Vraag:
Weledele sheich, Wat is uw mening over degenen die zich bezig houden met het categoriseren van mensen, het bijhouden van de versprekingen van de geleerden, uitnodigers en de studenten van kennis, zowel de levende als doden onder hen? Zij houden zich bezig met het verspreiden van hun fouten tussen de leken en waarschuwen voor specifieke geleerden en uitnodigers. Zij bestempelen hun broeders, die het niet met hen eens zijn inzake rechtsvindingen, tot innoveerders, nemen afstand van hen en waarschuwen tegen hen. Daarnaast kan het zelfs zo zijn dat zij leugens over hen verzinnen en het gebed niet achter hen verrichten. Verder beoordelen zij anderen op loyaliteit en vijandschap door te vragen naar hun mening over specifieke personen. Zij beweren dat slechts zij in aanmerking komen voor de term ‘as-Salafiyyah’ en niemand anders. Zij verspreiden het nieuws dat u hen bijstaat inzake deze kwestie. Dit alles heeft geleid tot een enorme opsplitsing tussen de studenten van kennis, zij die de Koran, de Soennah en de vrome voorgangers hoog in het vaandel hebben staan. Edelachtbare, Wat is uw advies hieromtrent?
Antwoord:
O broeders, hebben jullie de woorden van Allah gehoord (interpretatie van de betekenis):
“En bespioneert elkaar niet en spreekt geen kwaad over elkaar in elkaars afwezigheid. Zou iemand van jullie het vlees van zijn dode broeder willen eten?”
(Soerat al-Hoedjoeraat: 12)
O jij die over mensen roddelt, je dient bij jezelf te rade te gaan en je eigen tekortkomingen op te sommen. Verberg jouw tekortkomingen en keer berouwvol terug tot Allah. Allah heeft jou niet als waker over de mensen gesteld door hun tekortkomingen op te sommen. Hij heeft jou daarentegen bevolen om jezelf af te rekenen.
Wanneer jij een fout aantreft bij je broeder dien je hem op goede wijze te adviseren onder vier ogen. Wat betreft het over hem spreken in zittingen, dit is ten strengste verboden en behoort tot achterklap. Tevens adviseer ik degenen die zich bezighouden met dit soort zaken om kennis te vergaren. Dit alles is namelijk slechts het gevolg van onwetendheid. Zij zijn onwetend en denken dat zij geleerden of studenten van kennis zijn. Daarnaast kleineren zij de mensen, gaan zij opzoek naar hun tekortkomingen en houden zij zich bezig met lofprijzingen en misprijzingen.
Dit alles is hun dagelijkse bezigheid. Zij dienen kennis te vergaren zodat zij de waarheid van valsheid weten te onderscheiden en de juistheid van onjuistheid.
Zij weten niet hoe om te gaan met de fouten van anderen. Deze zaken vereisen inzicht en wijsheid. Daarnaast dient het corrigeren in het verborgene te gebeuren, telkens op een gepaste wijze en middels advies en goed onderricht. Er dient niet gecorrigeerd te worden middels vingerwijzen dat tot opsplitsing leidt binnen de gemeenschap en onderlinge gehaat tussen de moslims en studenten van kennis veroorzaakt. Dit in zo’n mate dat, zoals de vraagsteller te kennen heeft gegeven, men het gebed niet achter de ander wil verrichten. Met welke reden? Zijn jullie dan geen broeders van elkaar? Waarom bidt men niet achter de ander?
Het is slechts een grote zondaar waar niet achter wordt gebeden, degene die er een verdorven geloofsovertuiging op nahoudt of openlijk verdorven daden tentoonstelt en hij hier ook voor uitkomt. Dit is degene waar niet achter wordt gebeden. Wat betreft een persoon op wie openlijk niets valt aan te merken, maar die jij slechts beschuldigt of die het niet eens is met jou betreffende enkele zaken, waardoor jij afstand van hem neemt en de banden met hem afsnijdt; dit is niet toegestaan.
En vrede en zegeningen zij met de Boodschapper van Allah.
Sheich Saalih ibn Fawzaan al-Fawzaan