1- Abu Musa al Ash'ari:
Anas bin Maalik heeft gezegd:
“Als Abu Musa ging slapen, dan droeg hij een extra kledingstuk uit angst dat zijn 'awrah te zien zou zijn.”
[Siyaar A'lam an-Nubalaa', 2/399]
2- Ibn 'Abbas:
“Hij trad de badkamer slechts binnen als hij alleen was en dan droeg hij een extra, dik kledingstuk zeggende: “Ik zou me schamen als Allaah mij zonder kleding in de badkamer zou zien”.”
[Siyaar A'lam an-Nubalaa', 3/355]
3- 'Aaishah
“Ik trad de plek waar de Boodschapper van Allaah en mijn vader waren begraven altijd binnen met dunne kleding met de gedachte dat het slechts mijn man en mijn vader zijn. Echter, toen 'Umar werd begraven trad ik die plek nooit binnen zonder dat mijn kleding stevig om mijn lichaam was gewikkeld uit schaamte voor 'Umar.”
[al Haakim's Mustradrak (4/7) en hij heeft het authentiek verklaard]
4- Hisham bin 'Ammar:
Mu'aawiyah bin Aws overlevert:
“Ik zag Hisham bin 'Ammar en wanneer hij op straat liep, keek hij altijd naar de grond en hij hief zijn hoofd nooit naar de hemel uit verlegenheid voor Allaah, de Almachtige en Majesteitelijke.”
[Siyaar A'lam an-Nubalaa', 11/430]
5- al Humaydi:
“Abu Bakr bin Maymun klopte eens op de deur van al Humaydi en nam aan dat hij toestemming had gekregen om binnen te komen. Dus liep hij naar binnen en zag al Humaydi terwijl zijn dij bloot was. Al Humaydi begon te huilen en zei: “Bij Allaah, jij hebt iets gezien dat niemand heeft gezien sinds ik in de puberteit ben gekomen”.”
[Siyaar A'lam an-Nubalaa', 19/122]
6- Muhammad bin Yahya adh-Dhuhli:
Abu al 'Abbas al Azhari heeft gezegd:
“Ik hoorde de slaaf van Muhammad bin Yahya adh-Dhuhli zeggen terwijl hij gewassen werd: “Ik heb hem dertig jaar gediend en ik gaf hem altijd water (als hij zich waste), maar ik heb zijn been nooit gezien terwijl ik zijn bezit was.”
[Siyaar A'lam an-Nubalaa', 12/279]
7- Al Imaam al Bukhari:
Muhammad bin Abi Hatim heeft overgeleverd:
“Een aantal metgezellen zeiden tegen mij: “We bevonden ons in het huis van Muhammad bin Salam toen Muhammad bin Ismaa'eel al Bukhari binnenkwam terwijl hij net terug was gekomen uit Irak. Hij begon ons te vertellen over de beproevingen die de mensen daar doormaakten en hij vertelde ons ook over wat Ahmad bin Hanbal was overkomen. Toen al Imaam al Bukhari weer wegging, zei Muhammad bin Salam tegen de aanwezigen: “Hebben jullie ooit een maagd gezien die zoveel schaamte bezit als deze man?””
[Siyaar A'lam an-Nubalaa', 12/418]
8- Ibn al Qayyim heeft overgeleverd dat sommige van de Salaf het volgende hebben gezegd:
“Als iemand iets in het geheim doet, waarvoor hij zich in het openbaar zou schamen, betekent dit dat hij geen zelfwaardering heeft.”
[Madarij as-Salikin, 2/353]
9- Shams ad-Din al Maqdisi:
“Als mijn been te zien zou zijn als ik alleen was, dan haastte ik me om het te bedekken terwijl ik istighfar deed.”
[Al Mukhtar al Masun min A'lam al Qurun, 1/540]
10- Muhammad bin Ahmad al Ghumari:
“Hij weigerde om in slaap te vallen als er iemand bij was, zeggende: “Ik vrees dat een slechte geur uit mij zal komen terwijl ik slaap.”
[Al Mukhtar al Masun min A'lam al Qurun, 2/758]