vrijdag 20 november 2009

verhaal: A mistake worth, its weight in gold.

A mistake worth, its weight in gold.

Vanuit het Arabische originele stuk
door Adel bin Muhammad al-Abdul 'Aalee.
Vertaald door Abu Dujanah naar het Engels.
Vertaald door Abdul-'Aziz Ezhar.

Eén van de salaf (vrome voorganger),Thaabit bin Nu'maan, ging een tuingebied binnen, hij was hongerig en moe, dus wilde hij wat eten, zijn buik was aan het rommelen. Thaabit zag een appelboom, en plukte de appel om het op te eten. hij at de helft van de appel, toen dronk hij wat water uit het riviertje naast de tuin. Daarna begon Thaabit te realiseren dat hij een zonde heeft begaan door zijn honger, en dacht erover na: "Dit is echt een schande, hoe kan ik iemand anders zijn voorziening opeten zonder zijn toestemming." In zijn berouw zei hij tegen zichzelf: "Ik verlaat deze plek niet totdat ik de eigenaar van deze tuin vind, en dan beken ik dat ik van zijn voorziening heb gegeten zonder zijn toestemming." De vrome voorganger Thaabit keek om zich heen en zag een huis en liep er naar toe en klopte op de deur.

De eigenaar deed open en vroeg wat hij wilde. Thaabit zei, "Ik had honger en ging je tuin binnen en heb een appel van jouw boom geplukt en heb de helft ervan gegeten, en toen kwam ik erachter dat deze appel niet van mij was, dus ik kom hier om vergiffenis vragen en hopelijk vergeef je me." De man antwoordde, "Ik vergeef jou niet behalve op één voorwaarde?" Thaabit zei: "Wat is je voorwaarde?" De eigenaar van de tuin zei: "Ik wil dat je met mijn dochter trouwt." Thaabit zei heel blij zonder aarzeling, "Ja, ik zal met haar trouwen." De eigenaar van de tuin zei toen: "Ik wil dat je weet dat mijn dochter blind is en niet kan zien, ze is stom en kan niet praten, en ze is doof ze kan niet horen." Thaabit bin Nu'maan schrok en dacht erover na: wat een ramp, wat moet ik doen? Toen herinnerde hij de tegenslagen en moeilijkheden die hij zal krijgen bij het accepteren van deze vrouw als zijn echtgenote, en het zorgen voor haar is beter dan het eten van voedsel (sadeed) uit het hellevuur door het feit dat hij de appel had gegeten zonder toestemming. Hij realiseerde zich ook dat als hij niet verandert, zullen zijn dagen in dunya geteld zijn. Dus hij beloofde om met zijn dochter te trouwen, en hij ging bidden om vergiffenis en beloning van Allah, de Heer van de werelden.

De dag van het huwelijk kwam, en Thaabit was nerveus en erg bezorgd: "Wat moet ik doen als ik haar zie, hoe gaat alles in zijn werk in een huwelijk met iemand die niet spreekt, ziet en hoort?!" Wat een dilemma, Thaabit zat weer te twijfelen onderweg naar de huwelijksceremonie, maar hij herinnerde Allah (Subhana wa Ta'ala) en Thaabit zei, "Laa hawla wa laa quwata illa billah, wa inna lilah wa inna ilayhi raji'oon." Hij ging naar het huis en kwam daar aan en zijn toekomstige bruid stond op en zei, "Assalamoe 'alaykoem wa rahmatoellahi wa barakatoehoe." Toen hij haar zag kon hij bijna geen adem meer halen, zo een schoonheid heeft hij nog nooit gezien. Hij kwam weer bij adem en zei, "Wat is dit, je kan praten zien en horen!!" Thaabit bin Nu'maan vertelde aan zijn bruid wat haar vader had verteld. Ze gaf toen een ongelofelijke mooie glimlach en zei: "Mijn vader vertelde de waarheid en heeft niet gelogen." Thaabit zei, "Maar waarom vertelde je vader dan dingen over jou die onwaar zijn?" Ze antwoordde, "Mijn vader zegt dat ik niet kan praten, omdat ik nog nooit gesproken heb met een niet mahram man, mijn vader zegt dat ik doof ben, omdat ik nooit ga zitten op plekken waar men roddelt en ik luister nooit naar onzin gesprekken, mijn vader zegt dat ik blind ben, omdat ik nooit kijk naar hetgeen wat Allah heeft verboden om naar te kijken."

"Slechte vrouwen zijn voor de slechte mannen, en de slechte mannen zijn voor de slechte vrouwen. En goede vrouwen zijn voor de goede mannen en de goede mannen zijn voor de goede vrouwen, dezen hebben niets uitstaande met hetgeen anderen zeggen. Er is voor hen vergiffenis en een eerbare voorziening." (QS24:26.)

En zeg: “Mijn Heer, vermeerder mij in kennis.” (20:114.)

“Voorwaar, het zijn alleen de bezitters van kennis onder Zijn dienaren die Allah vrezen.” (35:28.)