maandag 16 november 2009

De gunsten van Kennis

Door de nobele Shaykh

Mohammad ibn Saalih al-‘Oethaymien

- moge Allah hem genadig zijn -



1- Kennis is de erfenis van de profeten. De profeten laten namelijk dirham noch dinar als erfenis na, maar zij hebben kennis als erfenis nagelaten. Degene die kennis verwerft, heeft een overvloedig deel van de erfenis van de profeten verworven. Indien jij, die nu in de vijftiende eeuw leeft (van de islamitische jaartelling), behoort tot de mensen met kennis, dan behoor jij tot de erfgenamen van Mohammad (sallallahoe ‘alayhi wa sallam) en dit is één van de grootste gunsten.



2- Kennis is blijvend, terwijl bezit vergaat. Aboe Hoerayrah - moge Allah tevreden met hem zijn - behoorde tot de armsten van de Metgezellen en soms deed de honger hem neervallen, waarna het leek alsof hij bewusteloos was. Ik vraag jullie bij Allah! Wordt Aboe Hoerayrah niet vandaag de dag nog steeds genoemd onder de mensen? Jazeker, hij wordt vaak genoemd. Hierdoor ontvangt hij een beloning vanwege het profijt dat mensen hebben van zijn overleveringen. Dit komt omdat kennis blijvend is en bezit vergaat. Het is dus aan jou, zoeker naar kennis, om je vast te klampen aan de kennis. Het is authentiek overgeleverd dat de Profeet (sallallahoe ‘alayhi wa sallam) heeft gezegd:



إذا مات الإنسان، انقطع عمله إلا من ثلاث؛ صدقة جارية أو علم ينتفع به، أو ولد صالح يدعو له



‘Als een persoon sterft, stoppen zijn daden, behalve drie: een doorlopende liefdadigheid, kennis waar men profijt van heeft of een rechtschapen kind dat smeekbeden voor hem verricht.'

(Overgeleverd door Moeslim)



3- De bezitter van kennis wordt niet moe van het bewaken van die kennis. Dit komt omdat als Allah jou voorziet van kennis, de plaats van deze kennis het hart is. Er zijn geen kluizen, sleutels of iets anders nodig voor het bewaren ervan. Kennis is in het hart veiliggesteld, in de ziel veiliggesteld. Tegelijkertijd is kennis jouw bewaker, omdat het jou beschermt tegen gevaar, met de toestemming van Allah, de Almachtige en Majesteitelijke. Kennis bewaakt jou dus, terwijl bezit door jou wordt bewaakt. Je plaatst het in kluizen, achter slot en grendel, en ondanks dit alles, ben je er nog niet gerust over.



4- De mens bereikt met kennis het niveau van degenen die getuigen van de waarheid, en het bewijs hiervoor is de Uitspraak van de Verhevene:



شَهِدَ ٱللَّهُ أَنَّهُ لاَ إِلَـٰهَ إِلاَّ هُوَ وَٱلْمَلاَئِكَةُ وَأُوْلُواْ ٱلْعِلْمِ قَآئِمَاً بِٱلْقِسْطِ



‘Allah getuigt dat niemand het recht heeft aanbeden te worden, behalve Hij, en de Engelen en degenen die kennis bezitten. Hij onderhoudt (de schepping) in gerechtigheid.'

[ Soerah Aal ‘Imraan: 18 ]



Heeft Hij gezegd: ‘Degenen die geld bezitten?' Nee, hij heeft juist gezegd: ‘Degenen die kennis bezitten, ... Het is voor jou dus genoeg om trots op te zijn, o zoeker naar kennis, dat je behoort tot degenen die getuigen dat Allah De Enige is Die het recht heeft aanbeden te worden, samen met de Engelen die getuigen van de Eenheid van Allah, de Almachtige en Majesteitelijke.



5- De mensen van de kennis behoren tot de twee soorten gezaghebbers wiens gehoorzaamheid Allah heeft bevolen in Zijn Uitspraak:



يَا أَيُّهَا ٱلَّذِينَ آمَنُواْ أَطِيعُواْ ٱللَّهَ وَأَطِيعُواْ ٱلرَّسُولَ وَأُوْلِي ٱلأَمْرِ مِنْكُمْ



‘O jullie die geloven, gehoorzaam Allah en gehoorzaam Zijn Boodschapper en de gezaghebbers onder jullie.'

[ Soerah an-Nisaa: 59 ]



Het woordje gezaghebbers in dit vers omvat de gezaghebbers van de regeringsleiders, de geleerden en de studenten van kennis. Het gezag dat de mensen van kennis hebben, ligt in het duidelijk maken van de wetgeving van Allah en het uitnodigen van de mensen hiernaar. Het gezag van de regeringsleiders ligt in het toepassen van de wetgeving van Allah, en het verplichten van de mensen hiertoe.



6- De mensen van kennis zijn degenen die standvastig zijn op het bevel van Allah, de Verhevene, totdat het Uur aanbreekt. Het bewijs hiervoor is de hadieth die is overgeleverd door Moe'aawiyah, die heeft gezegd: ‘Ik heb de Profeet - sallallahoe ‘alayhi wa sallam - horen zeggen:



من يرد الله به خيراً يفقهه في الدين، وإنما أنا قاسم والله يعطي ولن تزال هذه الأمة قائمة على أمر الله لا يضرهم من خالفهم حتى يأتي أمر الله



'Degene met wie Allah het goede voorheeft, (die) geeft Hij begrip van de religie. Ik ben slechts een verdeler en Allah is Gever. Deze Oemmah (moslimgemeenschap) zal altijd standvastig op het bevel van Allah blijven, degenen die hen tegengaan zullen hen niet deren, totdat het Bevel van Allah komt.'

(Overgeleverd door al-Boekhaarie)



Al-Imaam Ahmad heeft over deze groep gezegd: ‘Als het niet Ahloel-Hadieth (de mensen van de overleveringen) zijn, dan weet ik niet wie het wel zijn.' En Al-Qaadie ‘Iyaad - moge Allah hem genadig zijn - heeft gezegd: ‘Ahmad bedoelde hier de mensen van de Soennah mee, en degenen die de geloofsleer hebben van Ahloel-Hadieth.



7- De Profeet - sallallahoe ‘alayhi wa sallam - heeft ons niet aangemoedigd om iemand te benijden om één van de gunsten waar Allah die persoon mee heeft begunstigd, behalve twee gunsten en die zijn:



* Het opdoen van kennis en het handelen hiernaar.



* De handelaar die zijn geld ten dienste van de Islaam stelt.



‘Abdoellah Ibn Mas'oed heeft namelijk overgeleverd dat de Boodschapper van Allah (sallallahoe ‘alayhi wa sallam) heeft gezegd:



لا حسد إلا في اثنتين: رجل أتاه الله مالاً فسلطه على هلكته في الحق، ورجل آتاه الله حكمةً فهو يقضي بها ويعلمها



‘Er is geen jaloezie, behalve in twee zaken: een man die door Allah bezit is gegeven, waarop hij dit uitgeeft ten dienste van de Waarheid en een man die door Allah wijsheid is gegeven, waarnaar hij handelt en die hij anderen leert.'

(Overgeleverd door al-Boekhaarie en Moeslim)



8- In een hadieth die door al-Boekhaarie is overgeleverd, op gezag van Aboe Moesa al-Ash'arie (moge Allah tevreden met hem zijn), staat dat de Profeet - sallallahoe ‘alayhi wa sallam - heeft gezegd:



مثل ما بعثني الله به من الهدى والعلم كمثل غيث أصاب أرضاً فكان منها طائفة طيبة، قبلت الماء، فأنبتت الكلأ والعُشب الكثير، وكانت منها أجادب أمسكت الماء، فنفع الله بها الناس فشربوا وسقوا وزرعوا، وأصاب طائفة أخرى إنما هي قيعان لا تُمسك ماء ولا تنبت كلأ فذلك مثل من فقُُه في دين الله ونفعهُ ما بعثني الله به ، فعلم وعلم ، ومثل من لم يرفع بذلك رأساً ، ولم يقبل هُدى الله الذي أرسلتُ به



‘Het voorbeeld van datgene waarmee Allah, de Almachtige en Majesteitelijke, mij heeft gezonden aan leiding en kennis is gelijk aan het voorbeeld van overvloedige regen die op een stuk aarde is gevallen. Een deel ervan was zuiver en accepteerde het water, waardoor zij veel planten en gras voortbracht. Een ander deel was barre grond die het water vasthield, waardoor Allah er de mensen profijt van bezorgde. Zij dronken ervan, lieten anderen drinken en verbouwden. Een gedeelte (van de regen) viel op een ander, onvruchtbaar stuk aarde, dat geen water vasthoudt en ook geen planten voortbrengt. Dit is het voorbeeld van iemand die begrip heeft van de religie van Allah en die profijt heeft van datgene waarmee Allah mij heeft gezonden. Hij leert en onderwijst; en het voorbeeld van iemand die daar niet naar omkijkt en die de leiding van Allah waarmee ik ben gezonden, niet accepteert.'



9- Kennis is de weg naar het Paradijs, zoals wordt vermeld in de hadieth die is overgeleverd door Aboe Hoerayrah, dat de Profeet - sallallahoe ‘alayhi wa sallam - heeft gezegd:



ومن سلك طريقا يلتمس فيه علماً سهل الله له به طريقاً إلى الجنة



‘En degene die een weg neemt om kennis op te doen, Allah zal hierdoor een weg naar het Paradijs voor hem vergemakkelijken.'

(Overgeleverd door Moeslim)



10- In een hadieth van Moe'aawiyah is overgeleverd dat de Boodschapper van Allah - sallallahoe ‘alayhi wa sallam - heeft gezegd:



‘Degene met wie Allah het goede voorheeft, die geeft Hij begrip van de religie.'

(Overgeleverd door al-Boekhaarie)



Hiermee wordt bedoeld dat Hij van hem een Faqieh van de religie van Allah, de Almachtige en Majesteitelijke, maakt. Met de fiqh in de religie worden niet alleen de praktische regels bedoeld, die gespecificeerd zijn bij de mensen van de kennis. Wat ermee bedoeld wordt is: de kennis van de Eenheid van Allah en de fundamenten van de religie, en alles wat samenhangt met de wetgeving van Allah, de Almachtige en Majesteitelijke. Als er niets anders in het Boek en de Soennah te vinden zou zijn over de gunst van de kennis dan deze overlevering, dan zou deze genoeg zijn om aan te moedigen tot het opdoen van kennis over de islamitische wetgeving en het begrijpen hiervan.



11- Kennis is een licht dat de dienaar kan gebruiken om (zijn pad) mee te verlichten. Hierdoor kan de dienaar weten hoe hij zijn Heer moet aanbidden en hoe hij Zijn dienaren moet behandelen, zodat hij dit doet op basis van kennis en inzicht.



12- De geleerde is een licht waarmee de mensen worden geleid in zaken van hun religie en zaken van hun wereldse leven. Velen van jullie kennen het verhaal van de man die behoorde tot de kinderen van Israa-iel (de Profeet Ya'qoeb alayhis-salaam). Hij had 99 mensen gedood en vroeg toen naar de meest geleerde persoon op aarde, waarna hij werd verwezen naar een man die veel aanbidding verrichtte. Hij vroeg hem of hij berouw kon tonen. Het was alsof de man die veel aanbidding verrichtte versteld stond van de zaak en daardoor zei: ‘Nee,' waarna de man hem ook doodde en hiermee de honderd voltooide. Daarna is hij naar een geleerde toegegegaan en heeft hij hem hetzelfde gevraagd. De geleerde vertelde hem dat hij wel berouw kon tonen, en dat er niets tussen hem en het berouw in stond. Vervolgens verwees hij hem naar een land met rechtschapen inwoners, zodat hij daar naartoe kon gaan. De man is toen onderweg naar het land overleden. (Overgeleverd door al-Boekhaarie en Moeslim). Kijk naar het verschil tussen de geleerde en de onwetende!



13- Allah verheft de mensen van de kennis in het Hiernamaals en in het wereldse leven. In het Hiernamaals verheft Allah hen in rang op basis van de mate waarin ze uitnodigden naar Allah, de Almachtige en Majesteitelijke en handelden naar hetgeen zij wisten. In het wereldse leven verheft Allah hen in rang onder Zijn dienaren op basis van hetgeen zij verricht hebben. Allah, de Verhevene, heeft gezegd:



يَرْفَعِ ٱللَّهُ ٱلَّذِينَ آمَنُواْ مِنكُمْ وَٱلَّذِينَ أُوتُواْ ٱلْعِلْمَ دَرَجَاتٍ



‘Allah zal degenen onder jullie die geloven en degenen die kennis is gegeven in rang verheffen.'

[ Soerah al-Moedjaadilah: 11 ]



Bron: ‘Kitaab al-‘Ilm', blz. 13