar kunt
vergeten. Lang leve de vrijheid lang leve de lol. Goed zijn voor andere
mensen speelt bij jou totaal geen rol. Je denkt, dit is toch alles wat een
mens zich kan wensen, Je leeft en kent totaal geen grenzen.

Dwalend zonder enig kennis over het ware leven. Onwetend zonder enig
hoop blijf je, je op dit pad begeven.

Je beseft niet dat de aarde eens onder je voeten kan verdwijnen en je in
een andere wereld kan verschijnen. Dan pas zul je beseffen wat je al die
tijd hebt gedaan. En zul je wensen dat je nooit had bestaan.

video: Keer terug naar de koran

vrijdag 6 maart 2009

vraag: Advies aan jongeren die beginnen te praktiseren

Vraag:

Wat is uw advies aan jongeren die beginnen te praktiseren?

Antwoord:

Alle lof zij Allah en vrede en zegeningen zij met Zijn Profeet, diens familie en metgezellen.

Mijn advies richting de jongeren die op het punt staan het rechte Pad te gaan bewandelen is allereerst dat zij Allah, de Verhevene, onophoudelijk vragen om hen met standvastigheid te begunstigen.

Ten tweede dienen zij het reciteren van de Koran te vermeerderen en deze tegelijkertijd ook te overpeinzen. Dit omdat het reciteren van de Koran een grote impact heeft op het hart, met name wanneer dit gepaard gaat met het overpeinzen ervan.

Als derde dient het gehoorzamen van Allah hartstochtelijk te worden voortgezet. Men dient hierin niet te verslappen of gemakzuchtig te worden. Het is ons bekend dat de Profeet (vrede zij met hem) toevlucht bij Allah heeft gezocht tegen onmacht en gemakzucht.

Als vierde dient hij gedreven op zoek te gaan naar een gezelschap van vrome mensen en verre te blijven van slecht gezelschap.

Ten vijfde adviseer ik hen dat wanneer de gedachten ‘de hoop is ver te zoeken en de weg is nog lang’ oprijzen, zij zichzelf berispen en onverzettelijk standvastig houden. Wetende dat het Paradijs omgeven is door lasten en de Hel omgeven is door lusten.

Als zesde dient hij op afstand te blijven van verderfzaaiers, zelfs als dit slaat op oude vrienden. Dit omdat slechte vrienden een effect op hem kunnen hebben, vandaar dat de Profeet (vrede zij met hem) heeft gezegd: “Het voorbeeld van een slechte vriend is als dat van een ijzersmid, of hij verbrandt jouw kleding of hij laat een akelige geur op jou achter.”
(al-Boecharie en Moeslim)

Sheich Mohammed ibnoe Saalih al-cOethaymien
(Fataawaa Kibaar cOelamaa al-Oemmah, blz. 1121)

Advies aan de moslim

Alle lof zij Allah, en gebeden en vrede zij met de Boodschapper van Allah en zijn familie, metgezellen en degenen die hem bijstonden.

Beste moslim, jij bevindt je op aarde om blijk te geven aan de eenheid van Allah door Hem volgens de voorgeschreven regels te aanbidden. Ook is jou de boodschap van de Islaam toevertrouwd en dien je deze op een goede wijze door te geven. Het schikt jou niet om deze grootse taak te verwaarlozen en je vervolgens bezig te houden met wereldse zaken. Zie jezelf als een goede boom die goede vruchten voortbrengt waarvan de mensen kunnen eten. Laat je niet ontmoedigen door de wrangheid van de dagen. Probeer juist deze wrangheid en bitterheid te verdoven middels de zoetheid van het geloof. De zoetheid van het geloof en de nabijheid van Allah doen werkelijk alle tegenslagen verbleken. Zie juist deze tegenslagen als een manier om dichterbij Allah te komen. Vang ze op middels geduld en geduld zal je in rang doen stijgen. Neem genoegen met alles wat je overkomt; een beetje honger, een beetje dorst, een beetje pijn, het behoort allemaal tot de beschikking van Allah. Een beschikking waar een grote wijsheid achter verscholen ligt.

Beste moslim, mijn advies aan jou kan ik als volgt opsommen: "Jouw geloof, jouw geloof." Neem het geloof op in je hart, in je geest, in je lichaam, in je bloed, in je alles. Laat het je niet ontgaan, waardoor jij alles verliest. Waardoor jij niets meer voorstelt in de ogen van Allah. Eet volgens het geloof, drink volgens het geloof, adem volgens het geloof. Bij iedere stap van je leven; houd rekening met het geloof. Telkens als je hart verwijderd raakt van het rechte pad reinig je dit met het water van berouw. Smeer je algehele lichaam in met de balsem van iemaan. Gedenk Allah bij ieder geluid en beweging die je maakt. Put je kracht uit het prijzen van je Heer.

Beste moslim, jij behoort aan de top, dus zak niet naar beneden door je plicht te verzaken. Met jouw gebed, vasten en daden van aanbidding geef jij kleur aan deze wereld van ons. Met jouw gedrag ben jij een inspiratie voor anderen. Als jij rijk wil zijn, wees dan behoeftig aan je Heer. Buig neer voor Hem. Stel je nederig op tegenover Hem, want Hij is de Allerrijkste, Zichzelf genoegzaam. Iedere dag zien wij de bloemen om ons heen open gaan en hun geur afgeven. Het lijkt alsof de bloemen tegen ons willen zeggen: "Neem een voorbeeld aan mij en sluit je niet in, maar ga open en verspreid de geur van iemaan over alle windstreken van de aarde."

Beste moslim, je zult ongetwijfeld pijn lijden, last ondervinden en vijandig bejegend worden. Maar je moet boven dit alles staan. Niets van aantrekken. Wanneer jou dit overkomt, zoek je toevlucht tot het huis van iemaan. Sluit de deuren met een slot van geduld en gebed. Verstevig de muren met jouw liefde voor Allah en niets zal je deren.

Beste moslim, zegt: "Ik geloof in Allah" en wees standvastig wat betreft het navolgen van de voorschriften van Allah. En transformeer jezelf tot een zeeschip die deze zinkende wereld uit het water haalt en naar de oevers van genade brengt.

Beste moslim, als de zon schijnt worden alle delen van de aarde belicht en is er geen plaats meer voor donkerte. En hetzelfde geldt voor de zon van iemaan, als deze het hart binnendringt. Dan worden alle delen van het hart door het geloof verwarmd. Dus laat de zon van het geloof jouw hart binnendringen, maak kennis met de genezende werking van 'laa ilaha illa-llah' en ervaar de kracht van de overtuiging.

Beste moslim, wees een moslim en weet dat eerbaarheid en grootsheid niets te maken hebben met rijkdom en maatschappelijke positie. Het enige wat je nodig hebt, is een zuivere intentie en het leven volgens de werkwijze van de profeet (Allah's gebeden en vrede zij met hem). O Allah, maak ons tot Uw rechtgeleide dienaren en doet ons Uw Paradijs binnentreden.


Uitgetypt advies van Aboe Ismaïl
bron: www.mjede.nl

donderdag 5 maart 2009

video: nldse lezing: (2) gericht aan mijn zusters

video: nldse lezing: (1) gericht aan mijn zusters

video: koran-surat muddathir nlds ondertiteling

video: koran-surat Toor nlds ondertiteling

video: anasheed- O zondaar!

video: koran- surat Nooh, nlds ondertiteling

video: Bid voor het telaat is

video: THE MIRACLE OF MAN'S CREATION [HarunYahya.com]

Het geloof volgens Allah, en niet volgens de mensen.

Allah heeft in detail de zedelijke waarden die mensen zouden moeten hebben en het soort leven dat ze zouden moeten leiden geopenbaard. Juiste zedelijke waarden schrijven voor dat men nauwgezet volgens de geboden van Allah zou moeten leven.
Sommige mensen vermijden echter naar deze zedelijke waarden te leven. Ze zijn volledig onbereid om zich over te geven aan Zijn bepalingen. Zij streven naar een toonbeeld dat alleen hun eigen belangen bevredigt. Als resultaat komen ze met verschillende regels en principes die ze zelf hebben gemaakt, en denken dat het geloof ook verenigbaar is met deze principes. Ze zijn bereid volgens de zedelijke waarden van het geloof te leven zolang het verenigbaar is met hun eigen normen en logica. Dit is echter een ernstige fout en misleiding, want ware zedelijke religieuze waarden zijn geopenbaard door Allah, niet geïnterpreteerd en in praktijk gebracht door mensen.

In de Koran vertelt Allah ons over de begane fouten van de mensen die dachten te leven volgens hun eigen verdraaide redenering en die faalden te leven volgens de wijze die Hij heeft geopenbaard:
Wat is er met jullie? Hoe oordelen jullie? Of hebben jullie een Schrift waaruit jullie kunnen studeren? Waar waarlijk voor jullie in is wat jullie kunnen kiezen?Of hebben jullie een verdrag met Ons dat tot aan de Dag der Opstanding geldt, dat er waarlijk voor jullie is wat jullie oordelen? Vraag hen wie van hen daarvoor verantwoordelijk is.(Surat Al-Qalam 68:36-40)


De onjuiste veronderstelling van degenen die zich gedragen naar wat anderen beslissen
Door te leven volgens de mening van andere mensen in plaats van wat Allah aan ons heeft geopenbaard worden er buitengewone, vervormde en verdraaide conclusies getrokken. Een voorbeeld, de hypocrieten die in de tijd van de Profeet (vzmh) leefden streefden een strijdgevoelig klimaat te creëren door ordeverstoring, zij probeerden de gelovigen af te laten dwalen van het rechte pad. Allah beschrijft de verknipte karakters van de hypocrieten en de afgodenaanbidders:
En Hij bestraft de huichelaars en de huichelaarsters, en de veelgodenaanbidders en de veelogodenaanbidsters, die slechte gedachten over Allah koesteren. Het slechte zal hen omsingelen en Allah is woedend op hen. En Hij heeft hen vervloekt en Hij heeft de Hel voor hen bereid, en dat is de slechtste plaats van terugkeer. (Surah Al-Fath 48:6)


Dit vers laat zien dat de misvattingen feitelijk terugkaatsten naar de betrokkenen, en met Allah’s verlof, behaalden onze Profeet (vzmh) en zijn metgezellen altijd de overwinning..


Het vers Wensen zij het oordeel van de Djahiliyyah (onwetendheid)? Surah Al Ma’ida 5:50 vertelt ons dat een factor die de mensen in kwestie naar zo’n lot leidde was dat zij niet volgens de manier die Allah ons heeft voorgeschreven wilden leven, maar liever volgens hun eigen verdraaide redenering die ze verkregen tijdens de Tijd van de Onwetendheid. Feit is dat Allah ons heeft verteld: En wie is er beter dan Allah in het oordelen over het overtuigde volk? Surah Al Ma’ida 5:50.
Zij die hun eigen grillen en verlangens als Hun goden aannemen


Eén van de voornaamste hindernissen die mensen weghoudt van het leven volgens de zedelijke waarden die Allah ons heeft geopenbaard is doordat zij egoïstisch denken, liever dan met hun intelligentie of hun geweten. Om het anders te stellen, zij geven toe aan hun eigen grillen en verlangens. Met als gevolg dat zij het pad van bedrog volgen in plaats van die van de waarheid. Bovendien brengt het hen en de mensen om hen heen ernstige spirituele schade toe. In de Koran heeft Allah geopenbaard dat eigenbelang onvermijdelijk mensen naar het slechte leidt:
Ik verklaar dat ikzelf niet onschuldig ben. Voorwaar, de ziel spoort aan tot het kwade, behalve bij wie door mijn Heer begenadigd is. Voorwaar mijn Heer is Vergevensgezind, Meest Barmhartig. Surah Yusuf 12:53


Een ander vers vertelt ons dat het volgen van de eigen neiging zal leiden tot zeer ernstige moeilijkheden:
En indien de Waarheid hun begeerten had gevolgd, voorwaar dan zouden de hemelen en de aarde en al hetgeen daarin is, ten onder gaan. Wij hebben hen echter hun Eer (de Koran) gegeven, maar zij wenden zich ervan af. Surah Al-Muminun 23:71
Het door Allah neer gezonden geloof past ideaal bij de menselijke creatie.


Interpretaties die het gevolg zijn van iemands denkrichting, cultuur of ervaring hebben echter tot een aanzienlijke reeks problemen geleid. Want zij die niet leven volgens de zedelijke waarden van de Koran willen alleen hun eigen verlangens vervullen. Het enige wat ertoe doet voor deze mensen is hun eigen bevrediging en ze zullen niet stilstaan om over de mogelijke consequenties hiervan na te denken. Zelfs als ze dit een keer doen, dan zal hun eigen eigenwijsheid de begeerten en verlangens de overhand geven. Wanneer mensen handelen uit eigenbelang, dan geven ze het grootste belang aan hun eigen comfort en tijdverdrijf.

De eindeloze verlangens van degenen die falen te leven volgens de zedelijke waarden zijn in de volgende bewoordingen geopenbaard in de Koran:
Krijgt de mens alles waarnaar hij verlangt? Surah An Najm 53:24
Wanneer een situatie zich voordoet die niet was als gepland, is het waarschijnlijk dat deze individuen op de meest impulsieve manier reageren. Zij kunnen zich dan een woedende houding aannemen, chagrijnig zijn of andere emoties vertonen die niet verenigbaar zijn met zedelijke waarden van de Koran. Het zet hen ertoe egoïstisch, zonder genegenheid, arrogant of onmenselijk te handelen. Zulke mensen houden meer van zichzelf boven alles. Zelfs als zij beweren om hun vrienden, familie en mensen in hun omgeving te geven, moet het concept van liefde nog steeds verenigbaar zijn met hun ego. Met andere woorden, hun liefde is gebaseerd op verscheidene wereldse verwachtingen in plaats van de goedkeuring, genade en het Paradijs van Allah.


Overduidelijk zal dit alles in de eerste plaats de persoon in kwestie zelf schade toebrengen. Mensen die er constant naar streven hun eigen verlangens te bevredigen zullen de problemen ondervinden die veroorzaakt zijn door het leven op basis van verlangens die hun uitputten. In plaats van te leven in zekerheid, vrede en gematigdheid, leven zij in een staat van rusteloosheid en bezorgdheid. Aangezien zij niet nederig zijn en niet handelen met de kennis dat alles wat zij bezitten een zegening van Allah is, vrezen ze te verliezen wat ze hebben en ze zijn bang dat gebeurtenissen niet uitpakken zoals zij dat zouden willen. De ongerustheid hiervan brengt hen ernstige psychologische schade toe.


Eén van de hoofd karakteristieken van de mensen die hun ego volgen is dat de liefde altijd erg oppervlakkig is. De affectie is gebaseerd op verscheidene oppervlakkige maatstaven. Elke vermindering of verlaging in deze waarden zorgt ervoor dat hun liefde kan verdwijnen in een moment. Ze zijn nooit standvastig in hun affecties. Noch waarderen zij de affectie en interesse die anderen hun schenken naar behoren. Bekende voorbeelden zijn de manier waarop kinderen hun ouders niet de gepaste aandacht en begrip tonen, of hoe vriendschappen ineens worden beëindigd doordat er problemen zijn die gemakkelijk opgelost hadden kunnen worden. Dit is zonder twijfel één van de grootste geestelijke moeilijkheden die door ongelovigen worden ervaren, want liefde is een enorme zegen die Allah aan de mensheid heeft geschonken. Als een deel van hun natuur zijn mensen constant op zoek naar liefde, medeleven en begrip. In welke situatie zij zich ook bevinden, ze willen in de buurt zijn van vrienden en familie van wie ze houden en kunnen vertrouwen tijdens hun levensloop. Maar mensen die egoïstisch handelen en niet kunnen denken en handelen volgens de zedelijke waarden van de Koran verspillen hun hele leven beroofd van deze zegen. In het belang van deze valse liefde creëren zij een omgeving zonder medeleven, sympathie, affectie, geduld en tolerantie.


Ware liefde volgens de zedelijke waarden van de Koran
Gelovigen houden van Allah boven alles. Zij gedragen zich goed, wetende dat Allah in alles iets voorspoedigs en moois heeft gecreëerd, en dat elk moment van hun leven voorbijgaat op de weg naar hun beschikking volgens een bijzondere.wijsheid. Ze zijn blij met elk moment dat Allah aan hen heeft geschonken en ze bedanken Hem naar behoren voor alle zegeningen. Zij vertrouwen en steunen op Hem en geven zich over aan Hem alleen. Allah is de ware vriend en levensgezel van de gelovige. De liefde van de gelovigen naar Allah toe is als volgt in de Koran aangeduid:
Onder de mensen zijn er, die voorwerpen van aanbidding buiten Allah nemen en ze liefhebben, zoals zij Allah behoren lief te hebben. Maar zij die geloven zijn sterker in hun liefde voor Allah. En als zij die overtreden (nu) de tijd kunnen zien wanneer zij de straf zullen zien, (dan zouden zij beseffen) dat alle macht aan Allah toebehoort en dat Allah streng is in het straffen. Surah Al-Baqara 2:165
Houdend van wereldse dingen weten ze dat die tekenen van Allah en de schoonheid van Zijn schepping bevatten. Zij zijn standvastig, tolerant en medelevend in hun liefde. Zwakte en handicaps zorgen ervoor dat zij zelfs meer affectie voelen voor het getroffen individu. Zij weten dat alle pracht van de wereld tegelijkertijd met een hoop gebreken is gecreëerd en dat ware schoonheid alleen in het Hiernamaals bestaat. In elk moment van hun leven onthouden zij dat de ware liefde het leven in het Hiernamaals is.


Alles in deze wereld is nietig. In het Hiernamaals is alles echter perfect. Zelfs als mensen constant in het gezelschap zijn van degenen van wie zij houden, zelfs als zij onderwerpen bestuderen met de grootste interesse, en zelfs als alles precies gaat zoals zij hadden gehoopt, al deze prachtige dingen zijn allemaal beperkt. Met de dood zal alles aan zijn einde komen. Maar het leven in het Hiernamaals is oneindig. Gelovigen streven te leven naar de beste zedelijke waarden op deze wereld, wetende dat ze ware en diepgaande vriendschap en liefde zullen genieten in het Hiernamaals. Ze hechten het meeste belang aan hun zedelijke waarden wetende dat hoe meer ze op dit vlak streven naar perfectie het inzicht toe zal nemen en dus zullen zij zelfs meer genieten van de zegeningen van Allah. Maar zij hebben geen wereldse verlangens en verwachtingen. Daardoor leven zij ver weg van de angsten en rusteloze onzekerheden die de ongelovigen plagen. Zij keren zich naar Allah, en naar Hem alleen, wetende dat Hij het is die wensen vervult, niet andere mensen. Ze zijn vol hoop dat Allah hen de beste beloning zal geven als ze het soort leven leiden dat Hem behaagt. In het licht van dit bewust zijn en van deze logica, wordt deze liefde, één van de zegeningen van Allah, zodoende erg diep en sterk. Kortom, er zullen altijd enorme verschillen blijven tussen degenen die handelen volgens de wijze die Allah ons heeft voorgeschreven en degenen die leven volgens de manier die door andere mensen is voorgeschreven.


Allah heeft het verschil tussen degenen die het slechte volgen van hun eigen verlangens en zij die leven volgens Zijn geboden geopenbaard:
Zijn zij die op een duidelijk bewijs van hun Heer steunen als zij voor wie hun slechte daden schoonschijnend zijn gemaakt en die hun eigen begeerten volgen? Surah Muhammad 47:14


Conclusie
Iemand kan leven volgens de ware religieuze waarden door nauwgezet de waarden te volgen die Allah heeft geopenbaard en volgens de Sunnah van onze Profeet (vzmh). Het maken van interpretaties en het opzetten van logische systemen buiten wat Allah ons heeft voorgeschreven brengt altijd verlies toe aan de persoon in kwestie. Allah heeft in deze woorden geopenbaard –Oordeel dus tussen hen naar hetgeen Allah heeft geopenbaard en volg hun begeerten niet om van de Waarheid die tot jou is gekomen af te wijken. Surah Al Ma’ida 5:48 – dat de zedelijke waarden uit de Koran en de bepalingen die door Hem zijn neergezonden, een richtlijn en maatstaf voor gelovigen zijn. Voor zij die een ander pad zoeken is het onmogelijk om bij de waarheid uit te komen.


Dat Huis van het Hiernamaals schenken Wij aan hen die niet hoogmoedig wensen te zijn op aarde en geen verderf zaaien, en het (goede) einde is voor de godsvruchtigen. Surah Al-Qasas 28:83
In dit vers heeft Allah het goede nieuws meegedeeld dat zij die morele waarden handhaven het gelukkigste einde zullen hebben. Met Allah’s wil, hebben gelovigen een gelukkig leven, zowel in dit leven als in het Hiernamaals. Doch, het einde van hen die erop staan te leven volgens hun eigen grillen en verlangens is een verdraaiing:
Maar als zij jou niet antwoorden, weet dan dat zij slechts hun eigen begeerten volgen. En wie dwaalt meer dan hij die zijn eigen begeerten volgt zonder de Leiding van Allah? Voorwaar, Allah leidt de onrechtvaardige mensen niet. Surah Al-Qasas 28:50
Allah heeft de mensheid in nauwkeurige details verteld over de zedelijke waarden die zij na zouden moeten leven en wat voor soort leven zij zouden moeten leven. Ware religieuze zedelijke waarden zijn het resultaat van nauwgezette naleving van Allah’s geboden.

video: qoraan on the deathbed

video-anasheed: Ik ben de dienaar

Kledingvoorschriften volgens de Islaam

Weet je… het is echt heerlijk om moslim te zijn! Moslim zijn betekent dat je jezelf totaal overgeeft aan de Barmhartige en Genadevolle Schepper en dat je liefde en ontzag jegens Hem hebt. Het geeft rust van binnen om te weten dat al hetgeen Allah - subhaanahu wa-ta3aalaa - ons opdraagt, goed voor ons is en al hetgeen Hij ons verbiedt, slecht en of schadelijk voor ons is. Hij - subhaanahu wa-ta3aalaa - is namelijk Degene Die ons geschapen heeft en het beste weet wat ons zal baten of schaden.



Jammer genoeg weten vele moslims niet dat Allah - subhaanahu wa-ta3aalaa - ‘de islam’ voor hen verkozen heeft en slechts voor hen ten dienste heeft gesteld. Hè, ten dienste van ons?? Ja, tendienste van jullie! De islam is namelijk gekomen om het leven van de mens op de beste manier te regelen en hem naar het beste te leiden. Daarom zijn de wetten van de islam gebaseerd op devolgende vijf einddoelstellingen:

• Waken over de godsdienst;
• Waken over het verstand;
• Waken over het bezit;
• Waken over de ziel;
• Waken over de eer.

Wanneer je de islamitische voorschriften bekijkt, zul je zien dat met elk van deze voorschriften telkens één of meerdere van deze einddoelstellingen worden nagestreefd. Allah - subhaanahu wata3aalaa- heeft de moslim met deze grootse zaak begunstigd en dat is ‘de islam’.

Allah - subhaanahu wa-ta3aalaa - heeft de mens geschapen voor een verheven doel, namelijk om slechts Hem te aanbidden, op de wijze die Hij wil. Elke moslim zal ongetwijfeld worden beproefd in zijn leven. Zo krijgt iedereen bepaalde zaken waarmee hij kan aantonen of hij zijn verantwoordelijkheden nakomt of niet. Eén van deze zaken betreft de islamitische kledingvoorschriften voor zowel vrouw als man. Inderdaad, ook voor de man gelden bepaalde kledingvoorschriften; hierover verderop meer.


De moslima
Allah - subhaanahu wa-ta3aalaa - heeft de vrouw charmes en schoonheid gegeven, alsmede de verantwoordelijkheid om daar goed mee om te gaan. Om over haar schoonheid en eer te waken, is de hidjaab voorgeschreven. Daarmee wordt ze beproefd om over zichzelf te waken en onderdanig te zijn aan haar Heer Die het beste weet wat goed is voor Zijn dienares. Maar wat is eigenlijk een hidjaab? Is dat hetzelfde als een hoofddoek? Nee, het woord hoofddoek zegt het al: dat is een doek die voor het hoofd bestemd is. De hidjaab daarentegen doelt op het bedekken van de gehele 3awrah[1] van de vrouw en dat is haar gehele lichaam, behalve haar handen en gezicht. Alle geleerden binnen de islam zijn het er unaniem over eens dat de hidjaab een verplichting is voor elke moslima. Allah - subhaanahu wa-ta3aalaa - heeft gezegd:

“En zeg tegen de gelovige vrouwen dat zij van hun blikken neerslaan en over hun geslachtsorganen waken en hun sier niet tonen, behalve wat daarvan zichtbaar is. En zij moeten hun sluiers over hun boezems dragen en hun schoonheid niet openlijk tonen.”
(Vers: 24/31).

Hidjaab
De geleerden hebben een aantal voorwaarden gesteld waaraan de hidjaab hoort te voldoen, te weten:

1. De hidjaab moet het volledige lichaam bedekken, behalve gezicht en handen;
2. De hidjaab mag geen versiering op zich zijn;
3. De hidjaab mag niet doorzichtig zijn;
4. De hidjaab moet wijd zijn en mag de lichaamsrondingen niet zichtbaar laten;
5. De hidjaab mag niet lijken op mannenkleding;
6. De hidjaab mag niet lijken op de kleding van ongelovige of afgedwaalde vrouwen;
7. De hidjaab mag niet geparfumeerd zijn.

Geliefde zuster, als jij je houdt aan deze voorwaarden, dan heb jij deze geweldige aanbidding vervuld en een verheven doel behaald. Allah zal jou dan gelukzaligheid geven in dit leven en in het eeuwige paradijs. Dit is geen sprookje, maar een belofte van jouw Heer!

Waak ervoor jezelf te kleden op een zodanige wijze dat je denkt gekleed te zijn, maar dat in werkelijkheid niet bent. De Profeet - salla-llaahu 3alayhi wa-sallam - heeft gezegd dat er twee categorieën mensen van de Hel zijn die hij in zijn tijd nog niet heeft gezien. Eén daarvan betreft “vrouwen die gekleed zijn en [toch] naakt zijn, die al heupwiegend heen en weer schommelen [en zo de mannen doen verleiden]. Hun hoofd lijkt op de gebogen bulten van kamelen met lange nekken. Ze zullen het Paradijs niet betreden en ze zullen haar geur niet ruiken, alhoewel haar geur kan geroken worden van op zo’n en zo’n loopafstand.”
De geleerden hebben “gekleed en toch naakt” uitgelegd als vrouwen die lichte kleding dragen, die hun vormen en rondingen aftekenen en ze niet bedekken. Deze hadieth mag niet gebruikt worden om over degenen te oordelen die deze eigenschappen bezitten, dat zij zeker naar de hel gaan. Allah - subhaanahu wa-ta3aalaa - is de Enige Die daar kennis over heeft. Echter is dit een waarschuwende vermaning van onze geliefde Profeet - salla-llaahu 3alayhi wa-sallam.

Een hoofddoek gecombineerd met strakke en of versierde kleding die de lichaamsvormen en rondingen van de vrouw toont, is dus geen bedekking. De moslima heeft een verheven positie gekregen van haar Heer die het beste met haar voor heeft. Zij hoort de hidjaab te aanvaarden en te waken over haar eer en kuisheid. Als we werkelijk liefde en ontzag hebben jegens Allah, dan gehoorzamen wij Hem in hetgeen Hij ons voorgeschreven heeft en dan zal Hij van ons houden.

De shaytaan en jouw begeerte liggen altijd op de loer om het jou moeilijk te maken en jou te verleiden tot het begaan van slechtheden. Slechtheden waarbij jij je in eeuwig geluk waant, terwijl jij je in eeuwig ongeluk kunt bevinden. Heb jij het niet lief dat Allah jou liefheeft en genadig met jou is? Wanneer jij jouw Heer gehoorzaamt, dan zal Hij alleen jou rijkelijk belonen in het wereldse en het hiernamaals en jou hierin steunen, wanneer je jouw hidjaab omwille van Hem aandoet.Wees trots op jouw hidjaab en laat schaamte jou er niet van weerhouden om het prachtige en eeuwige Paradijs binnen te treden Schaam je niet voor mensen die zich niet schamen, maar schaam je voor jouw Schepper, Hij Die zich schaamt om jouw handen leeg terug te laten keren, nadat je ze voor Hem hebt opgeheven om Hem ergens voor te smeken!


De moslimbroeder
Ook de moslimbroeder heeft bepaalde kledingvoorschriften gekregen waaraan hij zich hoort te houden. De 3awrah[1] van de man is vanaf zijn navel tot zijn knieën; dat deel van zijn lichaam hoort hij te bedekken.

Met betrekking tot zijn kleding hoort de moslimbroeder zich te houden aan de volgende voorwaarden:

• De man mag geen kledij dragen onder zijn enkels;
• Zijn kleding mag niet lijken op de specifieke kleding van niet-moslims;
• Zijn kledingstukken mogen niet overwegend rood of geel zijn;
• Zijn kleding mag niet van zijde zijn;
• Hij mag geen goud dragen.

De moslim hoort ook te waken over zijn bedekking en hetgeen te verrichten dat zijn Heer van hem wil. De bedekking van de man is niet minder in verplichting dan de bedekking van de vrouw! Bereken de beloning bij jouw Heer en laat je niet weerhouden door de shaytaan of jouw begeerte.

Allah - subhaanahu wa-ta3aalaa - is de Enige Schepper van de gehele aanwezigheid. Hij heeft ons alle kennis gegeven over hetgeen wat goed en slecht voor ons is en Hij heeft ons begunstigd met een verstand. Het enige wat wij hoeven te doen is te kiezen voor en te streven naar het goede en ons te weerhouden van het slechte, dan zal Allah ons belonen met het beste. Dat is een belofte van jouw Heer. Hij - subhaanahu wa-ta3aalaa - zegt:

“En degenen die zich beijveren omwille van Ons, die zullen wij zeker leiden tot onze wegen.”
(Vers: 29/69).


Voor meer informatie met betrekking tot de hidjaab, kun je het boek Mijn zuster zo willen Allah en Zijn Boodschapper dat je bent van uitgeverij al-Hadith Éditions lezen (ISBN: 2-930395-22-2).

Geschreven door: Suhayb Salam




[1] De ‘3awrah’ is het deel van het lichaam dat bedekt dient te worden. De 3awrah van de vrouw tegenover vreemde mannen is haar gehele lichaam behalve haar handen en gezicht en ten opzichte van de vrouwen en haar mahram (vader, opa, oom, broer, zoon van de broer of zus, zoogkind, een zoogbroer) is haar 3awrah vanaf haar boven-borstkast tot haar enkels en tot haar ellebogen.

Adviezen aan de uitnodiger

Adviezen aan de uitnodiger

Als moslims zijn wij verplicht om de mensheid uit te nodigen naar de enige ware godsdienst. Het onderwerp dat hier besproken zal worden is dan ook een belangrijk aspect van het geloof. Hoe kan het namelijk zo zijn dat de bezitters van de valsheid hun tijd en geld hebben opgeofferd voor het verspreiden van deze onwaarheden en dat de moslim niemand over zijn geweldige geloof verteld?
Sommigen van de uitnodigers die wel uitnodigen naar de Islaam maken vele fouten bij het uitnodigen naar dit geweldige geloof. Daarom is het van belang om ons te verdiepen in de wijze waarop men moet uitnodigen. Dit leidt namelijk tot een beter resultaat.

De Profeet (Allah's gebeden en vrede zij met hem) is zijn oproep naar de Islaam in het geheim begonnen, totdat deze oproep gehoor begon te vinden bij de mensen. Hierna beval Allah (de Verhevene) Zijn Profeet (Allah's gebeden en vrede zij met hem) om de mensen in het openbaar uit te nodigen naar de Islaam. Allah (Geprezen en Verheven zij Hij) zegt:

فَاصْدَعْ بِمَا تُؤْمَرُ

"Verkondig daarom (in het openbaar) wat bevolen is." (al-Hidjr, 94)

De uitnodiger speelt een belangrijke rol, omdat hij of zij als een voorbeeld gezien wordt door vele van de moslims. Het is voor de uitnodiger uitermate belangrijk dat hij zijn broeders en zusters uitnodigt naar de Islaam. Echter, we leven in een tijd waarin de uitnodigers helaas alleen met zichzelf bezig zijn, terwijl er onder de moslimgemeenschap mensen zijn die in grote dwaling verkeren.

Allah (de Verhevene) heeft deze moslimgemeenschap verkozen tot de beste gemeenschap. Voorwaarde is echter dat zij het goede bevelen en het slechte verbieden. Allah (de Verhevene) zegt:

كُنتُمْ خَيْرَ أُمَّةٍ أُخْرِجَتْ لِلنَّاسِ تَأْمُرُونَ بِالْمَعْرُوفِ وَتَنْهَوْنَ عَنِ الْمُنكَرِ وَتُؤْمِنُونَ بِاللّهِ

"Jullie zijn de beste gemeenschap die uit de mensheid is voortgebracht,(zolang) jullie het goede bevelen en jullie het verwerpelijke verbieden, en jullie in Allah geloven." (Aal 3Imraan, 110)
Hij (de Almachtige) zegt ook:

وَلْتَكُن مِّنكُمْ أُمَّةٌ يَدْعُونَ إِلَى الْخَيْرِ وَيَأْمُرُونَ بِالْمَعْرُوفِ وَيَنْهَوْنَ عَنِ الْمُنكَرِ وَأُوْلَـئِكَ هُمُ الْمُفْلِحُونَ

"En laat er uit jullie een groep voortkomen die uitnodigt tot het goede en oproept tot deugdelijkheid en (die) het verwerpelijke verbiedt, en zij zijn degenen die de welslagenden zijn." (Aal 3Imraan, 104)

Aboe Sa3ied (moge Allah met hem behaagd zijn) heeft verhaald dat de Profeet (Allah's gebeden en vrede zij met hem) gezegd heeft: "Als iemand onder jullie het slechte ziet, moet hij het met zijn hand veranderen. Als hij daartoe niet in staat is, dan moet hij het met zijn tong veranderen. Als hij daartoe niet in staat is, moet hij het met zijn hart doen, en dat is het zwakste niveau van het Geloof."1

Een daa3iyah (uitnodiger) moet rekening houden met de volgende zaken:
• Een zuivere intentie is een vereiste bij het uitnodigen van de mensen naar de Islaam. Het is ook iets waarmee men moet beginnen bij het verrichten van aanbiddingen. Hij moet bij het uitnodigen naar de Islaam slechts het aangezicht van Allah (de Verhevene) wensen. Zoals Noeh (vrede zij met hem) zei:

وَمَا أَسْأَلُكُمْ عَلَيْهِ مِنْ أَجْرٍ إِنْ أَجْرِيَ إِلَّا عَلَى رَبِّ الْعَالَمِينَ

"Ik vraag jullie er geen beloning voor, mijn beloning berust alleen bij Allah de Heer der Werelden." (Ashu3araa', 109)

• De uitnodiger moet een duidelijk doel voor ogen hebben. En dat is de groei en de juiste weg van de godsdienst. Hieronder valt het goede bevelen en het slechte verwerpen en de harten van de mensen nader tot elkaar te brengen. Zoals Shu3ayb (vrede zij met hem) tegen zijn volk zei:

إِنْ أُرِيدُ إِلاَّ الإِصْلاَحَ مَا اسْتَطَعْتُ وَمَا تَوْفِيقِي إِلاَّ بِاللّهِ عَلَيْهِ تَوَكَّلْتُ وَإِلَيْهِ أُنِيبُ

"Ik wens slechts verbetering volgens mijn vermogen, en er is voor mij geen Goddelijke overeenstemming dan bij Allah. Op Hem heb ik mijn vertrouwen gesteld en tot Hem keer ik terug." (Hoed, 88)

• De uitnodiger moet de juiste en nuttige kennis opdoen betreffende de woorden van Allah (Geprezen en Verheven zij Hij) en de woorden van Zijn Profeet (Allah's gebeden en vrede zij met hem), zodat hij de mensen op een juiste manier naar het rechte pad kan uitnodigen. Door deze kennis kan hij zijn uitspraken meer kracht geven aan de hand van bewijzen uit de Qur'aan en Sunnah. Allah (de Verhevene) zegt:

قُلْ هَـذِهِ سَبِيلِي أَدْعُو إِلَى اللّهِ عَلَى بَصِيرَةٍ أَنَاْ وَمَنِ اتَّبَعَنِي وَسُبْحَانَ اللّهِ وَمَا أَنَاْ مِنَ الْمُشْرِكِينَ

"Zeg: Dit is mijn Weg (godsdienst), ik en degenen die mij volgen roepen op tot Allah, op grond van een duidelijk bewijs.2 Heilig is Allah, en ik behoor niet tot de veelgodenaanbidders." (Yoesuf, 108)
Als men kennis op wil doen dan moet men zorgvuldig omgaan met zijn tijd. De uitnodiger dient zijn tijd te vullen met het bestuderen van de juiste boeken en dient dit met de juiste personen te doen.

• De uitnodiger moet weten dat het maken van een fout tot de menselijke aard behoort en dat hij en de rest van de mensen, in tegenstelling tot hun Schepper, niet volmaakt zijn. Allah, de Schepper van de hemelen en de aarde, is perfect en niemand is aan Hem gelijk.

• Het is niet gepast dat de uitnodiger zich boos maakt wanneer hij te maken krijgt met een lastige persoon. De uitnodiger moet deze lastige persoon beschouwen als iemand die berouw zal tonen en hem rekenen tot de gemeenschap van Mohammed (Allah's gebeden en vrede zij met hem). De uitnodiger moet absoluut niet wanhopen of de moed opgeven wanneer hij de mensen fouten ziet maken en zondigen. De uitnodiger dient echter tijdens zijn gebed om leiding te vragen voor deze mensen. De Profeet (Allah's gebeden en vrede zij met hem) heeft dertien jaar lang in Mekka naar het aanbidden van Allah (de Verhevene) uitgenodigd. Hier moet de uitnodiger een voorbeeld aan nemen en hij moet geduldig omgaan met de bespottingen en andere zaken die zich ongetwijfeld zullen voordoen wanneer hij de weg van de profeten bewandelt.

• De uitnodiger moet niet wanhopen aan de Barmhartigheid van Allah (de Barmhartige). Hij dient de mensen erop te wijzen dat de poorten van berouw altijd open staan en dat hun Heer Barmhartig is. Hij (Allah) zegt:

قُلْ يَا عِبَادِيَ الَّذِينَ أَسْرَفُوا عَلَى أَنفُسِهِمْ لَا تَقْنَطُوا مِن رَّحْمَةِ اللَّهِ إِنَّ اللَّهَ يَغْفِرُ الذُّنُوبَ جَمِيعًا إِنَّهُ هُوَ الْغَفُورُ الرَّحِيمُ

"Zeg: 'O Mijn dienaren die buitensporig zijn tegenover zichzelf, wanhoopt niet aan de Genade van Allah. Voorwaar, Allah vergeeft alle zonden. Voorwaar, Hij is de Vergevensgezinde de Meest Barmhartige.'" (Azzumar, 53)

____________________________
1 Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imaam Muslim, imaam aboe Daawoed, imaam a-Ttirmidhie, imaam ibn Maadjah en imaam Ahmad en is sahieh verklaard door imaam Muslim en imaam al-Albaanie.
2 Mujaahid - één van onze vrome voorgangers die een geleerde is in de uitleg van de Qur'aan, die de uitleg van de Qur'aan grotendeels heeft overgenomen van Ibnu 3Abbaas (moge Allah met hen beide behaagd zijn) - zei over het duidelijke bewijs dat hiermee kennis wordt bedoeld. Anderen zeiden dat hiermee wijsheid wordt bedoeld en weer anderen zeiden dat hiermee het alleen aanbidden van Allah (de Verhevene) wordt bedoeld.






Hieronder volgt het vervolg van de zaken waarmee de daa3iyah (uitnodiger) rekening moet houden.

• De uitnodiger moet in al zijn zaken proberen geduld op te brengen. Het uitnodigen van de mensen naar de islaam vereist geduld. Het kan zijn dat mensen geen gehoor zullen geven aan zijn oproep of dat zij hem zelfs zullen uitlachen of uitschelden. De uitnodiger moet in dit geval verstandig zijn en een voorbeeld nemen aan onze geliefde Profeet (Allah's gebeden en vrede zij met hem). Zo bleef een persoon die alcohol dronk telkens terugkomen bij de Profeet (Allah's gebeden en vrede zij met hem) zonder dat de Profeet (Allah's gebeden en vrede zij met hem) hem wegstuurde.
Wanneer de uitnodiger te maken krijgt met een lastig persoon dient hij te voorkomen dat hij boos wordt. Boosheid kan namelijk tot ernstige gevolgen leiden. De uitnodiger moet de persoon de kans geven om zijn verhaal te doen en hij zal aandachtig naar hem moeten luisteren. Tevens hoort hij hem tijdens het houden van zijn verhaal niet te onderbreken.

• Een belangrijke eigenschap die de uitnodiger moet bezitten is dat hij een persoon niet in het openbaar op zijn fouten wijst. Bovendien moet hij geen namen noemen bij het corrigeren van fouten. De uitnodiger kan een voorbeeld nemen aan de beste der mensen (Allah's gebeden en vrede zij met hem) die altijd zei: "Wat is er toch met bepaalde volkeren; zij verrichten dit en dat (...)."(Sahieh Al-Bukhaarie en Muslim)

• De uitnodiger moet zichzelf niet bij de mensen prijzen. Hij dient te weten dat hij niet volmaakt is en hij dient Allah (de Verhevene) dankbaar te zijn dat Hij hem naar het rechte pad heeft geleid. Dit is een geweldige gunst van de Schepper van de hemelen en de aarde. Allah (de Verhevene) zegt namelijk tegen Zijn Boodschapper:

وَلَوْلَا فَضْلُ اللَّهِ عَلَيْكُمْ وَرَحْمَتُهُ مَا زَكَا مِنكُم مِّنْ أَحَدٍ أَبَدًا

"En als de gunst van Allah er voor jullie niet geweest was en Zijn Barmhartigheid, dan zou niet één van jullie zich ooit reinigen." (Annoer, 21)
En Hij zei tegen Zijn Boodschapper (Allah's gebeden en vrede zij met hem) toen hij de boodschap voltooid had:

فَسَبِّحْ بِحَمْدِ رَبِّكَ وَاسْتَغْفِرْهُ إِنَّهُ كَانَ تَوَّابًا

"Prijs dan de Glorie van jouw Heer en vraag Hem om vergeving. Voorwaar, Hij is Berouwaanvaardend." (Annasr, 2)

De uitnodiger moet dus niet tegen de mensen gaan zeggen: "Ik beveel jullie altijd om dit niet te doen, maar jullie luisteren niet en ik beveel jullie altijd om het goede te verrichten, maar jullie blijven doorgaan met het zondigen enzovoort." Hierdoor lijkt het alsof de uitnodiger onschuldig is en dat hij zich niet schuldig maakt aan het maken van fouten. Echter, wanneer hij de mensen toespreekt, moet hij in de meerderheid spreken door bijvoorbeeld te zeggen: "Wat is er toch met ons aan de hand?"'

• De uitnodiger moet niet raar opkijken wanneer hij merkt dat degenen die ongehoorzaam zijn jegens hun Heer in de meerderheid zijn. Hij ziet namelijk dat duizenden zich richten op spel en vermaak en slechts een enkeling richt zich op het volgen van lessen en lezingen. Het antwoord voor de uitnodiger is:

سُنَّةَ اللَّهِ فِي الَّذِينَ خَلَوْا مِن قَبْلُ وَلَن تَجِدَ لِسُنَّةِ اللَّهِ تَبْدِيلًا

"Als de handelwijze van Allah met de voorafgaanden. En jij zult in de handelwijze van Allah nooit een verandering aantreffen." (Al Ahzaab, 62)
Allah (de Verhevene) zegt in Zijn Boek dat de verderfzaaiers, ondankbaren en zondaren in de meerderheid zijn. Hij (Geprezen en Verheven zij Hij) zegt namelijk (interpretatie van de betekenis): "Maar weinigen van Mijn dienaren zijn dankbaren." (Sabaa', 13). En Hij zegt ook (interpretatie van de betekenis): "En als jij de meeste van hen die op aarde zijn volgt, dan zullen zij jou doen afdwalen van de Weg van Allah." (Al An3aam, 116)

• De uitnodiger moet over enige kennis beschikken over het land waarin hij leeft. Hij dient kennis te hebben over de samenleving, cultuur en geschiedenis. Wanneer hij kennis heeft van deze zaken kan de uitnodiger rekening houden met hetgeen zich in de gedachten van de mensen afspeelt.

• Veel van de uitnodigers maken een fout door de ernst van een zonde te vergroten wanneer zij hierover praten. Zij maken de straf van de zonde groter dan dat Allah (de Verhevene) heeft bepaald. De uitnodiger zegt bijvoorbeeld tegen degenen die roken: "O dienaar van Allah, weet jij niet dat degene die rookt het paradijs niet zal binnentreden, de geur ervan niet zal ruiken en dat zijn eindbestemming het eeuwige hellevuur is?'' Dit is een fout van de uitnodiger. Het is goed wanneer de uitnodiger het zondigen van de mensen niet vergemakkelijkt, maar hij moet zaken niet gaan vergroten. Er zijn namelijk grote zonden en kleine zonden. De uitnodiger moet van een kleine zonde geen grote maken en van een grote geen kleine!

• De uitnodiger moet zijn bewijzen niet baseren op overleveringen die zwak zijn. Dit vanwege het feit dat sommige zwakke overleveringen veel schade aan de moslimgemeenschap kunnen toebrengen. Een uitnodiger mag de mensen natuurlijk wel wijzen op de zwakke overleveringen tijdens zijn lessen, lezingen of vrijdagpreken, zodat de mensen hiervan op de hoogte zullen zijn.

• De uitnodiger dient niet in naam van organisaties, stichtingen of zijn gemeenschap uit te nodigen. Echter, hij moet de juiste methodologie verkondigen en de verkeerde duidelijk maken. Wanneer hij namens zijn gemeenschap, stichting of organisatie spreekt, zullen vele van de mensen afstand van hem nemen en geen gehoor aan hem geven. Imaam ibnu-l-Qayyim heeft gezegd in Zaadu-l-Ma3aad: "Vermijd drie woorden: ik, van mij en aan mij.
- Want Iblies zei (interpretatie van de betekenis): 'Ik ben beter dan hij. U heeft mij uit vuur geschapen, terwijl U hem uit aarde heeft geschapen.' (Saad, 76).
- En Fir3aun zei (interpretatie van de betekenis): 'Is het koninkrijk van Misr (Egypte) niet van mij?' (Az-Zukhruf, 51)
- En Qaaroen zei (interpretatie van de betekenis): 'Voorwaar, dat wat aan mij gegeven is, berust op kennis die ik bezit.' (Al Qasas, 78)"
Het is dus voor de daa3iyah een noodzaak dat hij altijd nederig is, met de mensen overlegt en weet dat er personen onder de mensen zijn die meer kennis dan hem hebben, beter bespraakt zijn en vromer dan hem zijn.

• De uitnodiger moet belangrijke zaken niet voor de mensen gaan vergemakkelijken, zoals de tawheed en het gebed. En hij moet andere zaken niet meer aandacht schenken als hij niet met de belangrijke zaken begonnen is.


bron: www.mjede.nl

advies: Steun elkaar in het goede

Steunt elkaar in het goede

Alle lof zij Allah, en gebeden en vrede zij met de Boodschapper van Allah en zijn familie, metgezellen en degenen die hem bijstonden.

Allah zegt:

وَتَعَاوَنُواْ عَلَى الْبرِّ وَالتَّقْوَى وَلاَ تَعَاوَنُواْ عَلَى الإِثْمِ وَالْعُدْوَانِ وَاتَّقُواْ اللّهَ إِنَّ اللّهَ شَدِيدُ الْعِقَابِ

Oftewel (interpretatie van de betekenis):
"Ondersteunt elkaar in (het verrichten) het goede en Taqwa. En steunt elkaar niet in (het begaan van) zonde en overtredingen. En vreest Allah. Voorwaar, Allah is streng in de bestraffing."

Uit dit vers valt op te maken dat wij elkaar moeten helpen in het goede. Dit is namelijk een kenmerk van degenen die succes zullen kennen in het wereldse leven en in het hiernamaals. Allah zegt namelijk:

وَالْعَصْرِ إِنَّ الْإِنسَانَ لَفِي خُسْرٍ إِلَّا الَّذِينَ آمَنُوا وَعَمِلُوا الصَّالِحَاتِ وَتَوَاصَوْا بِالْحَقِّ وَتَوَاصَوْا بِالصَّبْرِ

Oftewel (interpretatie van de betekenis):
"Bij de tijd. Waarlijk de mens is in verlies. Behalve degenen die geloofden en goede daden verrichtten. En elkaar aanspoorden tot de waarheid. En elkaar aanspoorden tot geduld."

Dus uit dit hoofdstuk valt op te maken dat één van de zaken die kenmerkend is voor deze mensen, is dat zij elkander aansporen tot het goede en het goede beperkt zich tot datgene waarmee de boodschappers zijn gekomen.

Beste broeder en zuster, de gelovigen vormen één geheel, één lichaam, één bouwwerk. Zij zijn op elkaar aangewezen en moeten elkaar helpen. Natuurlijk heeft de zwakheid zich meester gemaakt van onze gemeenschap. Het heeft ons in haar greep, maar dit neemt niet weg dat wij moeten samenwerken om er weer bovenop te geraken. Door een aantal zwakke touwen aan elkaar te knopen, kun je alsnog een stevig koord maken. Jij bent een zwak touw. Ik ben een zwak touw, maar samen vormen wij een stevig koord. De totstandkoming van alles behoeft samenwerking. Neem bijvoorbeeld een brood. Een eenvoudig iets, maar heb jij je weleens afgevraagd hoeveel mensen betrokken zijn bij het maken van zo'n brood. Denk maar aan degene die het land heeft bewerkt, besproeit, bezaaid, de graan heeft geoogst, vervoert, gemalen, gekneden, gebakken, verkocht, op tafel heeft gezet enzovoort. Als dit allemaal geldt voor het maken van een brood, laat staan als het gaat om een zaak van Allah. Wij moeten elkaar dus helpen in het opvoeden van elkaar, het bevechten van onrecht, het openen van de ogen, het benutten van de capaciteiten van onze jongeren. Kort gezegd; wij moeten elkaar helpen. Allah zegt:

وَالْمُؤْمِنُونَ وَالْمُؤْمِنَاتُ بَعْضُهُمْ أَوْلِيَاء بَعْضٍ يَأْمُرُونَ بِالْمَعْرُوفِ وَيَنْهَوْنَ عَنِ الْمُنكَرِ وَيُقِيمُونَ الصَّلاَةَ وَيُؤْتُونَ الزَّكَاةَ وَيُطِيعُونَ اللّهَ وَرَسُولَهُ أُوْلَـئِكَ سَيَرْحَمُهُمُ اللّهُ إِنَّ اللّهَ عَزِيزٌ حَكِيمٌ

Oftewel (interpretatie van de betekenis):
"En de gelovigen, mannen en vrouwen, zijn elkaars bondgenoten. Zij sporen aan tot het goede en verbieden het kwade en onderhouden het gebed en betalen de Zakaat en gehoorzamen Allah en Zijn boodschapper. Deze zijn het, wie Allah's barmhartigheid zal toekomen. Voorzeker, Allah is Almachtig, Alwijs." (At-Taubah: 71)


Uitgetypt advies van Aboe Ismaïl

bron: www.mjede.nl

Enkele vorm van shirk

Enkele vormen van Shirk
door Abou Sayfoullah

1) Zweren bij iets anders dan Allah.
Veel mensen leggen alle soorten eden af bij zaken anders dan Allah, maar Allah mag zweren bij elk van Zijn schepselen, maar Zijn schepselen zijn niet toegestaan om te zweren bij iets anders dan Allah. Het zweren bij iets, is het verheerlijken van datgene waarover men zweert. Het is niet goed om iets of iemand anders te verheerlijken dan Allah.

Ibn ‘Oemar verhaalde dat de Profeet heeft gezegd: “Allah heeft verboden dat jullie zullen zweren bij jullie vaders. Als iemand zweert, laat hem zweren bij Allah, of anders zwijgen.“ [1]

Ibn ‘Oemar verhaalde ook dat de Profeet heeft gezegd: “Een ieder die zweert bij iets anders dan Allah is schuldig aan shirk.” [2] De Profeet heeft gezegd: “Een ieder die zweert bij vertrouwenswaardigheid is niet één van ons.” [3]

Het is niet toegestaan te zweren bij de Ka’bah, bij vertrouwenswaardigheid, bij eer, bij hulp, bij de zegening van die-en-die, bij het leven van die-en-die, bij de deugd van de Profeet, bij de deugd van een waliy, bij iemands vader of moeder, bij de hoofden van iemands kinderen, etc. Dat alles is h’araam, en de boete daarvoor is het zeggen van La ilaaha illa llaah, zoals staat vermeld in de authentieke h’adieth: “Een ieder die zweert ‘Bij al-Laat’ of ‘Bij al-‘oezza’, laat hem La-ilaaha illa llaah zeggen (Er is geen God dan Allah).” [4]

Er zijn andere zinnen die eveneens shirk inhouden en daarom verboden zijn, maar die vaak door moslims worden uitgesproken, zoals: “Ik zoek mijn toevlucht tot Allah en tot jou”, “Ik ben afhankelijk van Allah en jou”, “Dit is van Allah en jou”, “Ik heb niemand dan Allah en jou”, “Ik heb Allah in de hemel en ik heb jou op aarde”, “Als het niet aan Allah en die-en-die lag”, “Ik verloochen de Islam”, “Tijd heeft me laten stikken” (en elke andere uitdrukking die het vervloeken van tijd inhoudt, zoals het zeggen van: “Dit is een slechte tijd”, “Dit is een ongelukkige tijd”, “Tijd is een verrader”, etc., omdat het vervloeken van tijd een belediging is tot Allah die de tijd heeft gecreëerd), verwijzingen naar “Natuurlijke weg.” Namen die inhouden een slaaf te zijn van iemand anders dan Allah, zoals ‘Abd Al-Masieh’, ‘Abd An-Nabi, ‘Abd Ar-Rasool and ‘Abd Al-H’oesayn, zijn ook verboden.

Er zijn ook moderne uitdrukkingen die in strijd zijn met de Tawheed en daarom h’araam zijn, zoals “Islamitisch socialisme”, “Islamitische democratie”, “De wil van het volk, is de wil van Allah”, “Religie is voor Allah en het land is voor het volk”, “In de naam van het Arabisme”, “In de naam van de revolutie”, etc.

Het is ook h’araam om titels als “Koning der koningen” of Rechter der Rechters” te gebruiken voor mensen; om moenaafiqien of ongelovigen “Sayyid (meester)” (of het nou in het Arabisch is of in andere talen) te noemen, de woorden “Als…dan..” te gebruiken, wat ontevredenheid en spijt inhoudt, en de weg opent voor Shaytaan, en om “O Allah, vergeef mij als U wilt.” te zeggen. [5]


--------------------------------------------------------------------------------

[1] Overgeleverd door Al-Boekhaarie; zie Al-Fath’, 11/530.

[2] Overgeleverd door Imaam Ah’mad, 2/125; zie Sah’ieh’ Al-Djaamie’, 6204.

[3] Overgeleverd door Aboe Daawoeed 3253; zie ook As-silsielah As-sah’ieh’ah, nr. 94.

[4] Overgeleverd door Al-Boekhaarie, Al-Fath’, 11/536.

[5] Voor meer informatie, zie Moe’djam Al-Manaahi Al-Lafdhzieyyah, Bakr Aboe Zayd.



2) Astrologie, of geloven dat de sterren en planeten een invloed hebben op het leven van mensen en gebeurtenissen.

Zayd ibn Khaalid Al-Djoehani verhaalde: “De Boodschapper van Allah leidde ons in het ochtendgebed op Al-H’oedaybieyyah nadat het had geregend ‘s nachts. Toen hij klaar was, draaide hij zich om, om de mensen het gezicht toe te keren en zei: ‘Weten jullie wat jullie Heer zegt?’ Zij zeiden: ‘Allah en Zijn Boodschapper weten het beste.’ Hij zei: ‘(Allah zegt): Deze ochtend werd één van Mijn dienaren een gelovige in Mij en één werd een ongelovige. Voor degene die zei, “We hebben regen gekregen door de gratie en genade van Allah,” hij is een gelovige in Mij en een ongelovige in de sterren; voor degene die zei, ”We hebben regen gekregen door die-en-die ster,” hij is een ongelovige in Mij en een gelovige in de sterren.’” [1]

Degene die horoscopen in kranten en tijdschriften leest en gelooft wat zij zeggen over de invloed van sterren en planeten is een Moeshriek en degene die hen leest voor het vermaak is een zondaar, omdat het niet toegestaan is om zichzelf te vermaken door het lezen van zaken die shirk bevatten, omdat Shaytaan hierdoor zal proberen hem te leiden naar de shirk.



--------------------------------------------------------------------------------

[1] Overgeleverd door Al-Boekhaarie; zie Fath’ Al-Baarie, 2/333.



3) Nog een andere vorm van shirk is geloven dat zekere zaken voordeel kunnen brengen terwijl de schepper ze niet zo heeft gemaakt

Sommige mensen geloven bijvoorbeeld in amuletten en betoveringen, of het dragen van zekere soorten parels of zeeschelpen of metalen oorringen etc, op het advies van waarzeggers of tovenaars of in overeenstemming met geërfde gebruiken. Dus zij hangen ze om hun eigen nek of om de nek van hun kinderen om het boze oog tegen te gaan –zoals zij beweren; of ze binden hen vast aan hun lichamen of hangen ze in hun auto’s of huizen, of dragen ringen met speciale stenen, denkend dat deze dingen hun nood kan verlichten of afweren. Dit is zonder enige twijfel in tegenstelling tot het idee van vertrouwen op Allah, en zal alleen maar resulteren in het nog zwakker maken van een persoon, net als het zoeken van medicijnen op een manier die verboden is. Deze amuletten bevatten duidelijk veel shirk, net als het vragen van hulp aan Djinns en duivels, of vage tekeningen en onleesbare schrijven. Sommige van deze leugenaars schrijven zelfs ayaat uit de Qor’aan, mengen ze met woorden van shirk, of schrijven ze met onreine oplossingen zoals menstruatiebloed. Het ophangen van deze amuletten of ze vastbinden aan iemands lichaam is h’araam, omdat de Profeet heeft gezegd: “Een ieder die een amulet ophangt is schuldig aan shirk.” [1]

Als degene die dit doet, gelooft dat deze dingen voordeel of schade kunnen veroorzaken in plaats van Allah, is hij een Moeshriek die schuldig is aan as-shierk al-akbar. Als hij gelooft dat zij een extra middel zijn om voordeel of schade te veroorzaken, dan is hij een Moeshriek die schuldig is aan as-shierk al-akbar. Dit houdt in dat oorzaken toegeschreven worden aan zaken anders dan Allah.




--------------------------------------------------------------------------------

[1] Overgeleverd door Ah’mad, 4/156; zie ook Sielsielat As-sah’ieh’ah, nr. 492.



4) Te koop lopen met aanbidding

Eén van de voorwaarden voor acceptatie van een goede daad, is dat de uitvoering van de daad vrij moet zijn van pronken. Een andere voorwaarde, is dat de uitvoering van de daad in het kader van de Soennah moet zijn. De persoon die daden van aanbidding zoals bidden, uitoefent teneinde gezien te worden door andere mensen is een Moeshriek en zijn daad is onaanvaardbaar. Allah zegt (interpretatie van de betekenis): “Voorwaar, de huichelaars proberen Allah te misleiden, en Hij vergeldt hun (misleiding). En wanneer zij in salaat staan, staan zij er lui bij, om door de mensen gezien te worden. En zij gedenken Allah slechts weinig.” [1]

De persoon die eveneens een goede daad doet zodat het nieuws over andere mensen zal bereiken, is ook in de zonde van shirk gevallen. De bestraffing voor degene die dit doet, is overgeleverd in de h’adieth verteld door Ibn ‘Abbaas (moge Allah tevreden over hem en zijn vader zijn), waarin de Profeet heeft gezegd: “Een ieder die dingen doet om gezien en gehoord te worden door anderen, Allah zal zorgen dat hij zal worden gezien en gehoord als een voorbeeld voor anderen.” [2]

Een ieder die enige daad van aanbidding doet ter wille van Allah en andere mensen, zijn daden zullen onaanvaardbaar zijn, zoals is vermeld in de h’adieth qoedsi: “Ik ben zo zelfgenoegzaam, dat Ik het niet nodig heb, dat er iemand met Mij wordt geassocieerd. Dus als iemand een daad doet zowel ter wille van iemand anders als van mij, dan doe ik afstand van die daad aan degene die hij met Mij vergeleek.” [3].

Het kan gebeuren dat een persoon aan een daad begint ter wille van Allah en dan de drang over hem komt om te pronken. Als hij weerstand biedt zal zijn daad nog steeds worden aanvaard, maar als hij graag toegeeft, zal –naar de mening van de meeste geleerden- zijn daad onaanvaardbaar zijn.


--------------------------------------------------------------------------------

[1] Soerat An-nisaa-e, aayah 142.

[2] Overgeleverd door Moesliem, 4/2289.

[3] Overgeleverd door Moesliem, nr. 2985.