dinsdag 4 augustus 2009

Mozes en de tovenaars

De tovenaars zijn degenen die door de Farao gebracht werden, zodat hij aan de mensen kon bewijzen dat Moesa (Mozes, vrede zij met hem) niets anders dan een tovenaar was. De Farao zond verzamelaars naar de steden, zodat zij alle vaardige tovenaars zouden brengen. Er werd tegen de mensen gezegd:



"Zullen jullie je verzamelen, opdat wij de tovenaars volgen, als zij de overwinnaars zijn?"



Daarop verzamelden de mensen zich en de vaardige tovenaars kwamen vanuit elke plaats, om de Farao bij te staan tegen Moesa en datgene waarmee hij was gekomen. Laten we ons de huidige toestand van de tovenaars inbeelden, voordat het Geloof hun harten binnen is gedrongen:



Zij verlangen naar het wereldse leven en hebben een laag doel en een smalle kijk. Zij houden van de begeerten en van de wereldse zaken. Daarom gingen zij naar de Farao, voordat zij de confrontatie aangingen, en zeiden:



Is er zeker een beloning voor ons, als wij de overwinnaars zijn?

[ Soerah ash-Shoe'araa- 26:41 ]



De Farao kende de aard van dit soort mensen en daarom zei hij tegen hen, om hen gerust te stellen en hen te verheugen:



"Ja, en jullie zullen dan waarlijk behoren tot degenen die (tot mij) nabij gebracht zijn.

[ Soerah ash-Shoe'araa- 26:42 ]



Dat wil zeggen: jullie zullen de bezittingen en geschenken krijgen die jullie verlangen en jullie zullen de posities en rangen krijgen waar jullie zielen naar hunkeren en jullie begeerten naar smachten.



Toen de tovenaars gerust waren gesteld over hun wereldse profijten, gingen zij de confrontatie aan. Het enige waar de tovenaars om gaven, was het wereldse leven, wereldse bezittingen en wereldse posities. Daarom twistten zij met elkaar over hun zaak, voordat zij de wedstrijd aangingen, en zij hielden een geheim overleg. Waar ging dit geheime overleg over? Allah heeft ons dit in Zijn Boek laten zien. Hij zegt:



Zij zeiden: "Waarlijk, dit zijn zeker twee tovenaars die jullie met hun tovenarij uit jullie land willen verdrijven en jullie navolgenswaardige wijze willen overnemen. Beraam jullie plan en kom dan in rijen. En hij die vandaag overwint, zal zeker welslagen."

[ Soerah Ta Ha 20:63-64 ]



Daarna zeiden zij tegen Moesa op de plaats van de krachtmeting, terwijl de mensen rondom hen toekeken:



Zij zeiden: "O Moesa! Of jij werpt, of wij zijn het die het eerst werpen."

[ Soerah Ta Ha 20:65 ]



Op een andere plaats in de Koran lezen we:



Zij zeiden: "O Moesa! Of jij werpt, of wij zijn het die de werpers zijn."

[ Soerah al-A'raaf 7:115 ]



Dit laat zien dat zij zeker van zichzelf waren dat zij de overwinning zouden behalen. Daarom vroegen zij Moesa en stelden hem voor de keuze:



"Of jij werpt, of wij zijn het die de werpers zijn."



Moesa zei tot hen: "Werp wat jullie te werpen hebben." Toen wierpen zij hun touwen en hun stokken en zij zeiden: "Bij de macht van de Farao, wij zullen waarlijk de overwinnaars zijn!"

[ Soerah ash-Shoe'araa- 26:43-44 ]



Kijk naar hen: dit is de dienaar van dit wereldse leven, voordat het Geloof zijn hart binnendringt. Hij buigt en knielt voor de Farao en heeft geen ander doel dan het vergaren van wereldse bezittingen. Dit is de reden dat zij zwoeren bij de macht van de Farao.



De tovenaars gaven alle kracht, kennis en behendigheid die zij hadden in de tovenarij van de inbeelding, zodanig dat zij met een machtige tovenarij kwamen. Allah (Verheven is Hij) zegt:



Hij (Moesa) zei: "Werp." Toen zij dan wierpen, betoverden zij de ogen van de mensen en joegen hen angst aan en zij kwamen met een machtige tovenarij.

[ Soerah al-A'raaf 7:116 ]



Allah (Verheven is Hij) zegt:



Toen voelde Moesa vrees in zich opkomen. Wij zeiden: "Vrees niet. Voorwaar, jij bent degene die zal overwinnen." En werp datgene wat in je rechterhand is, het zal hetgeen zij verricht hebben, verslinden. Voorwaar, wat zij verricht hebben, is slechts de list van een tovenaar. En de tovenaar zal niet welslagen, waar hij ook heen gaat."

[ Soerah Ta Ha 20:67-69 ]



Kijk naar deze wonderbaarlijke verandering: Moesa wierp zijn stok neer, waarna deze hetgeen zij verrichtten, begon te verslinden. De tovenaars kenden de tovenarij, maar wat Moesa verrichtte was geen tovenarij. Het was niets anders dan een wonder van Allah (de Almachtige en Majesteitelijke), waarmee Hij Zijn Boodschapper Moesa (vrede zij met hem) versterkte. Daarnaast wijst het op zijn waarachtigheid en zijn profeetschap. De tovenaars wisten dit en het Geloof drong hun harten binnen, waarna zij zich ter aarde wierpen voor Allah.



Allah (Verheven is Hij) zegt:



Toen vielen de tovenaars op hun knieën. Zij zeiden: "Wij geloven in de Heer van Haaroen (Aaron, de broer van Mozes) en Moesa."

[ Soerah Ta Ha 20:70 ]



Op een andere plaats in de Koran lezen we:



Toen wierpen de tovenaars zich knielend neer. Zij zeiden: "Wij geloven in de Heer der Werelden. De Heer van Moesa en Haaroen."

[ Soerah ash-Shoe'araa- 26:46-48 ]



Allah is de Grootste! Enkele momenten geleden knielden en bogen zij nog voor de Farao. Enkele momenten geleden zeiden zij nog:



"Bij de macht van de Farao!"



Maar nu, enkele ogenblikken later, knielen en buigen zij voor de Heer der Werelden, de Heer van de hemelen en de aarde. Zij zeiden:



"Wij geloven in de Heer der Werelden, de Heer van Moesa en Haaroen."



Voorwaar, dit is het Geloof. Dit is de zoetheid van het Geloof, wanneer deze het hart van de mens binnendringt en zich hier vestigt. Wat is deze verandering die plaats heeft gevonden? Enkele ogenblikken geleden beloofde de Farao de tovenaars nog de vergankelijke, wereldse bezittingen en zei tegen hen:



"Ja, en jullie zullen dan waarlijk behoren tot degenen die (tot mij) nabij gebracht zijn."



Hij beloofde hun wereldse bezittingen en posities. Maar nu - nadat zij geloofd hebben - bedreigt hij hen met de dood, de kruisiging en het afhakken van de handen en voeten en hij bedreigt hen met de vernederende, pijnlijke bestraffing. Maar is degene wiens hart gevuld is met het Geloof bang voor de tirannen en onderdrukkers? Vreest degene die de zoetheid van het Geloof geproefd heeft dan en wankelt hij, wanneer hij met een zaag in tweeën wordt gezaagd en zijn vlees met ijzeren kammen van zijn botten wordt geschraapt? Nooit zal hij wankelen, omdat hij weet dat hij zich op de Waarheid bevindt. Hij weet dat er na de Waarheid niets anders is dan de dwaling. Hij weet dat de Waarheid het meeste recht heeft om gevolgd te worden.



Allah (de Almachtige en Majesteitelijke) bericht ons in Zijn Machtige Boek over de pijnlijke bestraffing waarmee de Farao de tovenaars bedreigde. Hij (Verheven is Hij) zegt:



Hij (de Farao) zei: "Geloven jullie in hem, voordat ik jullie toestemming geef? Voorwaar, hij is zeker jullie meester die jullie de tovenarij heeft onderwezen! En voorzeker, jullie zullen het spoedig weten. Ik zal waarlijk jullie handen en jullie voeten aan tegengestelde kanten afhakken en ik zal jullie waarlijk allen kruisigen." Zij (de tovenaars) zeiden: "Het zal ons niet deren. Voorwaar, wij zullen naar onze Heer terugkeren."

[ Soerah ash-Shoe'araa- 26:49-50 ]



Op een andere plaats in de Koran lezen wij:



Hij (de Farao) zei: "Geloven jullie in hem, voordat ik jullie toestemming heb gegeven? Voorwaar, hij is zeker jullie meester die jullie de tovenarij heeft onderwezen! Voorzeker, ik zal waarlijk jullie handen en voeten aan tegengestelde kanten afhakken en ik zal jullie waarlijk kruisigen aan de stammen van dadelpalmen. En jullie zullen waarlijk weten wie van ons harder en blijvender in de bestraffing is." Zij zeiden: "Wij zullen jou nooit verkiezen boven datgene wat tot ons is gekomen van de duidelijke bewijzen en boven Degene Die ons geschapen heeft. Oordeel dus wat je wilt oordelen. Voorwaar, je oordeelt slechts in dit wereldse leven. Voorwaar, wij geloven in onze Heer, opdat Hij onze zonden zal vergeven en de tovenarij waartoe jij ons gedwongen hebt. En Allah is beter en blijvender." Voorwaar, wie als een misdadiger tot zijn Heer komt, voor hem is er waarlijk Djahannam (de Hel), waarin hij niet zal leven en niet zal sterven. En wie als een gelovige tot Hem komt en goede daden verricht heeft: diegenen zijn het voor wie de hoge rangen zijn.

[ Soerah Ta Ha 20:71-75 ]



Kijk naar de tovenaars enkele momenten geleden, terwijl zij zeiden:



Bij de macht van de Farao!

[ Soerah ash-Shoe'araa- 26:44 ]



Zij zeiden:



Is er zeker een beloning voor ons, als wij de overwinnaars zijn?

[ Soerah ash-Shoe'araa- 26:41 ]



En zie, nadat het Geloof in hun harten binnendrong, zeiden zij:



Wij zullen jou nooit verkiezen boven datgene wat tot ons is gekomen van de duidelijke bewijzen en boven Degene Die ons geschapen heeft. Oordeel dus wat je wilt oordelen. Voorwaar, je oordeelt slechts in dit wereldse leven. Voorwaar, wij geloven in onze Heer, opdat Hij onze zonden zal vergeven.

[ Soerah Ta Ha 20:72-73 ]





De lessen die we kunnen trekken uit het verhaal van de tovenaars:



Ten eerste: Wanneer het Geloof de harten binnendringt en zich hierin vestigt, verandert het hart en veranderen de woorden, de daden en de doelen. Deze persoon verandert van een verlanger van dit wereldse leven naar een verlanger van het Hiernamaals.



Vóór het Geloof zeiden de tovenaars:



Is er zeker een beloning voor ons, als wij de overwinnaars zijn?

[ Soerah ash-Shoe'araa- 26:41 ]



Na het Geloof zeiden zij:



Onze Heer, stort geduld over ons uit en laat ons sterven als moslims.

[ Soerah al-A'raaf 7:126 ]



Ook zeiden zij:



Voorwaar, wij hopen dat onze Heer onze zonden vergeeft, omdat wij de eerste gelovigen zijn.

[ Soerah ash-Shoe'araa- 26:51 ]



Vóór het Geloof hadden zij een laag doel en een smalle kijk. Zij aanbaden de begeerten. Het enige waar zij zich om bekommerden, waren de wereldse bezittingen. Maar na het Geloof hadden zij een verheven doel en een brede kijk: zij wilden het Paradijs. Zij wilden het gezelschap van de Profeten, de waarachtigen, de martelaren en de rechtschapenen.



Ten tweede: Wanneer het Geloof het hart binnendringt, wordt dit wereldse leven klein in de ogen van zijn metgezel en wordt het Hiernamaals groot. Zodoende zie je hem 's nachts en overdag hunkeren naar het Hiernamaals.



Het is om deze reden dat je ziet dat de tovenaars, voordat het Geloof hun harten binnendrong, verlangers van deze wereld waren. Maar nadat het Geloof hun harten binnendrong, verlangden zij niets anders dan het Hiernamaals.



Ten derde: Wanneer het Geloof zich in het hart vestigt, dan is de gelovige niet bang voor bedreigingen en martelingen, zelfs al worden zijn ledematen aan tegengestelde kanten afgehakt en wordt hij gekruisigd aan de stammen van dadelpalmen. Dit is omdat hij met zekerheid weet dat wanneer hij dit leven verlaat, terwijl hij zich op het Geloof bevindt, hij zich dan naar een tuin zal begeven in zijn graf; en op de Dag der Opstanding zal hij overwinnen met een Paradijs dat zo breed is als de hemelen en de aarde.



De gelovige heeft dus geen vrees, zelfs al wordt er een zaag op zijn hoofd geplaatst en wordt hij in tweeën gezaagd, zelfs al wordt zijn vlees van zijn botten geschraapt met ijzeren kammen, omdat hij met zekerheid weet dat hij zich op de Waarheid bevindt.



Ten vierde: Tovenarij is verboden. De tovenaars zeiden:



"Voorwaar, wij geloven in onze Heer, opdat Hij onze zonden zal vergeven en de tovenarij waartoe jij ons gedwongen hebt."



Tovenarij is dus verboden. Het is voor de moslim absoluut niet toegestaan om tovenarij te leren of om deze te onderwijzen. Het is voor de moslim absoluut niet toegestaan om naar een tovenaar te gaan. Wie namelijk naar een tovenaar of waarzegger gaat en hem gelooft in datgene wat hij zegt, die is waarlijk ongelovig in hetgeen aan Mohammed (vrede zij met hem) werd geopenbaard. (Sahieh al-Djaami', 5815)



Ten vijfde: Wie een kwade list beraamt voor een ander, zal hier zelf door getroffen worden.



De Farao beraamde een list tegen Moesa, toen hij de tovenaars bracht en de mensen vanuit alle plaatsen opriep om zich allen te verzamelen en er tegen hen gezegd werd: "Zullen jullie je verzamelen, opdat wij de tovenaars volgen, als zij de overwinnaars zijn?" Maar Allah liet hun list terugkeren tot hen en gebruikte hun plan tegen hen. Allah (de Almachtige en Majesteitelijke) gaf Moesa de overwinning: de tovenaars, die de Farao had gebracht om Moesa te verslaan, kwamen tot het Geloof.



En de kwade list treft niemand dan de beramer ervan.

[ Soerah Faatir 35:43 ]



En zij beraamden een list en Allah beraamde een list en Allah is de Beste der Beramers.

[ Soerah al-Anfaal 8:30 ]