donderdag 27 augustus 2009

Woorden van advies voor Ramadaan

Geschreven door Shaych 'Abdoel-‘Aziez Ibn Baaz

Vraag: “Wat voor woorden van leiding heeft U voor de Moslim gemeenschap, met de komst van de Ramadaan?”


Antwoord: “In de naam van Allaah, alle lof is aan Allaah alleen, en moge Allaah gebeden en zegeningen op onze Profeet (salallaahoe `aleihie wasellem) en zijn familie en zijn metgezellen zenden en wie geleid is door zijn leiding. En wat volgt:

Zeer zeker, betreffende de komst van de gezegende maand Ramadaan, adviseer ik mijn Moslim broeders en zuster om vrees voor Allaah, de Almachtige en Majesteitelijke te hebben, en te streven naar goede daden, en oprecht advies te geven en geduldig te zijn met het advies, en elkaar te assisteren in goede daden en vroomheid, en waakzaam te zijn van alle zonden die Allaah verboden heeft, waar iemand dan ook mag zijn, in het speciaal gedurende deze nobele
maand, want zeer zeker is het een grootse (kostbare) maand, waarin de beloning voor goede daden wordt vermenigvuldigd.

Fouten (zonden) worden gedurende deze maand vergeven, voor diegene die vasten en vrijwillige gebeden verrichten, met oprecht geloof en hoop om Allaah`s beloning te bereiken.

De profeet (salallaahoe `aleihie wasellem) heeft gezegd:

“Diegene die gedurende de Ramadaan vast, met oprecht geloof en hopende Allaah`s beloning te bereiken, al zijn voorgaande zonden zullen dan vergeven worden.”

De profeet (salallaahoe `aleihie wasellem) heeft gezegd:

“Wanneer de maand van Ramadaan begint, zijn de poorten van de Hemel geopend en de poorten van het Hellevuur gesloten en zijn de duivels geketend.”

De profeet (salallaahoe `aleihie wasellem) heeft gezegd:

“Vasten is een schild of bescherming van het vuur en van het begaan van zonden. Als een van jullie aan het vasten is, moet hij seksuele gemeenschap met zijn vrouw vermijden en het maken van ruzie, en als iemand wil vechten of ruzie wil maken met hem, moet hij zeggen: “Ik ben aan het vasten.””

De profeet (salallaahoe `aleihie wasellem) heeft ook gezegd: (op autoriteit van Allaah):

“Alle daden van de zoon van Adam zijn voor zichzelf, een goede daad is gelijk aan tien maal zijn gelijkwaardigheid, behalve het vasten, want voorwaar het is voor Mij, en ik zal er een beloning voor geven. Hij liet zijn behoeften, zijn eten, zijn drinken voor Mij. Er zijn twee plezierigheden voor de vastende persoon, een op het moment als hij het vasten verbreekt, en de andere op het moment als hij zijn Heer ontmoet. De onplezierige geur die uit de mond van een vastende persoon komt is plezieriger bij Allaah dan de lucht van Musk.”

De profeet (salallaahoe `aleihie wasellem) was gewend om het goede nieuws voor het aankomen van Ramadaan aan te kondigen aan zijn metgezellen, hij zei dan tegen hen:

“De maand Ramadaan is naar jullie gekomen. Het is de maand van zegeningen. Gedurende deze maand, zendt Allaah zijn Genade neder, iemands fouten worden vergeven, smeekbeden worden beantwoord en Allaah prijst je aan in aanwezigheid van Zijn engelen, dus laat Allaah je deugdzaamheid zien. Want voorzeker de ongelukkige individueel is hij die onthouden wordt van Allaah`s Genade.”

De profeet (salallaahoe `aleihie wasellem) heeft gezegd:

“Diegene die geen kwade taal en handelingen vermijdt, Allaah heeft het niet nodig dat hij zijn eten en drinken laat (bedoelende zijn vasten).”

En zulke overleveringen betreffende de superioriteit van Ramadaan en het streven om goede daden te laten toenemen in deze maand, zijn vele.

Daarvoor, adviseer ik mijn Moslim broeders en zusters om oprecht te zijn gedurende deze dagen en nachten, en te wedijveren in het doen van goede daden. En van onder deze goede daden zijn: Het toenemen van het lezen van de Nobele Qor`aan, met begrip en overpeinzing. En het toenemen in het verheerlijken van Allaah [subhaan-Allaah] (at-Tasbeeh), met begrip en overpeinzing, het preizen van Allaah [al-Hamdu-Lillaah] (at-Tahmeed), en het verklaren dat niets of niemand het recht heeft om aanbeden te worden behalve Allaah [Laa ilaaha ill-Allaah] (at-Tahleel, en het verklaren van de grootheid van Allaah [Allaahu Akbar] (at-Takbeer), en het vragen van vergeving aan Allaah [Astaghfi-rullaah] (al-Istighfaar), en Allaah voor het Paradijs vragen, en het vragen van Zijn bescherming tegen het Hellevuur en alle andere goede smeekbeden.

Ook adviseer ik mijn Moslim broeders en zusters om toe te nemen in het geven van liefdadigheid, en om de zwakken en de noodlijdende te troosten en op hun gemak te stellen, en om de zakaat te verspreiden over degene die het verdienen, en om te trachten de mensen uit te nodigen naar het pad van Allaah (Soebhaanahoe wa Ta'aala) en diegene die onbekend zijn met de Islaam te leren, en het gebieden van het goede en het verbieden van het slechte met zachtheid, wijsheid en de beste manieren, en te waarschuwen tegen al het kwade en het oprecht zoeken naar vergeving, volgens Allaah`s uitspraak:

“…en allen van jullie smeken Allaah om jullie allen te vergeven. O gelovigen, zodat jullie succesvol mogen zijn.” (Soerah an-Noer, Vers 31)

En de uitspraak van Allaah:

“Voorwaar diegene die zeggen: Onze Heer is (alleen) Allaah, en daarna Istaqamoe (i.e. standvastig stonden op Islaamitisch Geloof en Monotheïsme door het wegblijven van allerlei zonden en kwade daden die Allaah verboden heeft en door het verrichten van allerlei goede daden die Hij opgedragen heeft) Voor hen zal geen vrees zijn, nog zullen zij rouwen. Zij zullen verblijven in het Paradijs daarin duurzaam blijvend, als beloning voor wat zij deden.” (Soerah al-Ahqaaf, Vers 13-14)

Moge Allaah iedereen succes schenken in hetgeen wat Hem tevreden stelt, en iedereen beschermen tegen de verleidingen die doen dwalen, en tegen alle satanische verlokkingen. Want voorwaar Allaah is vrijgevig en vriendelijk.”


Bron: Fataawa Ramadaan - Volume 1, Pagina 32, Fatwa No.7;
Majmoo' Fataawa Samaahatu as-Shaykh 'Abdul-'Azeez Ibn Baaz -Volume 3, Pagina`s 147-148

woensdag 26 augustus 2009

De verliezers in de ramadan

De verliezers in de Ramadan


In de naam van Allah de Barmhartige en de Genadevolle. En alle lof zij Degene Die vanwege Zijn Gunst de weldoeners succesvol heeft gemaakt. En vrede en zegeningen zij met Mohammed, de beste der schepselen.

De maand ramadan is naast een maand van leiding, vergeving en genade voor de mensen ook een maand van de verliezers. Zo zegt de Profeet (vrede zij met hem): “Moge de neus door het stof gehaald worden van degene die (de maand) Ramadan meemaakt en voor wie deze eindigt zonder dat zijn zonden hem vergeven worden.”
(at-Tirmidhi en correct bevonden door al-Albaanie)

Ook zegt de Profeet (vrede zij met hem): “Er is voor de moslims geen maand die beter is dan (de maand) Ramadan. En er is voor de hypocrieten geen maand die slechter is dan (de maand) Ramadan. Dit omdat de gelovigen zich daarin klaarmaken om op kracht te komen voor de aanbidding. En omdat de hypocrieten zich daarin storten op de achteloosheid en het privéleven van mensen. Het (de maand Ramadan) is voor de gelovige een profijt en voor de zondaar een last.”
(Ahmad en correct bevonden door Ahmed Shakir)

De verliezers in de maand Ramadan zijn:

Degene die niet vasten uit geloof en niet rekenen op de beloning van hun Heer. Zij vasten slechts om gezien te worden of omdat het bij hen een gewoonte is. Zo zegt de Profeet (vrede zij met hem): “Wie in (de maand) Ramadan vast uit geloof en rekenend (op de beloning van Allah), al zijn voorgaande zonden zullen hem vergeven worden.”
(al-Boekhaari en Moeslim)

Uitgaande van het bovenstaande kunnen we dus concluderen dat degene die niet vast uit geloof en rekenend op de beloning van Allah, niet vergeven zal worden voor zijn voorgaande zonden. En als een persoon niet wordt vergeven in de maand Ramadan, wanneer dan wel?

Zij die het nachtgebed niet verrichten uit nalatigheid of omdat het te zwaar is voor hen om deze daad na te komen. Ook zij komen niet in aanmerking voor het vergeven van hun zonden in de maand Ramadan.De Profeet (vrede zij met hem) zegt immers: “Wie (de maand) Ramadan bidt uit geloof en rekenend op de beloning van Allah, al zijn voorgaande zonden zullen hem vergeven worden.”
(al-Boekhaari en Moeslim)

Zij die slecht gedrag vertonen en hun vasten weerhoudt hen niet van het begaan van zonden, daarover zegt de Profeet (vrede zij met hem): “Wie leugens en vulgaire taal en het handelen ernaar niet laat, hoeft van Allah ook zijn eten en drinken niet te laten.”
(al-Boekhaari)

Zij die hun tijd in deze gezegende maand besteden aan slapen, achteloosheid, tv kijken, muziek luisteren en nog meer van datgene wat de Heer der werelden verafschuwt, daarover zegt de Profeet (vrede zij met hem) ook: “Hoeveel van de vastenden hebben van het vasten slechts het aandeel van honger en dorst?”
(Ahmad, Ibn Maadjah)

Zij die de vijf verplichte gebeden en het vrijdaggebed niet nakomen, daarover zegt Allah (interpretatie van de betekenis):

“Maar na hen volgden andere generaties, die de Salaat achterwege lieten en de begeerten volgden. Daarom zullen zij verlies tegemoet zien.”
(Soerat Maryam: 59)

Zij die hun vasten opzettelijk bederven door zaken zoals het hebben van geslachtsgemeenschap, eten, drinken, masturbatie, leugens, roddel, achterklap, afgunst, beledigen, spotten en andere van dit soort zaken.

Zij die hun best doen in het begin van de Ramadan en de intentie nemen om berouw te tonen en standvastig te blijven, maar al gauw vervallen de aspiraties en keren zij terug om zo weer het leven van nutteloosheid en leed te leiden.

Zij die deze maand niet gebruiken om een nieuw begin te maken wat betreft het lezen en overpeinzen van het Boek van Allah. Zo zegt Allah (interpretatie van de betekenis):

“Denken zij niet na over de koran? Er zijn zelfs sloten op hun harten.”
(Soerat Mohammed: 24)

Zij die hebberig zijn over hun bezittingen en dit niet uitgeven op het Pad van Allah. Zij voeden de behoeftigen niet, geven de vastenden niks om hun vasten te verbreken, kleden degenen niet die zonder kleren zitten en zijn verder nergens betrokken bij het goede. Zo zegt Allah, de Verhevene, (interpretatie van de betekenis):

“Weet dat jullie degenen zijn die opgeroepen worden om bijdragen te geven op de Weg van Allah. En onder jullie zijn er die gierig zijn, en wie gierig is: voorwaar, hij is slechts gierig ten nadele van zichzelf. En Allah is de Behoefteloze, terwijl jullie de behoeftigen zijn.”
(Soerat Mohammed: 38)

De voorgenoemde zaken beperken zich niet tot de maand Ramadan. De moslim dient zich te allen tijde voorbeeldig te gedragen en de daden te verrichten die hem nader tot zijn Heer brengen. Wel kan de maand Ramadan als een nieuw begin worden gezien en een opzetje naar een verbeterd leven.

dinsdag 25 augustus 2009

Bijzonderheden van de maand Ramadaan

Ramadaan is één van de twaalf Arabische maanden. Het is een maand die in de islamitische godsdienst wordt vereerd en wordt onderscheiden van de andere maanden door een aantal bijzonderheden en deugden.


De vierde zuil
Allah (de Verhevene) heeft het vasten van deze maand de vierde zuil van de Islaam gemaakt. Allah (de Verhevene) heeft gezegd:

شَهْرُ رَمَضَانَ الَّذِيَ أُنزِلَ فِيهِ الْقُرْآنُ هُدًى لِّلنَّاسِ وَبَيِّنَاتٍ مِّنَ الْهُدَى وَالْفُرْقَانِ فَمَن شَهِدَ مِنكُمُ الشَّهْرَ فَلْيَصُمْهُ

"De maand Ramadaan is het waarin de Qur’aan is neergezonden, als Leiding voor de mensheid en als duidelijke bewijzen van de Leiding en de Furqaan.1 Wie van jullie aanwezig is in de maand, laat die dan vasten." (Al Baqarah, 185)
En zoals vermeld staat in een overlevering die door ibnu 3Umar (moge Allah met hen beiden behaagd zijn) verhaald is, dat de Boodschapper van Allah (Allah's gebeden en vrede zij met hem) gezegd heeft: "De Islaam is gebouwd op vijf, namelijk; het getuigen dat er geen god is behalve Allah, en dat Mohammed de Boodschapper van Allah is en het verrichten van het gebed en het geven van de zakaah en het vasten van (de maand) Ramadaan en al-Hadj verrichten naar het (Heilige) Huis." (Sahieh al-Bukhaarie en Muslim)


Het begin van de openbaring
Allah (de Verhevene) heeft de Qur’aan in deze maand nedergezonden. Allah (de Verhevene) zegt namelijk:

شَهْرُ رَمَضَانَ الَّذِيَ أُنزِلَ فِيهِ الْقُرْآنُ

"De maand Ramadaan is het waarin de Qur’aan is neergezonden, als Leiding voor de mensheid en als duidelijke bewijzen van de Leiding en de Furqaan." (Al Baqarah, 185)
En Allah (Geprezen en Verheven zij Hij) zegt ook:

إِنَّا أَنزَلْنَاهُ فِي لَيْلَةِالْقَدْرِ

“Waarlijk, Wij hebben hem (de Qur’aan) in de Nacht van de Qadr nedergezonden.” (Al Qadar, 1)


Laylatu al-Qadr
Allah heeft Laylatu-l-Qadr2 in deze maand doen plaatsvinden, welke beter is dan duizend maanden. Zoals Allah heeft gezegd (interpretatie van de betekenis):
"Waarlijk, Wij hebben hem (de Qur’aan) neergezonden in de Nacht van de Qadr. En wat doet jou weten wat de Nacht van de Qadr is? De Nacht van de Qadr is beter dan duizend maanden. De engelen en de Roeh (Djibriel) dalen daarin (veelvuldig) neder met de toestemming van hun Heer, voor elke beschikking. Vrede heerst (in deze nacht) tot aan het aanbreken van de ochtendschemering." (Al Qadr)
En Hij heeft ook gezegd:

إِنَّا أَنزَلْنَاهُ فِي لَيْلَةٍ مُّبَارَكَةٍ إِنَّا كُنَّا مُنذِرِينَ

"Voorwaar, Wij hebben hem (de Qur’aan) in de Gezegende Nacht neergezonden. Voorwaar, Wij zijn Waarschuwers." (Addukhaan, 3)

Allah heeft Ramadaan met Laylat al-Qadr begunstigd. En om de verhevenheid van deze Gezegende Nacht kenbaar te maken is soerat Al-Qadr nedergezonden. En ook zijn er tal van overleveringen overgeleverd, die spreken over de verhevenheid van deze nacht, waaronder de overlevering van Aboe Hurayrah (moge Allah behaagd met hem zijn) waarin hij zegt dat de Boodschapper van Allah (Allah's gebeden en vrede zij met hem) heeft gezegd: "Waarlijk, tot jullie is Ramadaan, een gezegende maand, gekomen. Allah (de Verhevene) heeft het voor jullie verplicht gesteld om deze te vasten. Tijdens (deze maand) worden de poorten van het Paradijs geopend en de poorten van het Hellevuur worden gesloten en de opstandige duivels worden vastgeketend. Voor Allah, erin (in de maand Ramadaan) is één nacht die beter is dan duizend maanden en wie wordt ontnomen van haar goedheid, is waarlijk (van iets groots) ontnomen."3
Tevens is verhaald door Aboe Hurayrah (moge Allah met hem behaagd zijn) dat de Boodschapper van Allah (Allah's gebeden en vrede zij met hem) heeft gezegd: "Al wie staand (in het gebed) Laylatu-l-Qadr doorbrengt uit (oprecht) geloof en rekenende (op de beloning van Allah), al zijn voorgaande zonden worden hem vergeven." (Sahieh al-Bukhaarie en Muslim)


Salaat attaraawieh
Allah (Geprezen en Verheven zij Hij) heeft het vasten van de Ramadaan en het doorbrengen van haar nachten in aanbidding, uit oprecht geloof en hopende op de beloning van Allah, een aanleiding gemaakt voor de vergiffenis van de zonden. Zoals vermeld is in Assahiehayn4 in een hadieth, verhaald door Aboe Hurayrah (moge Allah behaagd met hem zijn), dat de Boodschapper van Allah (Allah's gebeden en vrede zij met hem) heeft gezegd: "Al wie (de maand) Ramadaan vast, uit (oprecht) geloof en rekenende (op de beloning van Allah), al zijn voorgaande zonden worden hem vergeven."

Ook is vermeld in Sahieh al-Bukhaarie en Muslim dat de Boodschapper van Allah heeft gezegd: "Al wie (de maand) Ramadaan staand (in het gebed) doorbrengt, uit (oprecht) geloof en rekenende (op de beloning van Allah), al zijn voorgaande zonden worden hem vergeven." De moslims zijn het er allen over eens dat het van de sunnah is om de nachten van de Ramadaan biddend door te brengen. Imaam Annawawie heeft gezegd dat er met het staand doorbrengen van de Ramadaan salaat attaraawieh bedoeld wordt. Dat wil zeggen dat men het staand doorbrengen van de Ramadaan realiseert door middel van het verrichten van salaat attaraawieh.


Gunsten
In deze maand gaan de poorten van het Paradijs open en worden de poorten van het Hellevuur gesloten. Tevens worden de duivels vastgeketend. Aboe Hurayrah (moge Allah behaagd met hem zijn) heeft verhaald dat de Boodschapper van Allah heeft gezegd: "Als (de maand) Ramadaan is gekomen, gaan de poorten van het Paradijs open en de poorten van het Hellevuur worden gesloten en de duivels worden vastgeketend." (Sahieh al-Bukhaarie en Muslim)


Verlossing van het vuur
In iedere nacht van de Ramadaan verlost Allah mensen van het Hellevuur. In een overlevering, die is overgeleverd door imaam Ahmad, zegt de Profeet (Allah's gebeden en vrede zij met hem): "Allah heeft bij iedere verbreking van het vasten verlossers (van het Hellevuur)." Al Munthirie heeft gezegd: er is niets mis met de isnaad.5 Tevens is deze overlevering authentiek verklaard door imaam Al-Albaanie in Sahieh Attargeeb.

En er is overgeleverd door Al Bazzaar (Kashf, 962) dat Aboe Sa3ied verhaald heeft dat de Boodschapper van Allah (Allah's gebeden en vrede zij met hem) heeft gezegd: "Waarlijk, Allah (Gezegend en Verheven zij Hij) heeft verlossers (van het Hellevuur) in iedere dag en nacht (van de Ramadaan). En voor iedere moslim is er in iedere dag en nacht een verhoorde smeekbede."


Vergeving
Het vasten van de Ramadaan is een aanleiding voor de vergiffenis van de zonden die voorafgegaan zijn tot de vorige Ramadaan als de grote zonden zijn vermeden. De Profeet (Allah's gebeden en vrede zij met hem) heeft gezegd: "De vijf gebeden, en de vrijdag tot de (volgende) vrijdag, en de Ramadaan tot de (volgende) Ramadaan, maken hetgeen (aan zonden is gepleegd) tussen hen ongedaan, als de grote zonden zijn vermeden." (Sahieh al-Bukhaarie en Muslim)


Tien maanden
Het vasten van de Ramadaan staat gelijk aan het vasten van tien maanden. Hetgeen hierop duidt, is wat vermeld staat in sahieh Muslim in de overlevering die verhaald is door Aboe Ayyoeb Al-Ansaarie (moge Allah met hem behaagd zijn), dat de Boodschapper van Allah gezegd heeft: "Al wie (de maand) Ramadaan vast en deze vervolgens opvolgt met zes van (de maand) Shawwaal, het staat gelijk aan het vasten van het gehele jaar." (Sahieh al-Bukhaarie en Muslim)

En er is overgeleverd door imaam Ahmed dat de Boodschapper van Allah (Allah's gebeden en vrede zij met hem) heeft gezegd: "Al wie (de maand) Ramadaan vast, een maand is als tien maanden, en het vasten van zes dagen na Al-Fitr, dat is de voltooiing van een jaar."


Het gebed in de moskee
Al wie in de Ramadaan het gebed met de imaam verricht totdat hij klaar is, voor hem wordt de beloning van het doorbrengen van de gehele nacht in gebed opgeschreven. Het bewijs is onder andere de overlevering die vermeld staat in Aboe Dawoed, dat de Boodschapper van Allah (Allah’s gebeden en vrede zij met hem) gezegd heeft: "Waarlijk, al wie staat (in gebed) met de imaam totdat hij vertrekt,6 voor hem wordt een nacht van staan (in het gebed) opgeschreven.7


3Umrah
Het verrichten van de 3Umrah in de Ramadaan staat gelijk aan al-Hadj. Er is overgeleverd dat de Boodschapper van Allah (Allah's gebeden en vrede zij met hem) tegen een vrouw van de Ansaar gezegd heeft: "Wat weerhield jou ervan om de hadj met ons te verrichten?" Zij zei: "Wij beschikten slechts over twee naadihaan."8 De vader van haar zoon (haar echtgenoot) en haar zoon verrichten de hadj op één naadih, en hij liet één naadih voor ons over om het water mee te halen. Hij (de Profeet) zei: "Als de Ramadaan is gekomen verricht dan de 3Umrah, want de 3Umrah hierin staat gelijk aan de Hadj." (Sahieh al-Bukhaarie en Muslim) En in een overlevering in Muslim: "aan een Hadj met mij."


Al-I3tikaaf
Het is van de sunnah om al-i3tikaaf9 in de Ramadaan te verrichten, omdat de Profeet (Allah’s gebeden en vrede zij met hem) zich hieraan hield. Zoals is overgeleverd in de hadieth van 3Aa’ishah (moge Allah behaagd met haar zijn) dat de Profeet (Allah’s gebeden en vrede zij met hem) de i3tikaaf verrichte in de laatste tien (dagen) van (de maand) Ramadaan, totdat Allah (de Verhevene) hem deed sterven. Vervolgens verrichten zijn vrouwen de i3tikaaf na hem. (Sahieh al-Bukhaarie en Muslim)


Vermeerder het reciteren van de Qur'aan
Het is zeer sterk aanbevolen om de Qur'aan in de Ramadaan te bestuderen en deze veelvuldig te reciteren. Het bestuderen van de Qur'aan kan door middel van het reciteren op iemand anders, of dat iemand anders op jou reciteert. Het bewijs voor het feit dat het aanbevolen is, is - zoals het overgeleverd is in Assahiehayn - dat Djibriel (vrede zij met hem) de Profeet (Allah's gebeden en vrede zij met hem) ontmoette in iedere nacht van de Ramadaan en hem de Qur'aan onderwees. Het reciteren van de Qur’aan is over het algemeen altijd aanbevolen, maar des te meer in de Ramadaan.


Voed de vastende
Het is aanbevolen om in de Ramadaan de vastende te voeden. Het bewijs is de overlevering van Zayd ibn Khaalid al-Djoehaniy (moge Allah met hem behaagd zijn). Hij overlevert dat de Profeet (Allah’s gebeden en vrede zij met hem) zei: "Al wie een vastende te eten geeft; hem komt dezelfde beloning toe (als deze vastende) zonder dat dit iets zal afdoen aan de beloning van de vastende."10

____________________________
1 Al Furqaan betekent; de Onderscheider tussen de Waarheid en de valsheid.
2 Laylatu-l-Qadr (de Nacht van de Qadr) bevindt zich in de maand Ramadaan, in het bijzonder in één van de oneven nachten van zijn laatste tien dagen.
3 Imaam Annasaa’ie, Imaam Ahmad en sahieh verklaard door imaam al-Albaanie in Sahieh Attarghieb.
4 Assahiehayn; sahieh verklaard door zowel imaam al-Bukhaarie als imaam Muslim.
5 Isnaad; keten. Een keten is een reeks van geleerden die een hadieth van elkaar overgeleverd hebben die het van een metgezel overgeleverd hebben gekregen, die het van de Profeet (Allah's gebeden en vrede zij met hem) heeft verhaald.
6 Vertrekt; totdat hij klaar is (vertrekt is letterlijk vertaald).
7 Sahieh verklaard door de nobele imaam Al-Albaanie (Salaat Attaraaweeh, p. 15)
8 Annaadih; Een kameel die enkel gebruikt werd om water mee te vervoeren (naadihaan; twee kamelen).
9 Al-I3tikaaf; afzondering in de moskee, slechts om Allah te aanbidden.
10 Attirmithie, Ibn Maadjah en sahieh verklaard door imaam al-Albaanie in Sahieh Attirmithie.

bron: www.mjede.nl

video: THE PURPOSE OF OUR LIVES

video: Your Best Ramadan

maandag 24 augustus 2009

Download: De drie principes en zijn bewijzen




De Drie Principes en zijn bewijzen


Boeken Artikelbeschrijving



Bijlagen van de pagina ( 2 )
1.
De Drie Principes en zijn bewijzen.pdfDe Drie Principes en zijn bewijzen
532.3 KB
De Drie Principes en zijn bewijzen.pdfDownload het artikel: De Drie Principes en zijn bewijzen.pdfOpen: De Drie Principes en zijn bewijzen.pdf
2.
De Drie Principes en zijn bewijzen.docDe Drie Principes en zijn bewijzen
410.5 KB
De Drie Principes en zijn bewijzen.docDownload het artikel: De Drie Principes en zijn bewijzen.docOpen: De Drie Principes en zijn bewijzen.doc

zaterdag 22 augustus 2009

flyer: Ramadan programma (smj/Utrecht)


flyer: Ramadan programma (Moskee Overvecht/Utrecht)

Dagindeling in de ramadan

Dit is een dagindeling voor de moslim om de maand Ramadan zo goed mogelijk te benutten.

Een dag van een moslim in de maand Ramadan

Een moslim start zijn dag in de maand Ramadan met Soehoer voor Salaat ul-Fadjr. Het is aangeraden om Soehoer uit te stellen tot het laatste gedeelte van de nacht. Na dit te hebben gedaan, bereidt de moslim zich voor op Salaat ul-Fadjr. Hij verricht eerst de Woedoe’ en vertrekt vóór de Adhaan naar de moskee. Als hij de moskee binnentreedt, kan hij twee Rakcaat verrichten (Tahiyyat ul-Masdjid). Hierna blijft hij zitten en houdt zich bezig met het verrichten van smeekbeden, gedenken van Allah en het reciteren van de Koran tot de Moe’addhin oproept tot het gebed. Bij het horen van de Adhaan is het aanbevolen om de Moe’addhin na te zeggen en hierna het smeekgebed te verrichten dat is overgeleverd van de Profeet (vrede zij met hem). Vervolgens bidt hij twee Rakcaat (Soennah van Salaat ul-Fadjr) en houdt zich daarna bezig met het verrichten van smeekbeden en het reciteren van de Koran tot de Iqaamah voor het gebed wordt gegeven. Hij verkeert in een staat van gebed zolang hij hierop wacht.

Na het gezamenlijke gebed houdt hij zich bezig met Dhikr, (het gedenken en verheerlijken van Allah) wat een aanbevolen zaak is. Het is een goede zaak om daarna in de moskee te blijven om zich bezig te houden met Dhikr en het reciteren van de Koran tot de zon is opgekomen. De Profeet (vrede zij met hem) was gewoon dit te doen na Salaat ul-Fadjr.

Het is een goede zaak om ongeveer een kwartier nadat de zon is opgekomen het Dhoehaa gebed te verrichten (minimaal twee Rakcaat). Hij kan dit ook uitstellen tot het aanbevolen tijdstip, wanneer de zon hoger in de lucht staat.

Hij kan er vervolgens voor kiezen om te gaan slapen, opdat hij uitgerust naar zijn werk kan gaan. Bij het slapen gaan, dient de religieuze slaapetiquette in zowel woord als daad gevolgd te worden, zoals deze door de Profeet (vrede zij met hem) is uitgevoerd.

Vervolgens vertrekt hij naar school of werk en als de tijd voor Salaat ud-Dhohr is aangebroken gaat hij, voor of net na de Adhaan, naar de moskee en bereidt zich voor op het gebed. Hij bidt vier Rakcaat met twee tasliems (reguliere Soennah voor ad-Dhohr) en houdt zich bezig met het reciteren van de Koran tot aan de Iqaamah. Vervolgens verricht hij de gebruikelijke twee Rakcaat (Soennah na ad-Dhohr).

Na het gebed gaat hij weer naar zijn school/werk, totdat het tijd is om naar huis te gaan. Als Salaat ul-cAsr nog niet is aangebroken wanneer hij thuiskomt, kan hij een beetje gaan uitrusten. Is er echter niet genoeg tijd en is hij bang om Salaat ul-cAsr te missen, dan dient hij zich bezig te houden met nuttige zaken tot de tijd voor Salaat ul-cAsr aanbreekt. Dit kan bijvoorbeeld door het kopen van zaken die de familie nodig heeft (boodschappen doen) of door rechtstreeks naar de moskee te gaan om daar de tijd tot Salaat ul-cAsr door te brengen. Na salaat ul-cAsr kan hij, als hij nog fit is, ervoor kiezen om in de moskee te blijven zitten en zich bezig te houden met Dhikr. Indien hij hier echter niet toe in staat is, dan kan hij beter gaan uitrusten om fit aan Salaat ut-Tarawieh te beginnen.

Voordat de Adhaan van Salaat ul-Maghrib wordt opgeroepen, dient hij zich voor te bereiden om het vasten te verbreken en zich bezig te houden met profijtvolle zaken. Hij kan zich bezighouden met het reciteren van de Koran, het verrichten van smeekgebeden of het voeren van nuttige gesprekken met zijn vrouw en kinderen. Hij kan zich ook bezighouden met grotere zaken, zoals het aanbieden van Iftaar aan de vastenden door voedsel rond te brengen of door een Iftaar te organiseren. Dit brengt grote vreugde met zich mee. Vreugde die alleen degene kent die hier ervaring mee heeft.

Na het verbreken van het vasten gaat hij naar de moskee en verricht gezamenlijk Salaat ul-Maghreb. Hierna verricht hij twee Rakcaat (Soennah van Salaat ul-Maghreb) en gaat terug naar huis en eet wat er voorradig is, zonder hierin te overdrijven. Hij zoekt de best mogelijke manier voor zichzelf en zijn familie om de tijd te besteden. Dit kan bijvoorbeeld door het lezen van boeken met verhalen of praktische regels, een quiz, een nuttig gesprek of elk ander nuttig idee waar zijn familie belangstelling voor heeft. Dit houdt hen weg van verboden zaken die veelal in de media verschijnen. De media beschouwt dit tijdstip dan ook als hun ‘prime time’ en zenden op dat moment hun meest populaire programma’s uit, die immoreel en obsceen materiaal kunnen bevatten. Streef er dus naar om jezelf en je familie hiervan af te wenden en vergeet zeker de vragen niet die op de Dag der Opstanding beantwoord moeten worden.

Bereid je dan voor op Salaat ul-cIshaa’ en ga vervolgens naar de moskee en houd je bezig met het reciteren van de Koran of het bijwonen van de lessen die in de moskee worden gegeven.

Bid twee Rakcaat (Soennah van Salaat ul-cIshaa’) nadat je het gezamenlijke gebed hebt bijgewoond. Verricht Salaat ut-Tarawieh in nederigheid achter de imam en in concentratie en overpeinzing van de betekenis van de gereciteerde verzen. Stop niet voordat de imam stopt. De Profeet (vrede zij met hem) heeft gezegd: “Wie achter de imam bidt tot hij stopt, het zal geschreven worden alsof hij het nachtgebed verricht heeft.”
(al-Albaani)

Na Salaat ut-Tarawieh kan eenieder zijn eigen programma volgen. Hierbij dient rekening gehouden te worden met de eigen omstandigheden, capaciteiten en wensen. Een persoon dient daarnaast wel rekening te houden met de volgende punten:

Het vermijden van alle zaken die verboden zijn en die hiertoe kunnen leiden

Besteed samen met de familie op een wijze manier aandacht aan het voorkomen van verboden zaken en het vermijden van alles wat hiertoe leidt. Probeer een programma voor hen samen te stellen of neem ze mee naar plaatsen die toegestaan zijn. Houdt hen weg van slecht gezelschap en breng ze in contact met goed gezelschap.

Zich bezigen met zaken die prioriteit hebben

Men moet niet te lang opblijven. Wanneer men naar bed gaat, dient men zowel in woord als in daad de Islamitische slaapvoorschriften in acht te nemen.

Het is een goede zaak om de Koran te reciteren of andere profijtvolle boeken te lezen alvorens je gaat slapen, met name wanneer je nog niet je dagelijks voorgenomen hoeveelheid Koran hebt gereciteerd. Ga dus niet slapen voor je dit hebt gedaan.

Word ruim voor Soehoer wakker, zodat je genoeg tijd hebt voor het verrichten van smeekgebeden. Het derde deel van de nacht, is het tijdstip waarop Allah neerdaalt. Hij heeft degenen die Hem op dit tijdstip om vergiffenis vragen geprezen en Hij heeft hun beloofd om hun smeekbeden te verhoren. Laat deze gelegenheid daarom niet aan je voorbijgaan!

Vrijdag

De vrijdag is de beste dag van de week. Je zou dus een speciaal programma kunnen maken om de tijd voor aanbidding op de beste manier te benutten. Let dan op het volgende:

- Kom vroeg naar de moskee voor Salaat ul-Djoemcah.

- Blijf na Salaat ul-cAsr in de moskee om je bezig te houden met het reciteren van de Koran en het verrichten van smeekgebeden tot het laatste uur van de dag. Dit is namelijk een tijdstip waarop smeekbeden worden verhoord.

- Benut deze dag om daden die je gedurende de week niet hebt kunnen afronden te vervolmaken. Door bijvoorbeeld je wekelijks voorgenomen hoeveelheid Koran te reciteren, een profijtvol boek uit te lezen, lezingen te beluisteren of andere goede daden te verrichten.

De laatste tien dagen van de Ramadan

In één van de laatste tien dagen van de Ramadan bevindt zich een nacht die beter is dan duizend maanden, een nacht waarin de Koran is neergezonden, een nacht die niemand aan zich voorbij moet laten gaan! Het betreft hier Laylat ul-Qadr. Dit is een nacht waarover Allah in de Koran met alle lof heeft gesproken, zeggende:

“Voorwaar, Wij hebben hem (de Koran) neergezonden in de Waardevolle Nacht (Laylat ul-Qadr). En wat doet jullie weten wat de Waardevolle Nacht is? De Waardevolle Nacht is beter dan duizend maanden.”
(Soerat al-Qadr: 1-3)

Daarom is het aangeraden om gedurende de laatste tien dagen al-Ictikaaf (terugtrekking met aanbidding als doel) te verrichten in de moskee. De Profeet (vrede zij met hem) plachte Ictikaaf te verrichten, zoekende naar Laylat ul-Qadr. Het verrichten van Ictikaaf is dan ook een grote gunst van Allah.

Wanneer je niet in staat bent Ictikaaf te verrichten gedurende de laatste tien dagen, streef er dan naar om zoveel mogelijk goede daden te verrichten. Dit kan door het verrichten van Qiyaam ul-Layl, koranrecitatie, Allah te gedenken en het verrichten van smeekgebeden. Je kunt je hierop voorbereiden door overdag te rusten teneinde de nacht profijtvol te kunnen besteden.

Opmerking

Dit is niet meer dan een mogelijke dagindeling. Het is een flexibel programma dat eenieder kan aanpassen naar zijn eigen omstandigheden.

Deze indeling is gebaseerd op de Soennah van de Profeet (vrede zij met hem). Dat betekent niet dat elk onderdeel verplicht is. Enkele onderdelen zijn Soennah, terwijl andere Moestahab zijn.

De meest geliefde handelingen bij Allah zijn de handelingen die regelmatig worden verricht. Aan het begin van de Ramadan kan een persoon zich veel bezighouden met daden van aanbidding, maar dit kan na verloop van tijd minderen. Pas hier dus voor op en volhard in het verrichten van daden van aanbidding in deze maand.

Een moslim dient, zeker in de gezegende maand Ramadan, ernaar te streven om zijn tijd zo in te delen dat hij geen moment onbenut laat voor het verrichten van extra daden van aanbidding. Zo kan een persoon de benodigde zaken zoveel mogelijk voor het begin van de maand Ramadan aanschaffen en de dagelijkse benodigdheden kopen op tijden dat het niet druk is in de winkels. Ook het bezoeken van familie en vrienden zal zo geregeld moeten worden dat dit niet ten koste gaat van het verrichten van daden van aanbidding.

Verricht veel aanbidding en maak het dichter tot Allah komen tot je doel in deze gezegende maand. Neem je aan het begin van de maand voor om op tijd naar de moskee te gaan voor het gezamenlijke gebed, de Koran uit te lezen, regelmatig Qiyaam ul-Layl te verrichten en liefdadigheid uit te geven.

Maak gebruik van de mogelijkheid die de Ramadan biedt om de band met de Koran te verstevigen door de volgende zaken in acht te nemen:

- De verzen op de juiste wijze te reciteren. Dit kun je doen door jouw recitatie door iemand te laten beluisteren die hier kennis van heeft. Mocht dit niet mogelijk zijn, dan kan dit ook door het luisteren naar recitaties van “Tajwiedgeleerden”.

- Herhaal datgene wat je tot nu toe hebt weten te memoriseren en probeer dit te vermeerderen.

-Lees de Tafsier (uitleg) van de Koran door. Dit kan door de verzen die je niet begrijpt op te zoeken in betrouwbare boeken van Tafsier, zoals Tafsier al-Baghaawi, Tafsier Ibn Kathier en Tafsier al-Sacdi. Begin met de dertigste Djoez van de Koran, dan de 29ste en zo verder.

- Streef ernaar om de voorschriften die je leest in het Boek van Allah te praktiseren.

Tenslotte vragen wij Allah om ons te zegenen en ons te helpen met het vasten en het verrichten van Qiyaam ul-Layl gedurende de hele maand.
Moge Allah deze daden van aanbidding van ons accepteren en ons vergeven voor onze tekortkomingen.

Team al-Yaqeen

Hoe dienen wij de maand Ramadan te verwelkomen?

Alle lof zij Allah en vrede en zegeningen zij met Zijn Boodschapper.

Beste broeder, geachte zuster,

Dagen verstrijken en wat in aantocht is, is het onvermijdelijke einde. Wat scheelt er aan ons dat we niet eens stil staan en onszelf onder de loep nemen. Zeker nu een grootse maand voor de deur staat. Een maand van aanbiddingen en formidabele mogelijkheden. Het is niet lang meer of de maand Ramadan begint. Een maand waarvan het eerste deel genade en goedheid bevat, het middelste deel vergeving en gratie van Allah en het einde staat voor bevrijding en verlossing van het Hellevuur.

De maand Ramadan waarover de Profeet (vrede zij met hem) gezegd heeft: “Moge zijn neus door de stof gehaald worden. Moge zijn neus door de stof gehaald worden. Moge zijn neus door de stof gehaald worden. Vernietigd en verloren is eenieder die de Ramadan meemaakt, maar wiens zonde hem niet vergeven wordt.”

Hebben wij wel de juiste voorbereidingen getroffen om deze kansrijke maand te verwelkomen? Hadden wij geen hoge aspiraties? Gingen wij niet voor niets anders, dan het Paradijs, bereid door de Barmhartige Zelf?

Enkele zaken die wij zeker niet uit het oog mogen verliezen, en ons scherp gefocust houden op ons einddoel, willen wij graag met jullie delen.

Berouw

Ten eerste; laten wij oprecht berouw tonen en werkelijk spijt hebben van de vele zonden en tekortkomingen die wij als last meedragen. Heb je ook wel eens ervaren dat jij je beklemd voelde, ondanks de uitgestrektheid van de aarde? Word ook jij weerhouden door kwelling, verdriet, lamlendigheid en luiheid? Lijkt het alsof je je hier niet van kunt los maken? Is jouw relatie met je geliefden, naasten en vrienden verslechterd? Voel jij wellicht een sterke afwezigheid van zegeningen in jouw leven of bezittingen. Vreet het ook zo aan je als je kijkt naar de benarde, ellendige positie waarin wij ons als individuen, maar ook als gemeenschap in bevinden? Dit zijn enkele gevolgen van de zonde. Het zorgt voor beklemming, hartsverdriet, stress, kwelling en kan een persoon zelfs ertoe brengen niet verder te willen leven vanwege de benauwdheid van dit wereldse leven? Als dit voor sommigen al het geval is in dit wereldse leven, wat dan te denken van het Hiernamaals?

Waak ervoor! Zonden nemen gunsten weg, bespoedigen rampspoed, verharden het gelaat, verduisteren het hart, verzwakken het lijf en verminderen het onderhoud.

Wees echter verheugd! Velen die zonden hebben gepleegd hebben oprecht berouw getoond. Je wanhoopt toch niet aan de Genade van jouw Heer en de wijdheid van Zijn Vergevingsgezindheid? Gedenk anders het volgende vers uit de Koran (interpretatie van de betekenis):

“Zeg: ,,O Mijn dienaren die buitensporig tegenover zichzelf zijn, wanhoopt niet aan de Genade van Allah. Waarlijk, Allah vergeeft alle zonden. Waarlijk, Hij is de Vergevingsgezinde, de Meest Barmhartige.”
(Soerat az-Zoemar: 53)

Welke versperring zit er tussen jou en oprecht berouw anders dan het opgeven van de zonde? Wees verheugd en treed naar voren. Hier heb je de Ramadan die zich aandient. Als je jezelf verzwaard hebt met zonden, weet dan dat je een Heer hebt die graag ziet dat jij berouw toont. Allah, de Verhevene zegt: (interpretatie van de betekenis):

“En wie slechte werken verricht of zichzelf onrecht aandoet, maar dan om vergeving vraagt: hij zal vinden dat Allah Vergevingsgezind, Meest Barmhartig is.”
(Soerat an-Nisaa’: 110)

In een overlevering verhaalt de Profeet (vrede zij met hem) op autoriteit van Zijn Heer: “O zoon van Aadam, waarlijk, zolang jij Mij aanroept en op Mij hoopt, dan zal Ik jou vergeven, wat je ook maar hebt gedaan, zonder hier naar om te kijken.”

Keer berouwvol terug naar Allah en bedenk je hoe het mogelijk was om tegen Hem te zondigen, terwijl jij je bevindt op de aarde die Hij geschapen heeft, je Zijn lucht inademt, je van Zijn onderhoud eet en drinkt. Bovenal zondig je tegen Hem met de ledematen die Hij je heeft geschonken. Wee jou! Groot is Zijn gunst dat Hij je uitstel heeft gegeven tot dit moment en de Engel des Doods jouw ziel niet in deze zondige toestand heeft genomen.

Neem jezelf terzijde, erken je zonden, roep jouw Heer aan. Weeklaag, laat jouw tranen varen, terwijl je nadenkt over je bedrieglijkheid en fopperij. Overpeins je zonden en wandaden tegen jouw Heer, terwijl Hij jouw tekortkomingen ondertussen verhulde, je van Zijn Gunsten schonk en je begunstigde. Reinig je hart van de vuiligheid van de zonden, van de smerigheid van de wandaden en van de duisternis van de begeerten. Maak je hart ontvankelijk voor de Genade van Allah.

Dankbaarheid

Toon verder dankbaarheid voor het aanbreken van de maand Ramadan. Wees dankbaar voor de gunst dat Hij jou in staat heeft gesteld om profijt op te doen van deze Ramadan door middel van het verrichten van tal van daden van devotie. Hoeveel mensen verlangden niet naar de Ramadan, maar hebben dit niet mogen meemaken? Hoeveel zieken wensen vurig te kunnen vasten en te staan in het nachtgebed, maar zijn helaas verhinderd? Geprezen zij Allah voor de gunst van het leven, gezondheid en welbevinden. Laat deze gunsten van Allah opvolgen door dankbaarheid hiervoor van jouw kant. Weet dat wanneer Allah zijn dienaar begunstigt en de dienaar deze gunst gebruikt om Hem, de Verhevene, te gehoorzamen en te danken, dan zal Allah deze gunst voor hem behouden en vermeerderen. Als de dienaar hier echter geen dankbaarheid voor toont of deze gunst gebruikt in het begaan van zonden, dan zal Allah dit van hem ontnemen en zal dit een bron van ellende voor hem zijn.

Leer de regelgeving omtrent Ramadan

Wat betreft de derde zaak; leer de regels inzake de Ramadan. Doe je best om voor het aanvangen van de Ramadan kennis op te doen over de regelgeving omtrent de Ramadan en de aanverwante daden van aanbiddingen, zoals de Ictikaaf, cOemrah, Zakaat ul-Fitr enz. Dit op basis van de woorden van de Profeet (vrede zij met hem): “Het zoeken van kennis is verplicht voor iedere moslim.”

Doorzettingsvermogen

De vierde kwestie betreft het hebben van doorzettingsvermogen en grootse aspiraties. Neem jezelf voor om het optimale te halen uit de maand Ramadan door te waken over je tong en je in te spannen in het verrichten van goede daden zoals, het voeden van de vastenden, het staan in de nachtgebeden, het reciteren van de Koran enz. Allah, de Verhevene, zegt (interpretatie van de betekenis):

“Als zij maar oprecht zouden zijn tegenover Allah, dan was dit beter voor hen.”
(Soerat Moehammed: 21)

Door je stellig voor te nemen Allah te gehoorzamen en de intentie te hebben om daden van aanbidding te verrichten zal het eenvoudig zijn om obstakels die dit verhinderen te overkomen. Wees zuiver toegewijd aan Allah en Hij zal je belonen naar de mate van je zuivere intentie.

Een beperkt aantal dagen

Realiseer je dat de maand Ramadan, zoals Allah beschrijft, slechts een beperkt aantal dagen is. Deze zullen snel voorbij zijn. Door je dit te realiseren zal het ook eenvoudig zijn net iets meer van jezelf te vragen. Wanneer de maand dan voorbij is, rest er voor jou de blijdschap van de beloning en een verruimd hart. Als je daarentegen achteloos omgaat met deze beperkte dagen en breng je ze door met zonden en onachtzaamheid, dan blijft dit jou volgen en zul je de last ervan dragen. Over enkele dagen is het alweer cIed ul-Fitr, is de Ramadan zo snel als de bliksem vertrokken en blijven de winnaars en verliezers achter.

Trek lering uit deze maand

Beeld je in, terwijl je overdag honger hebt, hoe de toestand zal zijn op de Dag der Opstanding. Wanneer de avond aanbreekt en het vasten wordt verbroken probeer je dan, terwijl je de blijheid van het verbreken van het vasten ervaart, te bedenken hoe verheugd je zult zijn als je voor het eerst zult eten in het Hiernamaals. Wat een mooi gevoel is het om het vasten te mogen verbreken en wat voor een onbeschrijfelijk gevoel zal het zijn om je boek gepresenteerd te krijgen in je rechterhand. De Profeet (vrede zij met hem) sprak werkelijk een waar woord toen hij zei: “De vastende kent twee blijde momenten; blijdschap wanneer hij het vasten verbreekt en blijdschap wanneer hij zijn Heer ontmoet.”

Hebben wij ons voorgenomen om tijdens ons gehele leven te ‘vasten’ van zonden en begeerten en het ‘vasten’ te verbreken op de Dag der Opstanding bij Onze Heer?!

En vrede en zegeningen zij met de Boodschapper van Allah.

Team al-Yaqeen

dinsdag 18 augustus 2009

vraag: Is het mogelijk de polytheïsten een bewijs te geven betreffende de Eenheid van Allah?

Antwoord:

Alle lof zij Allah.

Het gehele universum getuigt van de Eenheid van Allah middels haar schepping en de wijze waarop zij wordt gecontroleerd.

Allah zegt (interpretatie van de betekenis):

“Voorzeker, scheppen en bevelen is aan Hem voorbehouden. Gezegend zij Allah, de Heer der Werelden.”
(Soerat al-Acraaf: 54)

De schepping van de hemelen en aarde, de wisseling van de nacht en dag, de verschillende levenloze objecten, planten en vruchten, de schepping van de mensen en dieren, dit alles getuigt van de Eenheid van Allah de Geweldige zonder partner of gelijke.

Allah zegt namelijk (interpretatie van de betekenis):

“Dat is Allah, jullie Heer, de Schepper van alle zaken, geen god is er dan Hij. Waarom worden jullie dan belogen?”
(Soerat Ghaafir: 62)

De diversiteit en grootsheid van het geschapene, de volmaaktheid waarin zij is gevormd, de manier waarop zij wordt behouden en beheerd, dit zijn allen zaken die getuigen dat de Schepper Eén is en dat Hij doet wat Hij wil en stuurt en beslist hoe Hij wil.

Allah zegt (interpretatie van de betekenis):

“Allah is de Schepper van alle dingen. Hij is over alle dingen Toezichthouder.”

(Soerat az-Zoemar: 62)

Al het bovenstaande duidt erop dat het universum een Schepper heeft, dat de heerschappij onafhankelijk is en dat achter de diverse vormen van de schepping, de Ene is die hen vorm geeft.

“Hij is Allah, de Schepper, de Voortbrenger, de Vormer, aan hem behoren de Schone Namen.”
(Soerat al-Hashr: 24)

De degelijkheid van de hemelen en de aarde, de ordelijkheid van het universum, de harmonie tussen het geschapene, duiden allen op de Eenheid van de Schepper zonder partner of gelijke.

“Als er (andere) goden dan Allah in zouden zijn, dan zou zij (de hemelen en de aarde) zeker vergaan: maar Heilig is Allah, Heer van de Troon, boven wat zij Hem toeschrijven!”
(Soerat al-Anbiyaa’: 22)

Deze grootse zaken hebben ofwel zichzelf geschapen, hetgeen onmogelijk is, of de mens heeft zichzelf geschapen om vervolgens deze zaken te scheppen, wat eveneens tot het onmogelijke behoort. Allah zegt namelijk (interpretatie van de betekenis):

“Of zijn zij uit niets geschapen, of zijn zij (zelf) de scheppers? Of hebben zij de hemelen en de aarde geschapen? Zelfs zij zijn er niet van overtuigd.”

(Soerat at-Toer: 35-36)

De rede, de Openbaring en de natuurlijke aanleg van de mens duiden allen op Eén Schepper die het universum heeft geschapen en dat de Schepper Eeuwiglevend, Alwetend, Krachtig, Almachtig, Genadevol en meest Barmhartig is. Hij bezit de Schoonste Namen en Eigenschappen en is Alwetend. Niets ligt buiten zijn Vermogen en niets is zoals Hij (interpretatie van de betekenis):

“En jullie god is één God. Geen god is er dan Hij, de Erbarmer, de Meest Barmhartige.
(Soerat al-Baqarah: 163)

Het bestaan van Allah is een zaak waarvoor onwetendheid niet als excuus kan dienen.

“Hun Boodschappers zeiden: ,,Is er twijfel over Allah, de Schepper van de hemel en de aarde?”
(Soerat Ibrahiem: 10)

Allah heeft de mens met een natuurlijke aanleg geschapen als bevestiging van Zijn Eenheid en Heerschappij, maar de satans komen naar de kinderen van Adam en zorgen voor een afwijkend gedrag.

Allah zegt in een Hadieth Qoedsi: “Ik heb al Mijn dienaren geschapen als pure monotheïsten, maar de satan komt naar hen toe en neemt het geloof van hen en maakt voor hen verboden wat voor hen toegestaan is.”
(Moeslim)

Sommigen van hen verwerpen het bestaan van Allah, anderen aanbidden de duivel of de mensen. Weer anderen aanbidden geld, vuur, geslachtsorganen of dieren. Ook zijn er onder hen die deelgenoten toekennen in de aanbidding van Allah in de vorm van stenen en sterren.

Deze zaken die aanbeden worden buiten Allah, kunnen niet scheppen en voorzien, niet horen of zien en niet baten of schaden. Hoe kunnen zij buiten Allah iets aanbidden? (Interpretatie van de betekenis):

“O mijn medegevangenen, zijn verschillende heren beter, of Allah, de Ene, de Overweldiger?”
(Soerat Yoesoef: 39)

Allah veroordeelt degenen die beelden aanbidden die niet eens kunnen horen, zien of denken, zeggende (interpretatie van de betekenis):

“Voorwaar, mijn Beschermer is Allah, Die het Boek heeft neergezonden, en Hij beschermt de oprechten. En zij (de afgoden) die zij buiten Hem aanroepen, zijn niet in staat jullie te helpen, noch (kunnen) zij zichzelf helpen.”
(Soerat al-Acraaf: 194-195)

“Zeg (O Mohammed): ,,Aanbidden jullie naast Allah wat geen schade voor jullie kan voorkomen en (jullie) geen voordeel kan brengen?” En Allah, Hij is de Alhorende, de Alwetende.”
(Soerat al-Maa’idah: 76)

Hoe onwetend is de mens betreffende zijn Heer die hem geschapen heeft en voorzien van gunsten. Hoe kan hij Hem verwerpen en vergeten en iets anders aanbidden?

Allah zegt (interpretatie van de betekenis):

“Voorwaar, de ogen zijn niet blind, maar de harten in hun binnensten zijn blind.”
(Soerat al-Hadj: 46)

En verheven is Allah boven wat zij Hem aan deelgenoten toekennen en alle lof zij Allah de Heer der werelden. Hij zegt (interpretatie van de betekenis):

“Zeg (O Mohammed): ,,Alle lof zij Allah en vrede voor Zijn dienaren en degenen die Hij verkoos.” Is Allah beter, of wat zij (Hem) aan deelgenoten toekennen? Of wie heeft de hemelen en de aarde geschapen en voor jullie water uit de hemel neergezonden, waarmee Wij prachtige tuinen doen groeien? Jullie zijn niet in staat haar bomen te doen groeien. Is er een god naast Allah? Welnee, zij (die dit beweren) behoren tot een volk dat afwijkt (van de Waarheid). Of wie heeft de aarde als een verblijfplaats gemaakt en daardoor rivieren getrokken en daarop stevige bergen geplaatst en een scheiding tussen de twee zeeën gemaakt? Is er een god naast Allah? Maar de meesten van hen weten het niet. Of wie heeft de in nood verkerende verhoord, wanneer hij Hem aanroept, en het onheil weggenomen wordt en jullie gevolmachtigden gemaakt worden op de aarde? Is er een god naast Allah? Weinig is het dat jullie je laten vermanen! Of wie heeft jullie geleid in de duisternissen op het land en op de zee en wie heeft de winden als dragers van verheugende tijdingen voor Zijn Barmhartigheid uitgestuurd? Is er een god naast Allah? Verheven is Allah boven wat zij Hem aan deelgenoten toekennen! Of wie is de scheppping begonnen en heeft haar vervolgens herhaald; en wie heeft in jullie onderhoud uit de hemel en de aarde voorzien? Is er een god naast Allah? Zeg (O Mohammed): ,,Brengt jullie bewijs, als jullie waarachtigen zijn.”
(Soerat an-Naml: 59-64)

Fragment genomen uit het boek ‘Oesoel ud-Dien il-Islaami’
Sheich Mohammad ibn Ibrahiem at-Toewadjri

vraag: Wat is het doel van ons bestaan?

Antwoord:

Alvorens deze vraag te beantwoorden, wil ik graag de aandacht vestigen op een algemene basisregel wat betreft Allah’s schepping en wetgeving, deze vloeit namelijk voort uit de volgende Woorden van Allah (interpretatie van de betekenis):

“Waarlijk, Hij is de Alwetende, de Allerwijze.” (Soerat Yoesoef: 83)

En:

“Waarlijk, Allah is alwetend, allerwijs.” (Soerat al-Ahzaab: 1)

Deze basisregel is tevens te herleiden uit vele andere verzen die de Wijsheid van Allah bevestigen, betreffende datgene wat Hij schept en voorschrijft aan universele en religieuze regels. Niets wordt door Allah geschapen, of dit gebeurt met wijsheid, zowel het bestaan als het onbestaan ervan. Tevens wordt door Allah niets voorgeschreven, of er schuilt een wijsheid achter, ongeacht of het hier verplichtingen, verboden of toegestane zaken betreft.

De wijsheid achter deze universele en religieuze regels kan voor ons soms bekend zijn, maar soms weer niet, of voor een beperkt aantal mensen met uitsluiting van anderen, afhankelijk van de kennis en inzicht die Allah hen heeft geschonken. Als wij ons hiervan hebben vergewist, dan staat het volgende buiten kijf; Allah heeft de djinn en de mensen geschapen om een grootse wijsheid en om een verheven doel te verwezenlijken, namelijk het aanbidden van Hem alleen. Zoals Allah zegt:

“En ik heb de djinn en de mens slechts geschapen om mij te aanbidden.”
(Soerat adh-Dhaariyaat: 56)

Ook zegt Allah:

“Rekenen jullie erop dat wij jullie zomaar geschapen hebben en dat jullie niet tot ons zullen terugkeren?” (Soerat al-Moe’minoen: 115)

Verder zegt Allah:

“Rekent de mens erop dat hij ongemoeid zal worden gelaten?” (Soerat al-Qiyaamah: 36)

Dit is slechts een greep uit de vele verzen die de wijsheid van Allah achter Zijn schepping behandelen; namelijk het aanbidden van Hem alleen. Aanbidding staat voor het zich nederig opstellen tegenover Allah uit liefde, verheerlijking en gehoorzaamheid. Allah zegt:

“En zij werden slechts opgedragen om Allah met volledige toewijding te aanbidden, als zuivere monotheïsten.” (Soerat al-Bayyinah: 5)

Dit is de Wijsheid achter het scheppen van de djinn en de mens. Vandaar dat degene die zich opstandig en hoogmoedig opstelt tegenover zijn Heer deze wijsheid verwerpt en denkt dat hij ongemoeid zal worden gelaten. Ook al komt hij hier niet openlijk voor uit. Een andere conclusie dan deze is niet mogelijk.


Fiqh ul-cIbaadaat

Sheich Mohammed ibnoe Saalih al-cOethaymien

zondag 16 augustus 2009

gedicht: Heb geduld

Soms voel je je zwak en klein
Je lijkt helemaal alleen
De muren komen op je af
Je wil weg, maar weet niet waarheen.

Mensen troosten je met woorden
Maar vergeten je in daden
Jouw tocht is eenzamer dan ooit
Vol moeilijke en gevaarlijke paden

Je lijkt omringd door oceanen
Geen enkel stipje land in zicht
Je ziet niks in de duisternis
Zelfs geen ster of stipje licht

Denk dan op zo'n moment
aan de belofte van jouw Heer
Tuinen met daaronderdoor rivieren
En kniel in dankbaarheid neer

Onze Rabb is de Barmhartige
Hij helpt en steunt de moetaqqien
Dus als je je zwak en hulpeloos voelt
Heb Sabr, inna Allaah ma3a sabirien

vrijdag 14 augustus 2009

flyer: 15-08-09 jongerenavond over: Heel je hart met de moskee in den-Haag




Titel/activiteit: Jongerenavond: "Heel je hart met de moskee"


Spreker: Aboe Ismail
Datum: 15-8-2009
Tijdstip: 19:30
Lokatie: Moskee as-Soennah
Adres: Fruitweg 5-9
2525 KE
Plaats: Den Haag
Doelgroep: Broeders & zusters

woensdag 5 augustus 2009

video: Neerslaan van de Blikken (Het is een grote Fitna) - Sheikh Mohamed Hassaan

video: Sheich Rachid Naafi': " De grootste leugenaars"

Afspraken nakomen, te laat komen en afzeggen

Afspraken nakomen, te laat komen en afzeggen

Afspraken nakomen is noodzakelijk in ons leven. Tijd is het meest waardevolle handelsartikel; eenmaal verspild, kan het niet meer teruggehaald worden. Als je een afspraak maakt, of het nu met een vriend, collega of voor zakelijke doeleinden is, je zou je best moeten doen om deze afspraak na te komen.

In het eerste vers van Soera al Ma'ida vermaant Allah de gelovigen: "O jullie die geloven! Komt de beloften na." [Soera 5:1]

In soera Maryam prijst Allah, Subhana wa Ta'ala, de profeet Ismaïl, alaihi salaam: "En vertel in het Boek over Isma'il: hij was trouw aan zijn beloften en hij was een Boodschapper, een Profeet." [Soera 19:54]

"Het is geen vroomheid dat jullie gezichten naar het Oosten en het Westen wenden, maar vroom is wie gelooft in Allah en het Hiernamaals en de Engelen en de Schrift en de Profeten...en die trouw zijn aan hun belofte wanneer zij een belofte hebben gedaan..." [Soera 2:177]

Dit is het recht van de ander persoon die, naast andere verbintenissen, jou bevoorrecht heeft met een deel van zijn/haar waardevolle tijd. Als je niet op tijd komt, heb je niet alleen zijn schema ontwricht maar ook je imago en reputatie bedorven. Als je stiptheid slecht wordt, zal je het respect van de mensen verliezen.

Je zou al je afspraken moeten nakomen, of deze nu met een belangrijk persoon, een goede vriend of een zakelijke collega zijn. Dan beantwoordt je het verzoek van Allah in Soera al Isra: "...komt de belofte na. Voorwaar, over de belofte worden jullie (op de Dag der Opstanding) ondervraagt)". [Soera 17:34]

Het is voldoende om te weten dat onze Profeet, salla Aallahu alaihi wa salaam, een afspraak had met één van zijn metgezellen. De metgezel kwam drie dagen later. De Profeet, salla Aallahu alaihi wa salaam, berispte hem zachtjes door te zeggen: "Je hebt een aantal problemen voor me veroorzaakt. Ik heb drie dagen op je gewacht." De metgezel had waarschijnlijk een reden voor deze vertraging, hij had echter geen middelen om de Profeet, salla Aallahu alaihi wa salaam, hierover te informeren.

Op de dag van vandaag zijn overal snelle en betrouwbare communicatiemiddelen verkrijgbaar. Daarom zou je zodra je merkt dat je niet in staat bent je afspraak na te komen, de andere partijen moeten informeren om hen in de gelegenheid te stellen hun tijd elders te gebruiken. Wees niet onverschillig of onverantwoordelijk door aan te nemen dat, omdat de afspraak relatief onbelangrijk is, het geen waarschuwing of excuses verdient. Dit is totaal niet aan de orde. Het belang van de afspraak buiten beschouwing gelaten, is een afspraak een aangegane verplichting die nagekomen moet worden of netjes van tevoren afgezegd.

Maak nooit een belofte met de gedachte je er niet aan te houden. Dit is verboden aangezien het in de categorie van liegen en hypocrisie valt. Al Bukhari en Muslim hebben overgeleverd dat de Profeet, salla Aallahu alaihi wa salaam, zei: "Drie karaktertrekken wijzen een hypocriet aan, zelfs als hij bidt, vast en beweert een moslim te zijn: Als hij spreekt liegt hij. Als hij een belofte maakt, breekt hij die. Als hij vertrouwd wordt beschaamt hij het vertrouwen." [Al-Bukhari and Muslim]

Imam al Ghazali legt uit in Al Ihya dat deze hadith ook toepasselijk is op
degene die belooft met de intentie zich hier niet aan te houden, of degenen die, zonder een excuus, later besluiten de belofte te breken.

*Degenen die een belofte doen maar deze niet na kunnen komen door een goede reden zijn geen hypocrieten. Maar we zouden voorzichtig moeten zijn om geen vals excuus te gebruiken aangezien Allah onze innerlijke gedachten en intenties kent!!

dinsdag 4 augustus 2009

Van de Woorden van ‘Abdoellah ibn Mas'oed - moge Allah tevreden met hem zijn

Een man die in het gezelschap van ‘Abdoellah ibn Mas'oed was, zei:



‘Ik wens niet van de mensen van de Rechterkant te zijn, maar ik wens van de Moeqarraboen (degenen die dicht bij Allah zullen worden gebracht) te zijn.'



'Abdoellah zei hierop: ‘Maar hier is een man die (uit vrees voor Allah) wenst dat hij niet meer opgewekt zal worden als hij sterft.' Hij bedoelde hier zichzelf mee.



Op een dag verliet hij zijn huis, en de mensen achtervolgden hem. Hij zei toen tegen hen: ‘Hebben jullie iets nodig?' Zij zeiden: ‘Nee, maar wij wilden met jou meelopen.' Hij zei: ‘Ga terug, want het is een vernedering voor degene die volgt, en een beproeving voor degene die gevolgd wordt.'



Hij zei ook: ‘Als jullie datgene over mij wisten, wat ik over mezelf weet, dan zouden jullie zand over mijn hoofd gieten.'


‘Niemand van jullie dient in zijn religie een persoon blindelings te volgen; als hij (degene die wordt gevolgd) gelooft, dan gelooft hij, en als hij niet gelooft, dan gelooft hij niet. En als jullie toch blindelings willen volgen, volg dan de overledene, want de levende is niet veilig van beproevingen.'



‘Zoek naar je hart tijdens drie gelegenheden:



* tijdens het luisteren naar de Qor-aan

* tijdens de bijeenkomsten van gedenking (van Allah)

* en tijdens het alleenzijn



Als je het (jouw hart) tijdens deze gelegenheden niet vindt, vraag Allah dan of Hij jou wil begunstigen met een hart, want, voorwaar, je hebt geen hart.'



‘Voorwaar, de mensen zijn bekwaam geworden in hun uitspraken. Degene wiens uitspraak dan overeenkomt met zijn handeling, die persoon heeft zijn deel (van de beloning) verkregen. En degene wiens uitspraak strijdig is met zijn handeling, diegene berispt (slechts) zichzelf.'



‘Waarlijk, ik geloof dat een persoon kennis vergeet die hij ooit wel had, door een zonde die hij begaat.'



'Kennis is niet het vele overleveren (van ahaadieth), maar kennis is de vrees (voor Allah).'



‘Er is niets op het oppervlak van de aarde dat meer behoefte heeft aan een lang gevangenschap dan de tong.'



En een man zei tegen hem: ‘Leer mij bondige en profijtelijke woorden!' ‘Abdoellah zei hierop: ‘Aanbid Allah en ken geen enkele deelgenoot aan Hem toe in de aanbidding, volg de Qor-aan overal waar hij jou naartoe leidt, accepteer de waarheid van degene die ermee komt, zelfs als hij een verre (geen verwante) en gehate persoon is, en verwerp de valsheid van degene die ermee komt, zelfs als hij een geliefde en verwante persoon is.'



'Wees bronnen van de kennis, lichten van de leiding, verbondenen aan de huizen, lampen van de nacht, reinigers van de harten, dragers van versleten kleding, dan zullen jullie bekend zijn (bij Degene) in de Hemel, en onbekend bij degenen op de aarde.'



'Zolang je in het gebed bent, ben je aan het kloppen op de deur van een Koning, en degene die op de deur van een Koning klopt: de deur zal voor hem geopend worden.'



'Er zullen aan het einde der tijden mensen zijn, hun beste daden zullen zijn: elkaar beschuldigen. Zij worden ‘de stinkenden' genoemd.'



'Als een persoon ervan houdt om rechtvaardigheid te eisen van zichzelf, laat hem anderen dan behandelen zoals hij zelf behandeld wenst te worden.'



Bron: Al-Fawaa-id, van al-Imaam Ibn Qayyim al-Djawziyyah

De maand Sha’baan

De maand Sha’baan

Sha’baan is de naam van de achtste maan, en het wordt zo genoemd omdat de Arabieren in deze maand zich verspreiden (tasha’’aba) op zoek naar water, of er werd gezegd dat zij zich verspreidden om te overvallen of ergens invallen te plegen. Of er werd gezegd dat het zo werd genoemd om het sha’aba (zaken uitbreiden of bovenkomen) v.b., het kwam voor tussen de maanden Rajab en Ramadaan. De meervoudsvorm van het woord Sha’baan is Sha’baanaat en Sha’aabeen.

Vasten tijdens Sha’baan

‘Aa’ishah (moge Allah tevreden met haar zijn) zei: “De boodschapper (Sallalahoe ‘Aleihie Wassalam) vastte totdat we dachten dat hij nooit zijn vasten zou verbreken en vastte niet totdat wij dachten dat hij nooit meer zou vasten. Ik heb de Boodschapper van Allah nooit een hele maand zien vasten behalve tijdens de Ramadan, en ik heb hem nooit meer zien vasten dan dat hij in Sha’baan deed.” (Overgeleverd door al-Bukhaari, nr. 1833; Muslim, nr. 1956).
Volgens het verslag overgeleverd door Muslim (nr. 1957), “Hij vastte heel Sha’baan, he vastte alles op een beetje na van Sha’baan.”

Een groep geleerden, inclusief Ibn al-Mubaarak en anderen, dachten/denken dat de Profeet * niet de gehele maand van Sha’baan vastte maar het grootste gedeelte van de maand. Dit wordt ondersteund door het verslag in Saheeh Muslim (nr. 1954) overgeleverd van ‘Aa’ishah (moge Allah tevreden met haar zijn), die zei: “Ik heb nooit van heb geweten – hiermee wordt de Profeet * bedoeld – een hele maand te vasten dan de maand Ramadan.” Volgens een ander verslag ook overgeleverd door Muslim (nr. 1955), ‘Aa’ishah zei: “Ik heb em nooit een hele maand zien vasten sinds hij naar madeenah is gekomen behalve in de Ramadan.”

Het is verzameld in al-Saheehayn dat Ibn ‘Abbaas zei: “De Boodschapper van Allah * vastte niet de hele maand behalve tijdens de maand Ramadan.” (overleverd door al-Bukhaari, nr. 1971, and Muslim, nr. 1157). Ibn ‘Abbaas beschouwde het als makrooh om een hele maand te vasten behalve tijdens de Ramadan.. Ibn Hajar (moge Allah tevreden met hem zijn) zei: “Hij nam meer, vrijwillige vast-dagen in Sha’baan dan in welke maand dan ook, waar en hij vastte het meeste van Sha’baan.

Usaamah ibn Zayd (moge Allah tevreden met hen zijn) zei: “I zei, ‘O Boodschapper van Allah, Ik zie je niet vasten zoals je vast in de maand Sha’baan.’ Hij zei, ‘Dat is de maand waarin mensen niet opletten, tussen Rajab en Ramadan, en het is een maand waarin daden opstijgen naar de Heer der Werelden. Ik hou ervan als mijn daden opstijgen als ik aan het vasten ben..’” (Overgeleverd door al-Nasaa’i, zie Saheeh al-Targheeb wa’l-Tarheeb, pagina 425). Volgens een verslap overgeleverd/verzameld door Abu Dawood (nr. 2076) ze zei: “De meest geliefde maanden voor de Boodschapper van Allah * om te vasten was in Sha’baan, en zijn vasten in Sha’baan was ononderbroken met zijn vasten in Ramadan” (saheeh verklaard door al-Albaani, zie Saheeh Sunan Abi Dawood, 2/461).

Ibn Rajab (moge Allah tevreden met hem zijn) zei: “Vasten tijdens Sha’baan is beter dan vasten in de Heilige Maanden, en het beste van vrijwillige gevaste dagen zijn die (waargenomen in de maanden) het dichtst bij Ramadaan, ervoor of erna. De status van deze gevaste dagen zijn net als al-Sunan al-Rawaatib die uitgevoerd worden voor en na de verplichte (gebeden) en die de tekortkomingen aanvullen van de hoeveelheid verplichtte gebeden. Dit geldt ook voor de gevaste dagen die gevast zijn voor of na de maand Ramadan. Net zoals al-Sunan al-Rawaatib beter zijn dan andere vrijwillige gebeden, zo zijn de gevaste dagen na en voor de maand Ramadan beter dan het vasten in de andere maanden.

De zin “Sha’baan is de maand waarin mensen niet opletten, tussen Rajab en Ramadaan” geeft dat dat komt omdat het tussen 2 belangrijke maanden plaats vindt, de Heilige maand Rajab en de maand van het vasten, mensen zijn vroeg bezig met deze 2 maanden en ze letten niet op Sha’baan. Veel mensen denken dat vasten in Rajab beter is dan vasten in Sha’baan omdat Rajab een heilige maand is maar dat is niet het geval.

In de hadeeth die hierboven is genoemd is een indicatie dat wanneer bepaalde tijden of plaatsen door mensen regelmatig worden gezien als zaken met deugdzaamheid er andere zaken zijn die zelfs nog betere zijn.

Het geeft ook and dat het mustahabb is om gebruik te maken van momenten waarin mensen onachtzaam zijn tijdens het uitvoeren van aanbidding. Een groep van de Salaf was gewoon de tijd tussen Magreb en ‘Ishaa gebed te vullen met gebeden hiermee zeggend dat het een tijd was waarin velen onachtzaam waren. Een ander voorbeeld is het herinneren/denken aan Allah (dhikr) op de markt/winkelcentrum, want dit betekend dat iemand Allah gedenkt in/op een plaats waar mensen geneigd zijn om onachtzaam te zijn. Er zijn een aantal voordelen om gebruik te maken van momenten waarin mensen vaak onachtzaam zijn en deze tijd te gebruiken voor aanbidding zoals:

Het verstopt iemands goede daad en verborgen en verstopte naafil handelingen zijn beter, zeker het vasten, want het is een geheim tussen de dienaar en zijn Heer. Vandaar dat er wordt gezegd dat er geen factor van opscheppen is in het vasten. Een van de Salaf vastte jaren zonder dat iemand het wist.; hij ging van z’n huis naar het winkelcentrum/markt en droeg twee broden en die doneerde hij en dan vastte hij. Zijn familie dacht dat het brood had gegeten en mensen op de markt dachten dat hij thuis had gegeten. De Salaf dacht dat het mustahabb is, voor een persoon die aan het vasten was, om dingen te doen die zijn vasten verborgen. Het is overleverd dat Ibn Mas’ood zei: “Als je ‘s morgens wakker wordt en je bent aan het vasten, gebruik dan parfum.” Qutaadah zei “Het is mustahabb voor wie (man) aan het vasten is om parfum te gebruiken zodat er geen teken is dat hij aan het vasten is.”

Met het gelijke teken, het uitvoeren van goede daden op momenten dat mensen onachtzaam en afgeleid zijn is moeilijker. Een indicatie van hoe deugdzaam een daad is, is hoe moeilijk het is: als iedereen een bepaalde handeling uitvoert dan is het makkelijk maar als de meeste mensen onachtzaam zijn dan maakt dit het moeilijker voor degene die Allah gedenken. Muslim (nr. 2984) overleverd van de hadeeth van Ma’qil ibn Yassaar: “[De Profeet *zei:] ‘Aanbidding tijdens tijden van fitnah ia als Hijrah voor mij.” (de zin“aanbidding tijdens tijden van fitnah” verwijst naar tijden van opheffing en beproeving, als mensen hun lusten/drang volgen en zij die vasthouden aan de islam doen iets moeilijks.

De geleerden zijn verdeeld over de redden waarom de Profeet * zoveel vastte in Sha’baan. Hun verschillende meningen zijn als volgt:
Hij was niet in staat om iedere maand 3 dagen te vasten omdat hij reisde of een andere reden had, dus verzamelde hij die dagen in Sha’baan. Als de Profeet * een naafil handeling uitvoerde dan hield er aan vast en als hij de handeling miste dan haalde hij die later in.
Er is gezegd dat zijn vrouwen de gemiste dagen van Ramadan in de maand Sha’baan die dagen inhaalde en dat dat een reden was waarom hij in die maand vastte. Dit is het tegenovergestelde van wat ‘Aa’ishah overleverde, dat ze de in te halen dagen in Sha’baan pas inhaalde omdat ze te druk bezig was met de Boodschapper van Allah *.

Er is gezegd dat omdat het een maand is waarin mensen niet opletten. Dit is de meest correcte visie, want de hadeeth van Usaamah hierboven geciteerd waarin wordt gezegd: “dat is een maand waarin mensen niet opletten tussen Rajab en Ramadan.” (overgeleverd door al-Nasaa’i, zie Saheeh al-Targheeb wa’l-Tarheeb, p. 425)

Als Sha’baan begon en de Profeet * had nog wat vrijwillige dagen nog niet gevast dan haalde hij ze in tijdens Sha’baa zodat zijn naafil gevaste dagen zodat zijn vrijwillige dagen uitgevoerd waren voordat de Ramadan begon. Hetzelfde geldt ook als hij Sunnah gebeden had gemist of Qiyaam-al-Layl, dan haalde hij die in. ‘Aa’ishah maakte het meest gebruik van deze mogelijkheid om haar verplichte dagen in te halen. Ze had deze dagen gemist door mensturatie en tijdens andere maanden had ze het te druk met de Profeet * om te vasten. We moeten hier ook een opmerking plaatsen dat iemand die nog dagen moet inhalen dat moet doen voor de volgende Ramadan. Het is niet toegestaan om de dagen in te halen tot na de volgende Ramadan, uitzonderingen daar gelaten (geldig excuus dat geldt tussen de twee Ramadan maanden). Ieder die in staat is om ze in te halen voor de (2e) Ramadan en dit niet doet moet ze na de (2e) Ramdan inhalen en als extra moet hij/zij berouw tonen iedere dag dat hij/zij moet inhalen een arme voeden. Dit is de visie van Maalik, al-Shaafa’i en Ahmad.

Een ander voordeel van het vasten van Sha’baan is dat het een sort voorbereiding/training is voor de maand Ramadan, in het geval een persoon het moeite heeft met de start van de Ramadan; als hij in Sha’baan vast is hij het vasten gewend en hij hij zal zich sterk en vol energie voelen zodra Ramadan begint. Sha’baan is als een introductie van de Ramadan en het heft overeenkomsten met Ramadan, zoals vasten, het reciteren van de Koran en het geven giften. Salamah ibn Suhayl zei vaak: “De maand van Sha’baan is de maand van de reciteerders (van de Koran).” Habeeb ibn Abi Thaabit zei vaak, als Sha’baan nadert, “Dit is de maand van de reciteerders (van de Koran).” Als Sha’baan naderde sloot ‘Amr ibn Qays al-Malaa’i zijn winkel en weidde hij zijn tijd aan het lezen van de Koran.

Vasten aan het eind van Sha’baan

Het is verzameld/overleverd in al-Saheehayn van ‘Imraan ibn Husayn (moge Allah tevreden met hem zijn) dat de Profeet * tegen een man zei, “Heb je iets gevast van de sirar van deze maand?” Hij zei “nee.” Hij zei: “Als je niet hebt gevast, vast dan 2 dagen.” Volgens een overlevering verzameld door al-Bukhaari: Ik denk dat hij bedoelde Ramdan. Volgens een overlevering verzameld door Muslim, (De Profeet *) zei: “Heb je wat gevast van de sirar van Sha’baan?” (overleverd door al-Bukhaari, 4/2000; Muslim, nr. 1161).

Er was wat discussie mbt tot de betekenis van het woord siraar. De meest bekende visie/meinig is dat het verwijst naar het einde van de maans. Het einde van de maand wordt siraar genoemd omdat de maan is verborgen (istisraar) in die periode. Men zou het punt aan kunnen halen dat het was overleverd/verzameld in al-Saheehayn van Abu Hurayrah (moge Allah tevreden met hem zijn) dat de Profeet * zei: “Laat de Ramadaan niet voorgaan door 1 of 2 dagen behalve degen die de gewoonte hebben om regelmatig te vasten, in dit geval mogen ze vasten.” (Overleverd door al-Bukhaari, nr 1983; Muslim, nr. 1082). Hoe kunnen we ons verzoenen met de hadeeth die aanmoedigt tot vasten tijdens deze periode met de hadeeth die juist aangeeft om niet te vasten tijdens deze tijd/dagen/periode? Het antwoord is: veel geleerden en die hun mening gaven over deze hadeeth zeiden: de man die aan de Profeet * de vraag stelde stond bekend als iemand die de gewoonte had om regelmatig te vasten, of hij had een gelofte afgelegd en de Profeet * gebood hem om zijn vasten uit te voeren. ER zijn ook ander meningen over dit onderwerp. We kunnen kortweg concluderen dat er drie scenario’s zijn om te vasten aan het eind van Sha’baan.
Het eerste scenario is als een persoon aan het einde van Sha’baan vast met de intentie om zeker te zijn om de eerste dag van de Ramadan niet te missen. Dit is verboden.

Het tweede scenario is als een persoon vast met de intentie dat hij een gelofte heeft afgelegd of hij moet nog een dag inhalen van de vorige Ramadan of als daad van compensatie (kafaarah), etc. Dit is toegestaan volgens de meerderheid.

Het derde scenario is als het een pure vrijwillge vast-dag is. Dit wordt gezien als makrooh door degene die zeggen dat we Sha’baan van Ramadan moeten onderscheiden door een periode niet te vasten. Tussen degene die zeggen dat het al-Hasan is. Als het gebeurd op een dag dat die persoon gewoon is om te vasten, Maalik en die het met hem eens zijn hebben dit toegestaan, maaral-Shaafa’i, al-‘Oozaa’i, Ahmad en andere maakten een onderscheid tussen gevallen waar het gaat om een persoon die uit gewoont handelt of een ander geval.
Conclusie: de hadeeth van Abu Hurayrah die hier boven is genoemd is degene die we moeten volgen volgens de meerderheid van de geleerden. Het is makrooh om 1 of 2 dagen vrijwillig te vasten voor de Ramadan voor degene die niet de gewoonte te hebben om op die dagen te vasten of al eerder tot het einde van Sha’baan te hebben gevast.

Je kunt je afvragen: waarom is het makrooh om te vasten voor de Ramadan (voor degene die het niet uit gewoonte doen)? Het antwoord is dat er een aantal redenen zijn waarom dit zo is:

Allereerst: voor het geval we extra dagen aan de Ramadan toevoegen die niet een onderdeel zijn de Ramadan. Vasten op de dag van Eid is verboden om de zelfde reden, voor het geval we in dezelfde val lopen als de Lieden van het Boek richting het vasten, zoals zij zelf aspecten toevoegden aan het vasten nav hun opwellingen en lusten.
Voor dezelfde reden is het verboden om te vasten op “de dag van de twijfel”. ‘Ammaar zei: degene die vast op deze dag is ongehoorzaam geweest Abu’l-Qaasim *. De “Dag van de twijfel” is een dag dat mensen niet zeker weten of het Ramdan is of niet, als het nieuws, van het zien van de maan, van een onbetrouwbaar persoon komt. Of als het bewolkt is, sommige geleerden zeggen dat dit ook een “dag van de twijfel” is. Dit is de mening van de meerderheid.

Ten tweede: het maken van onderscheid tussen fard (verplichte) dagen van vasten en van naafil (vrijwillig) dagen van vasten, want het is in de islam voorgeschreven om een onderscheid te maken tussen verplichte en vrijwillige handelingen. Vandaar dat het haraam is om te vasten op de dag van Eid en de Profeet * verbood om na een verplicht gebed direct het vrijwillig gebed te laten volgen tenzij het was afgesloten met de salaam or door te spreken, dit gold vooral voor het Sunnah gebed voor Fajr. Het is voorgeschreven om een duidelijk verschil te maken tussen het gebed en het verplichte gebed. Vandaar dat het is voorgeschreven om het thuis te bidden en achteraf te gaan liggen.
Toen de Profeet * een man zag bidden toen het tijd was voor de Iqaamah zei hij “Al-Subh is vier rak’ahs.” (Narrated by al-Bukhaari, no. 663).

Sommige onwetende mensen denken dat de reden waarom wij niet vasten vlak voor Ramadan is zodat wij kunnen eten en onze lusten kunnen stillen voordat we ons dat verbieden door te vasten. Dit is een fout die voortkomt uit onwetendheid door de persoon die dit denkt. En Allah weet het het best.

Referenties:

Lataa’if al-Ma’aarif fimaa li Mawaasim al-‘Aam min al-Wazaa’if, door Ibn Rajab al-Hanbali

Al-Ilmaan bi shay’in min Ahkaam al-Siyaam, door ‘Abd al-‘Azeez al-Raajihi

En Allah is de bron van Kracht.




* = Sallalahoe ‘Aleihie Wassalam



Vertaald uit: http://63.175.194.25/topics/shabaan/shabaan.shtml

video: Ramadan 2009, bereid jullie voor

video: Zij werden Levend Gevild!

Mozes en de tovenaars

De tovenaars zijn degenen die door de Farao gebracht werden, zodat hij aan de mensen kon bewijzen dat Moesa (Mozes, vrede zij met hem) niets anders dan een tovenaar was. De Farao zond verzamelaars naar de steden, zodat zij alle vaardige tovenaars zouden brengen. Er werd tegen de mensen gezegd:



"Zullen jullie je verzamelen, opdat wij de tovenaars volgen, als zij de overwinnaars zijn?"



Daarop verzamelden de mensen zich en de vaardige tovenaars kwamen vanuit elke plaats, om de Farao bij te staan tegen Moesa en datgene waarmee hij was gekomen. Laten we ons de huidige toestand van de tovenaars inbeelden, voordat het Geloof hun harten binnen is gedrongen:



Zij verlangen naar het wereldse leven en hebben een laag doel en een smalle kijk. Zij houden van de begeerten en van de wereldse zaken. Daarom gingen zij naar de Farao, voordat zij de confrontatie aangingen, en zeiden:



Is er zeker een beloning voor ons, als wij de overwinnaars zijn?

[ Soerah ash-Shoe'araa- 26:41 ]



De Farao kende de aard van dit soort mensen en daarom zei hij tegen hen, om hen gerust te stellen en hen te verheugen:



"Ja, en jullie zullen dan waarlijk behoren tot degenen die (tot mij) nabij gebracht zijn.

[ Soerah ash-Shoe'araa- 26:42 ]



Dat wil zeggen: jullie zullen de bezittingen en geschenken krijgen die jullie verlangen en jullie zullen de posities en rangen krijgen waar jullie zielen naar hunkeren en jullie begeerten naar smachten.



Toen de tovenaars gerust waren gesteld over hun wereldse profijten, gingen zij de confrontatie aan. Het enige waar de tovenaars om gaven, was het wereldse leven, wereldse bezittingen en wereldse posities. Daarom twistten zij met elkaar over hun zaak, voordat zij de wedstrijd aangingen, en zij hielden een geheim overleg. Waar ging dit geheime overleg over? Allah heeft ons dit in Zijn Boek laten zien. Hij zegt:



Zij zeiden: "Waarlijk, dit zijn zeker twee tovenaars die jullie met hun tovenarij uit jullie land willen verdrijven en jullie navolgenswaardige wijze willen overnemen. Beraam jullie plan en kom dan in rijen. En hij die vandaag overwint, zal zeker welslagen."

[ Soerah Ta Ha 20:63-64 ]



Daarna zeiden zij tegen Moesa op de plaats van de krachtmeting, terwijl de mensen rondom hen toekeken:



Zij zeiden: "O Moesa! Of jij werpt, of wij zijn het die het eerst werpen."

[ Soerah Ta Ha 20:65 ]



Op een andere plaats in de Koran lezen we:



Zij zeiden: "O Moesa! Of jij werpt, of wij zijn het die de werpers zijn."

[ Soerah al-A'raaf 7:115 ]



Dit laat zien dat zij zeker van zichzelf waren dat zij de overwinning zouden behalen. Daarom vroegen zij Moesa en stelden hem voor de keuze:



"Of jij werpt, of wij zijn het die de werpers zijn."



Moesa zei tot hen: "Werp wat jullie te werpen hebben." Toen wierpen zij hun touwen en hun stokken en zij zeiden: "Bij de macht van de Farao, wij zullen waarlijk de overwinnaars zijn!"

[ Soerah ash-Shoe'araa- 26:43-44 ]



Kijk naar hen: dit is de dienaar van dit wereldse leven, voordat het Geloof zijn hart binnendringt. Hij buigt en knielt voor de Farao en heeft geen ander doel dan het vergaren van wereldse bezittingen. Dit is de reden dat zij zwoeren bij de macht van de Farao.



De tovenaars gaven alle kracht, kennis en behendigheid die zij hadden in de tovenarij van de inbeelding, zodanig dat zij met een machtige tovenarij kwamen. Allah (Verheven is Hij) zegt:



Hij (Moesa) zei: "Werp." Toen zij dan wierpen, betoverden zij de ogen van de mensen en joegen hen angst aan en zij kwamen met een machtige tovenarij.

[ Soerah al-A'raaf 7:116 ]



Allah (Verheven is Hij) zegt:



Toen voelde Moesa vrees in zich opkomen. Wij zeiden: "Vrees niet. Voorwaar, jij bent degene die zal overwinnen." En werp datgene wat in je rechterhand is, het zal hetgeen zij verricht hebben, verslinden. Voorwaar, wat zij verricht hebben, is slechts de list van een tovenaar. En de tovenaar zal niet welslagen, waar hij ook heen gaat."

[ Soerah Ta Ha 20:67-69 ]



Kijk naar deze wonderbaarlijke verandering: Moesa wierp zijn stok neer, waarna deze hetgeen zij verrichtten, begon te verslinden. De tovenaars kenden de tovenarij, maar wat Moesa verrichtte was geen tovenarij. Het was niets anders dan een wonder van Allah (de Almachtige en Majesteitelijke), waarmee Hij Zijn Boodschapper Moesa (vrede zij met hem) versterkte. Daarnaast wijst het op zijn waarachtigheid en zijn profeetschap. De tovenaars wisten dit en het Geloof drong hun harten binnen, waarna zij zich ter aarde wierpen voor Allah.



Allah (Verheven is Hij) zegt:



Toen vielen de tovenaars op hun knieën. Zij zeiden: "Wij geloven in de Heer van Haaroen (Aaron, de broer van Mozes) en Moesa."

[ Soerah Ta Ha 20:70 ]



Op een andere plaats in de Koran lezen we:



Toen wierpen de tovenaars zich knielend neer. Zij zeiden: "Wij geloven in de Heer der Werelden. De Heer van Moesa en Haaroen."

[ Soerah ash-Shoe'araa- 26:46-48 ]



Allah is de Grootste! Enkele momenten geleden knielden en bogen zij nog voor de Farao. Enkele momenten geleden zeiden zij nog:



"Bij de macht van de Farao!"



Maar nu, enkele ogenblikken later, knielen en buigen zij voor de Heer der Werelden, de Heer van de hemelen en de aarde. Zij zeiden:



"Wij geloven in de Heer der Werelden, de Heer van Moesa en Haaroen."



Voorwaar, dit is het Geloof. Dit is de zoetheid van het Geloof, wanneer deze het hart van de mens binnendringt en zich hier vestigt. Wat is deze verandering die plaats heeft gevonden? Enkele ogenblikken geleden beloofde de Farao de tovenaars nog de vergankelijke, wereldse bezittingen en zei tegen hen:



"Ja, en jullie zullen dan waarlijk behoren tot degenen die (tot mij) nabij gebracht zijn."



Hij beloofde hun wereldse bezittingen en posities. Maar nu - nadat zij geloofd hebben - bedreigt hij hen met de dood, de kruisiging en het afhakken van de handen en voeten en hij bedreigt hen met de vernederende, pijnlijke bestraffing. Maar is degene wiens hart gevuld is met het Geloof bang voor de tirannen en onderdrukkers? Vreest degene die de zoetheid van het Geloof geproefd heeft dan en wankelt hij, wanneer hij met een zaag in tweeën wordt gezaagd en zijn vlees met ijzeren kammen van zijn botten wordt geschraapt? Nooit zal hij wankelen, omdat hij weet dat hij zich op de Waarheid bevindt. Hij weet dat er na de Waarheid niets anders is dan de dwaling. Hij weet dat de Waarheid het meeste recht heeft om gevolgd te worden.



Allah (de Almachtige en Majesteitelijke) bericht ons in Zijn Machtige Boek over de pijnlijke bestraffing waarmee de Farao de tovenaars bedreigde. Hij (Verheven is Hij) zegt:



Hij (de Farao) zei: "Geloven jullie in hem, voordat ik jullie toestemming geef? Voorwaar, hij is zeker jullie meester die jullie de tovenarij heeft onderwezen! En voorzeker, jullie zullen het spoedig weten. Ik zal waarlijk jullie handen en jullie voeten aan tegengestelde kanten afhakken en ik zal jullie waarlijk allen kruisigen." Zij (de tovenaars) zeiden: "Het zal ons niet deren. Voorwaar, wij zullen naar onze Heer terugkeren."

[ Soerah ash-Shoe'araa- 26:49-50 ]



Op een andere plaats in de Koran lezen wij:



Hij (de Farao) zei: "Geloven jullie in hem, voordat ik jullie toestemming heb gegeven? Voorwaar, hij is zeker jullie meester die jullie de tovenarij heeft onderwezen! Voorzeker, ik zal waarlijk jullie handen en voeten aan tegengestelde kanten afhakken en ik zal jullie waarlijk kruisigen aan de stammen van dadelpalmen. En jullie zullen waarlijk weten wie van ons harder en blijvender in de bestraffing is." Zij zeiden: "Wij zullen jou nooit verkiezen boven datgene wat tot ons is gekomen van de duidelijke bewijzen en boven Degene Die ons geschapen heeft. Oordeel dus wat je wilt oordelen. Voorwaar, je oordeelt slechts in dit wereldse leven. Voorwaar, wij geloven in onze Heer, opdat Hij onze zonden zal vergeven en de tovenarij waartoe jij ons gedwongen hebt. En Allah is beter en blijvender." Voorwaar, wie als een misdadiger tot zijn Heer komt, voor hem is er waarlijk Djahannam (de Hel), waarin hij niet zal leven en niet zal sterven. En wie als een gelovige tot Hem komt en goede daden verricht heeft: diegenen zijn het voor wie de hoge rangen zijn.

[ Soerah Ta Ha 20:71-75 ]



Kijk naar de tovenaars enkele momenten geleden, terwijl zij zeiden:



Bij de macht van de Farao!

[ Soerah ash-Shoe'araa- 26:44 ]



Zij zeiden:



Is er zeker een beloning voor ons, als wij de overwinnaars zijn?

[ Soerah ash-Shoe'araa- 26:41 ]



En zie, nadat het Geloof in hun harten binnendrong, zeiden zij:



Wij zullen jou nooit verkiezen boven datgene wat tot ons is gekomen van de duidelijke bewijzen en boven Degene Die ons geschapen heeft. Oordeel dus wat je wilt oordelen. Voorwaar, je oordeelt slechts in dit wereldse leven. Voorwaar, wij geloven in onze Heer, opdat Hij onze zonden zal vergeven.

[ Soerah Ta Ha 20:72-73 ]





De lessen die we kunnen trekken uit het verhaal van de tovenaars:



Ten eerste: Wanneer het Geloof de harten binnendringt en zich hierin vestigt, verandert het hart en veranderen de woorden, de daden en de doelen. Deze persoon verandert van een verlanger van dit wereldse leven naar een verlanger van het Hiernamaals.



Vóór het Geloof zeiden de tovenaars:



Is er zeker een beloning voor ons, als wij de overwinnaars zijn?

[ Soerah ash-Shoe'araa- 26:41 ]



Na het Geloof zeiden zij:



Onze Heer, stort geduld over ons uit en laat ons sterven als moslims.

[ Soerah al-A'raaf 7:126 ]



Ook zeiden zij:



Voorwaar, wij hopen dat onze Heer onze zonden vergeeft, omdat wij de eerste gelovigen zijn.

[ Soerah ash-Shoe'araa- 26:51 ]



Vóór het Geloof hadden zij een laag doel en een smalle kijk. Zij aanbaden de begeerten. Het enige waar zij zich om bekommerden, waren de wereldse bezittingen. Maar na het Geloof hadden zij een verheven doel en een brede kijk: zij wilden het Paradijs. Zij wilden het gezelschap van de Profeten, de waarachtigen, de martelaren en de rechtschapenen.



Ten tweede: Wanneer het Geloof het hart binnendringt, wordt dit wereldse leven klein in de ogen van zijn metgezel en wordt het Hiernamaals groot. Zodoende zie je hem 's nachts en overdag hunkeren naar het Hiernamaals.



Het is om deze reden dat je ziet dat de tovenaars, voordat het Geloof hun harten binnendrong, verlangers van deze wereld waren. Maar nadat het Geloof hun harten binnendrong, verlangden zij niets anders dan het Hiernamaals.



Ten derde: Wanneer het Geloof zich in het hart vestigt, dan is de gelovige niet bang voor bedreigingen en martelingen, zelfs al worden zijn ledematen aan tegengestelde kanten afgehakt en wordt hij gekruisigd aan de stammen van dadelpalmen. Dit is omdat hij met zekerheid weet dat wanneer hij dit leven verlaat, terwijl hij zich op het Geloof bevindt, hij zich dan naar een tuin zal begeven in zijn graf; en op de Dag der Opstanding zal hij overwinnen met een Paradijs dat zo breed is als de hemelen en de aarde.



De gelovige heeft dus geen vrees, zelfs al wordt er een zaag op zijn hoofd geplaatst en wordt hij in tweeën gezaagd, zelfs al wordt zijn vlees van zijn botten geschraapt met ijzeren kammen, omdat hij met zekerheid weet dat hij zich op de Waarheid bevindt.



Ten vierde: Tovenarij is verboden. De tovenaars zeiden:



"Voorwaar, wij geloven in onze Heer, opdat Hij onze zonden zal vergeven en de tovenarij waartoe jij ons gedwongen hebt."



Tovenarij is dus verboden. Het is voor de moslim absoluut niet toegestaan om tovenarij te leren of om deze te onderwijzen. Het is voor de moslim absoluut niet toegestaan om naar een tovenaar te gaan. Wie namelijk naar een tovenaar of waarzegger gaat en hem gelooft in datgene wat hij zegt, die is waarlijk ongelovig in hetgeen aan Mohammed (vrede zij met hem) werd geopenbaard. (Sahieh al-Djaami', 5815)



Ten vijfde: Wie een kwade list beraamt voor een ander, zal hier zelf door getroffen worden.



De Farao beraamde een list tegen Moesa, toen hij de tovenaars bracht en de mensen vanuit alle plaatsen opriep om zich allen te verzamelen en er tegen hen gezegd werd: "Zullen jullie je verzamelen, opdat wij de tovenaars volgen, als zij de overwinnaars zijn?" Maar Allah liet hun list terugkeren tot hen en gebruikte hun plan tegen hen. Allah (de Almachtige en Majesteitelijke) gaf Moesa de overwinning: de tovenaars, die de Farao had gebracht om Moesa te verslaan, kwamen tot het Geloof.



En de kwade list treft niemand dan de beramer ervan.

[ Soerah Faatir 35:43 ]



En zij beraamden een list en Allah beraamde een list en Allah is de Beste der Beramers.

[ Soerah al-Anfaal 8:30 ]