Het is gewenst dat een moslim altijd het goede nastreeft. Hij moet leven om het doel te dienen waarvoor hij is gemaakt, namelijk het aanbidden van zijn Heer. Daarmee kan hij het Paradijs bereiken. Daarom moet een moslim altijd op zoek gaan naar gezegende tijden. Tijden van gehoorzaamheid. Tijden die de persoon in rang doen stijgen.
Met de komst van de maand Moeharram is zo’n tijd aangebroken. De Profeet (vrede zij met hem) zegt in een overlevering: “Na Ramadan is de beste vorm van vasten het vasten van de maand Moeharram. En na het verplichte gebed is de beste vorm van bidden het nachtgebed.”
(Moeslim)
Deze maand is door de Kalief cOmar uitgeroepen tot de eerste maand van het islamitische jaar. Op Ramadan na is het vasten van deze maand de beste vorm van vasten. Het is dan ook gewenst dat men een groot deel van deze maand vast. Ook is in deze maand de dag van cAashoeraa’ te vinden (de tiende dag van de maand Moeharram). Ibn cAbbaas vertelt dat de Profeet met smacht op deze dag wachtte om het te vasten. In een overlevering heeft hij gezegd: “Met het vasten van de dag van cAashoeraa’ reken ik erop dat Allah de zonden van het jaar ervoor uitwist.”
(Moeslim)
In een andere overlevering vertelt Ibn cAbbaas dat toen de Profeet naar Medina verhuisde en opmerkte dat de joden de dag van cAashoeraa’ vastten, hij naar de reden hiervan vroeg. Toen werd er tegen hem gezegd: “Het is een gezegende dag. Het is de dag waarop Allah de Kinderen van IsraĆ«l redde van hun vijand, waarna Moesa besloot deze dag te vasten.” Toen zei de Profeet: “Ik heb meer recht op Moesa dan jullie.” En hij vastte vervolgens deze dag en droeg de moslims op om ook op deze dag te vasten.
(al-Boekhaari)
In een andere overlevering heeft hij gezegd: “Als ik het volgende jaar met de Wil van Allah zal halen, dan zal ik ook de negende dag vasten.”
(Moeslim)
Imam ash-Shaaficie, Imam Ahmad, Ishaaq en anderen hebben daarom gezegd dat het beter is om de negende en de tiende te vasten. Want de Profeet vastte de tiende en was van plan het jaar erop ook de negende dag te vasten.
Er zijn mensen die deze dag koppelen aan de dood van Hoesien, de zoon van cAli, en allerlei demonstraties van verdriet en geweeklaag houden die gepaard gaan met allerlei zaken van al-Djaahiliyyah (onwetendheid), zoals het slaan op het gezicht, het verscheuren van de kleren en zelfgeselingen. Dit heeft niets van doen met de dag van cAashoeraa’ en niets van doen met de Islam. De dag van cAashoeraa’, zoals de Profeet te kennen gaf, is de dag waarop Allah Moesa en zijn volk heeft gered van Fircawn.
Ook zijn er verder geen bewijzen te vinden voor andere praktijken die plaatsvinden in verband met deze dag, zoals het opdoen van Koehl, het verrichten van de grote wassing, het elkaar feliciteren en het koken van bepaalde gerechten. De Profeet noch de metgezellen hebben zoiets gedaan en daarom dient een moslim dit soort zaken achterwege te laten en zich te beperken tot het vasten.