donderdag 11 juni 2009

citaten

door Abu Nu aym en Ibn Al-Jawzee, rahimahumaa Allaah
Bronnen: Hilyat Al-Awliyaa en Sifaat As-Safwah

Toen Abu Bakr As-Siddeeq, radiya Allaahu anhu, op zijn sterfbed lag, riep hij Umar, radiya Allaahuanhu, bij zich en zei:

Vrees Allaah, oh Umar!, en weet dat Allaah daden heeft die voor Hem moeten worden verricht gedurende dag, die Hij niet zal accepteren wanneer deze gedurende de nacht worden verricht en Hij heeft daden die voor Hem verricht dienen te worden gedurende de nacht, die Hij niet zal accepteren wanneer deze gedurende de dag worden verricht. Hij zal de extra (vrijwillige) daden niet accepteren, tenzij jij de verplichte daden verricht. De schalen van degenen wiens schalen zwaar zullen wegen op de Dag der Opstanding zullen slechts zwaar zijn omdat zij de waarheid volgden in dit leven en omdat het zwaar voor hen telde. En de schalen waarin de waarheid morgen zal worden geplaatst verdienen het waarlijk om zwaar te zijn. En de schalen van degenen wiens schalen licht zullen zijn op de Dag des Opstanding, zullen slechts licht zijn omdat zij de valsheid volgden in dit leven en omdat het een lichte zaak voor hen was. En de schalen waarin de valsheid morgen geplaatst zal worden, verdienen het waarlijk om licht te zijn.

Allaah de Verhevene heeft de Mensen van het Paradijs genoemd en Hij noemde hen in verband met hun beste daden en Hij vergaf hun slechte daden, dus wanneer ik hen gedenk, zeg ik tegen mijzelf: Ik ben bang dat ik mij niet onder hen zal bevinden. En Allaah de Verhevene heeft de Mensen van de Hel genoemd en Hij noemde hen in verband met hun slechtste daden en Hij verwierp hun beste daden, dus wanneer ik hen gedenk, zeg ik tegen mijzelf: Ik hoop dat ik mij niet onder hen zal bevinden. De aanbidders van Allaah zouden zich altijd moeten bevinden in een toestand tussen Hoop en Vrees en zij zouden geen onbelangrijke wensen over Allaah moeten hebben, noch zouden zij mogen wanhopen aan de Genade van Allaah.

Indien jij dit advies van mij navolgt, dan zal niemand die nu niet bij jou is jou geliefder mogen zijn dan de dood en het is zeker dat het jou zal achterhalen. Maar wanneer jij dit advies negeert, dan zal niemand die nu niet bij jou is, meer gehaat bij jou zijn dan de dood - en jij zult er niet aan kunnen ontsnappen.

-------


Wanneer iemand zijn verstand helder is, dan zal diegene in staat zijn om helder te zien, dus wanneer je zo een persoon een licht geeft in zijn hart dan stelt dat hem in staat om bijna getuige te zijn van de Waarschuwing en de Belofte, het Paradijs en de Hel, en wat Allah heeft voorbereid in deze Paradijs voor Zijn Awliyaa' (trouwe vrienden) en in de Hel voor Zijn vijanden. Hij zal dan getuige zijn van mensen die uit hun graven snellen en de roep van de Waarheid (Wederopstanding) volgen. De engelen in de hemelen zullen neerdalen en hen (schepping) omcirkelen. Allah zal dan komen om te oordelen (tussen de schepping) en Zijn Kursi zal worden gebracht. De aarde zal schijnen met de Licht van zijn Heer (Allah, wanneer Hij komt oordelen tussen Zijn schepping), het Boek (van Daden) zal worden geopend en de Profeten en de getuigen zullen naar voren worden gebracht. De Mizan (Weegschaal) zal dan worden vastgesteld, de boeken van de (individuele) daden zullen rondgaan en de vijanden zullen samenkomen, ieder vasthoudend aan zijn vijand. Al-Houdh (de vijver die stroomt buiten de poorten van het Paradijs, komend van een rivier daarbinnen) zal dan verschijnen en zijn kopjes zullen dichtbij verschijnen. De dorst zal versterken, maar degenen die toestemming hebben om te drinken zijn slechts weinig.

Al-Jisr (de brug boven de Hel die iedereen moet passeren naar het Paradijs) zal dan neergelegd worden (boven de Hel) zodat de mensheid en de Jinn hier overheen kunnen gaan (de ongelovigen en degenen van wie de zonden de goede daden overstijgen, zullen vallen in de Hel, waar alleen de ongelovigen voor eeuwig zullen verblijven). Mensen zullen verzameld die richting uitgaan. Het Vuur (de Hel) zal verschijnen, iedere deel de andere delen eronder ruw consumerend (verterend). Degenen die erin vallen zijn veel groter in aantallen dan degenen die ervan gered worden.

Dan, wordt er een oog geopend in zijn (de man die denkt aan deze scènes/gebeurtenissen) hart met welke hij in staat zal zijn om helder te zien. Zijn hart zal dan getuige zijn van sommige scènes (gebeurtenissen) van het Laatste Leven, tegelijk met de voorstelling van de verschillende stadia van het Laatste Leven welke voor altijd zal voortduren, in tegenstelling tot deze dunya en zijn beknoptheid.


Door: Ibn al-Qayyim al Jawziyyah
Bron: Madaarij us-Saalikeen
---

door Shaychoel-Islaam ibn Temiyyah (rahimahu Allaah)


Shaychoel-Islaam ibn Temiyyah zegt in zijn boek ‘De weerlegging van al-Bakrie’, op bladzijde 380 van de eerste druk in 1997, Daar al-Watan:

“En de Iemaams van Ahloes-Soennah wal Djama’ah en de mensen van kennis en Iemaan bezitten kennis, rechtvaardigheid en genade. Zij kennen de Waarheid die hen gebiedt om volgens deze eigenschappen te leven. Hiermee zijn zij in overeenstemming met de Soennah en ongeschonden door de bid’ah. Zij zijn rechtvaardig voor diegenen die buiten de Soennah treden zelfs wanneer zij onrechtvaardig tegenover hen zijn. Zoals Allaah Ta’ala zegt:

“O jullie die geloven! Wees standvastig omwille van Allaah als waarheidsgetrouwe (en rechtvaardige) getuigen. En laat de haat van een volk jullie er niet toe brengen niet rechtvaardig (tegenover hen) te zijn. Wees rechtvaardig (ten opzichte van vriend en vijand), dit is het dichtst bij Taqwah (Godsvrees). En vrees Allaah. Voorwaar, Allaah bezit volledige kennis van wat jullie (in het geheim en in het openbaar) uitvoeren.”) [Soerah al-Maaïdah, Vers 8 (met verduidelijking vanuit de Tafsier van ibn Kethier)]

Zij zijn genadevol tegenover de schepping en willen niet het slechte voor haar maar wensen voor de mensen leiding, kennis en al het goede. Wanneer zij hen bestraffen (weerleggen) en hun fouten, onwetendheden en onrechtvaardigheden verduidelijken, dan doen zij dat met de bedoeling om hiermee de Waarheid te openbaren uit genade voor de schepping alsmede (vanuit het oogpunt van) het gebieden van het goede en het verbieden van het slechte. Zodat de religie in zijn geheel voor Allaah alleen is en het Woord van Allaah (la illaha illa Allaah) het meest verheven is…”

----

Abu Hafs zei tegen Abu 'Uthmaan an-Naysaboeri:
'Als jij zit met de mensen, wees dan een waarschuwer voor jouw hart en ziel, en laat het feit dat zij zich om jou heen hebben verzameld jou niet misleiden, want zij houden jouw uiterlijk in de gaten, terwijl Allaah jouw innerlijk in de gaten houdt...'
(Tah-dhieb Madaaridj as-Saalikien)

--

Imam Ibn ul Jawzee
(vertaald uit: Sayd ul-Khatir, p. 364)

De gelovige is niet iemand die alleen de opgelegde religieuze verplichtingen oppervlakkig doet en datgene wat verboden is voorkomt, maar hij is iemand van wie het geloof absoluut (onvoorwaardelijk) is, zonder bezwaren (of wat dan ook) die opkomen in zijn hart en zonder obsessie (wat zich bevindt) in zijn ziel. Hoe meer moeilijkheden hem treffen, hoe meer zijn geloof stijgt en hoe sterker zijn onderwerping wordt.
Hij zou kunnen bidden (du'ah doen) en geen spoor van beantwoording van zijn gebeden zien, maar hij verandert niet omdat hij weet dat hij het eigendom van Degene is die handelt met hem zoals Hij dat wil. Want als er een bezwaar zou (op)komen in zijn hart, dan verlaat hij de rol van dienaar en neemt hij de rol van iemand die protesteert, zoals die van Iblees (de duivel).

Een sterke geloof toont zichzelf bij grote ontberingen (moeilijkheden).

Een gelovige ziet in Yahya, de zoon van Zakariyya, een goed voorbeeld. Hij werd gedood door een tiran die hem confrontreerde, maar Hij (subhanahu wa ta'ala), die hem tot profeet had gemaakt, greep niet in en verdedigde hem niet.

Overeenkomstig; alle tirannie die de profeten en gelovigen trof werd niet van hen afgehouden. Als iemand denkt dat Goddelijkheid hen niet kan helpen, dan is diegene een ongelovige. Echter, als iemand gelooft dat Goddelijkheid hen kan helpen, maar ervoor kiest om dat niet te doen, en dat God (subhanahu wa ta'ala) gelovigen honger kan doen leiden terwijl ongelovigen vol zitten, en gelovigen kan treffen met ziektes en (terwijl Hij) ongelovigen een goede gezondheid schenkt, dan rest diegene alleen de onderwerping aan de Eigenaar zelfs wanneer hij is getroffen door folteringen e.d. .

Jacob huilde acht jaar lang toen Joseph, zoon van Jacob (alayhis salaam), was verdwenen, hij gaf nooit op; het enige wat hij zei toen zijn andere zoon ook verdween was: "Moge Allah hen allemaal bij mij terugbrengen".

Moses (alayhis salaam) bad 40 jaar lang tegen Pharaoh, die kinderen doodde en magiers kruisigde en hun handen afhouwde, voordat zijn gebeden werden verhoord.

Bij zulke onderwerping wordt de intensiteit (kracht) van iemand zijn sterke geloof niet duidelijk door alleen rak'at (buigingen in het gebed (salaat)).

Zo veel van degenen die Qadar prezen werden getroffen door onheil en dit deed hen alleen stijgen in onderwerping en tevredenheid (met hun Heer), en daar schuilt een uitleg van de betekenis van Zijn woorden, "Allah is tevreden met hen" (Qur'an, 5:119 en op andere plaatsen).

Al-Hasan Al-Basree heeft gezegd: mensen zijn hetzelfde bij (goede) gezondheid, maar wanneer hen moeilijkheden treffen tonen zij verschillen.


----

Een man die in het gezelschap van ‘Abdoellah ibn Mas'oed was, zei: ‘Ik wens niet van de mensen van de Rechterkant te zijn, maar ik wens van de Moeqarraboen (degenen die dicht bij Allah zullen worden gebracht) te zijn.' 'Abdoellah zei hierop: ‘Maar hier is een man die (uit vrees voor Allah) wenst dat hij niet meer opgewekt zal worden als hij sterft.' Hij bedoelde hier zichzelf mee.

Op een dag verliet hij zijn huis, en de mensen achtervolgden hem. Hij zei toen tegen hen: ‘Hebben jullie iets nodig?' Zij zeiden: ‘Nee, maar wij wilden met jou meelopen.' Hij zei: ‘Ga terug, want het is een vernedering voor degene die volgt, en een beproeving voor degene die gevolgd wordt.'

Hij zei ook: ‘Als jullie datgene over mij wisten, wat ik over mezelf weet, dan zouden jullie zand over mijn hoofd gieten.'

‘Niemand van jullie dient in zijn religie een persoon blindelings te volgen; als hij (degene die wordt gevolgd) gelooft, dan gelooft hij, en als hij niet gelooft, dan gelooft hij niet. En als jullie toch blindelings willen volgen, volg dan de overledene, want de levende is niet veilig van beproevingen.'

‘Zoek naar je hart tijdens drie gelegenheden: 1. tijdens het luisteren naar de Qor-aan 2. tijdens de bijeenkomsten van gedenking (van Allah) en 3. tijdens het alleenzijn. Als je het (jouw hart) tijdens deze gelegenheden niet vindt, vraag Allah dan of Hij jou wil begunstigen met een hart, want, voorwaar, je hebt geen hart.'

‘Voorwaar, de mensen zijn bekwaam geworden in hun uitspraken. Degene wiens uitspraak dan overeenkomt met zijn handeling, die persoon heeft zijn deel (van de beloning) verkregen. En degene wiens uitspraak strijdig is met zijn handeling, diegene berispt (slechts) zichzelf.'

‘Waarlijk, ik geloof dat een persoon kennis vergeet die hij ooit wel had, door een zonde die hij begaat.'

'Kennis is niet het vele overleveren (van ahaadieth), maar kennis is de vrees (voor Allah).'

‘Er is niets op het oppervlak van de aarde dat meer behoefte heeft aan een lang gevangenschap dan de tong.'

En een man zei tegen hem: ‘Leer mij bondige en profijtelijke woorden!' ‘Abdoellah zei hierop: ‘Aanbid Allah en ken geen enkele deelgenoot aan Hem toe in de aanbidding, volg de Qor-aan overal waar hij jou naartoe leidt, accepteer de waarheid van degene die ermee komt, zelfs als hij een verre (geen verwante) en gehate persoon is, en verwerp de valsheid van degene die ermee komt, zelfs als hij een geliefde en verwante persoon is.'

'Wees bronnen van de kennis, lichten van de leiding, verbondenen aan de huizen, lampen van de nacht, reinigers van de harten, dragers van versleten kleding, dan zullen jullie bekend zijn (bij Degene) in de Hemel, en onbekend bij degenen op de aarde.'

'Zolang je in het gebed bent, ben je aan het kloppen op de deur van een Koning, en degene die op de deur van een Koning klopt: de deur zal voor hem geopend worden.'

'Er zullen aan het einde der tijden mensen zijn, hun beste daden zullen zijn: elkaar beschuldigen. Zij worden ‘de stinkenden' genoemd.'

'Als een persoon ervan houdt om rechtvaardigheid te eisen van zichzelf, laat hem anderen dan behandelen zoals hij zelf behandeld wenst te worden.'


Door: Ibn al-Qayyim al Jawziyyah
Bron: Al-Fawaa id