1) - Ibraheem At-Taymee zei:
المخلص من يكتم حسناته كما يكتم سيئاته
"De oprechte is degene die zijn goede daden verbergt, net zoals hij zijn slechte daden verbergt".
["Min Akhlaaq As-Salaf", 1]
2) - Ahmad bin Harb zei:
ليس شيء أنفع لقلب العبد من مخالطة الصالحين والنظر إلى أفعالهم وليس شيء أضر على القلب من مخالطة الفاسقين والنظر إلى أفعالهم
"Niets brengt meer voordeel aan de hart van de dienaar dan het omgaan met de oprechten en het aanschouwen van hun daden en er is niets dat meer schade brengt aan de hart van de dienaar dan het omgaan met de slechten en het aanschouwen van hun daden".
["Min Akhlaaq As-Salaf", 14].
3) - Imran bin Al-Khayaat zei:
دخلنا على إبراهيم النخعي نعوده وهو يبكي فقلنا له: ما يبكيك أبا عمران قال: أنتظر ملك الموت لا أدري يبشرني بالجنة أم بالنار
"Ik trad binnen bij Ibraheem An-Nakha'ie terwijl hij op sterfbed aan het huilen was. Ik zei tegen hem: "Wat maakt u aan het huilen, yaa abaa imraan?" Hij zei: "Ik ben aan het wachten op de Engel des Doods, niet wetende of die mij de blijde tijding van het Paradijs geeft of het Vuur".
["Min Akhlaaq As-Salaf", 25].
4) - Ahmad bin Harb zei:
إذا اجتمع في المرأة ست خصال فقد كمل صلاحها: المحافظة على الخمس ، وطواعية زوجها ، ومرضاة ربها ، وحفظ لسانها من الغيبة والنميمة ، وزهدها في متاع الدنيا ، وصبرها عند المصيبة
"Als zes eigenschappen zich in een vrouw bevinden, dan is haar goedheid volmaakt: Het waken over de vijf (gebeden), het gehoorzamen van haar man, de tevredenheid van haar Heer zoeken, het waken over haar tong zodat zij niet roddelt en lastert, het rug toekeren aan wereldse genietingen en geduld bij een tragedie".
["Min Akhlaaq As-Salaf", 25].
5) - Tawoos schreef naar Makhool:
بعد السلام احذر ياخي ان تظن بنفسك ان لك مقاما عظيما عند الله مما ظهر لك من اعمالك, فان من ظن بنفسه ذلكانقلب الي الاخره صفر اليدين من الخير وربما عظمك الناس بسبب اعمالك الصالحه فاستعجلت ثوابها بذلك
"Na de Salaam: Mijn broeder! Pas op voor het denken dat je een hoge status hebt bij Allah wegens je daden. Wie zo denkt, treedt het hiernamaals leeghandig binnen. En men zou je kunnen verheffen wegens je daden, maar dat is omdat jouw beloning zo snel mogelijk aan je wordt gegeven op aarde!"
["Min Akhlaaq As-Salaf", 38].
6) - Bakr bin Abdullah Al-Muzzani zei:
إذا رميت كلب جارك فقد آذيته
"Als je zelfs een steentje op je buurman's hond gooit, dan heb je hem[je buurman] geschaadt".
["Min Akhlaaq As-Salaf", 40].
7) - Ahmad Fareed schreef:
وكان أبو المليح رحمه الله تعالى : إذا ذكر الله يحصل له طرب ويقول : إنما طربي بذكر الله تعالى لي ، فإنه سبحانه وتعالى يقول : فاذكروني أذكركم وكان إذا مشى في طريق وهر غافلٌ عن ذكر الله تعالى رجع ثانياً وذكر الله تعالى فيها ، ولو مرحلة , ويقول : إني أحبُّ أن تشهد لي البقاع التي أمرُّ فيها كلُّها يوم القيامة
"Abul Mulaih vond geluk in het gedenken van Allah. Hij zou zeggen: "Mijn geluk is in het weten dat mijn Heer mij herinert. Allaah de Verhevene zei: "Gedenk Mij en Ik zal jou gedenken". En als hij op een pad liep, afwezig van Allah's dhikr, dan ging hij terug en bewandelde hij die pad opnieuw terwijl hij Allah gednekt, al was het weinig. Hij zou dan zeggen: "Waarlijk, ik wil graag dat al de plaatsen waar ik langsloop voor mij zullen getuigen op de Dag des Oordeels".
["Min Akhlaaq As-Salaf", 52].
8) - Ahmad Fareed schreef:
عن أنس رضي الله عنه قال خط رسول الله صلى الله عليه وسلم خطا وقال هذا الإنسان وخط إلى جنبه خطا وقال هذا أجله وخط آخر بعيدا منه فقال هذا الأمل فبينما هو كذلك إذ جاءه الأقرب
"Anas bin Malik zei: "De Boodschapper van Allah trok een lijn en zei: "Dit is de mens". Toen trok hij een ander lijn en zei: "Dit is zijn lot". En hij trok een ander lijn ietsjes verder dan de tweede lijn en zei: "Dit is zijn verwachting. Als hij zijn verwachtingen probeert te vervullen, wordt hij te grazen genomen door de nabije lijn".
["Min Akhlaaq As-Salaf", 57].
9) - Malik bin Dinar zei:
اتقوا السحارة التي تسحر قلوب العلماء وتلهيهم عن الله تعالى ( ويعني بها الدنيا ) وهي أسحر وأقبح من هاروت وماروت ، لأن ذاك يفرّق بين المرء وزوجه وهي تفرّق بين العبد وربه
"Pas op voor de magie die de harten van de geleerden scheidt van Allaah, de verhevene (i.e. hij bedoelt de wereld). En haar magie is sterker dan de magie van Haroet en Maroet, want hun magie zou een man van zijn vrouw scheiden, terwijl de wereld een dienaar van zijn Heer scheidt".
["Min Akhlaaq As-Salaf", 59].
10) - Abu Haazim zei:
كان السلفرحمهم الله يفعلون و لا يقولون ثم صارالذين بعدهم يفعلون و يقولون ثم صار الذينيعدهم يقولون و لا يفعلون و سيأتي زمان أهله لا يقولون ولا يفعلون
"De salaf zouden handelen en niet spreken. Na hen kwam een volk die sprak en handelde. Zij werden gevolgd door een volk die spraken maar niet handelden en een tijd zal komen waarin niet gehandeld nocht gesproken zal worden".
["Min Akhlaaq As-Salaf", 66].
11) - Ahmad Fareed schreef:
يقول الحق تبارك وتعالى في كتابه الكريم: إن الإنسان لربه لكنود! قال الحسن البصري: هو الذي يعد المصائب، وينسى النعم
"Allaah de Verhevene zei in Zijn Boek: "Voorwaar, de mens is ondankbaar naar zijn Heer". Al-Hassan Al-Basri zei daarover: "Het is hij die de ongevallen herinnert die hem hadden getroffen en vergeet de zegeningen".
["Min Akhlaaq As-Salaf", 73].
12) - Sufyan Al-Thawri zei:
أدركنا الناس وهم يحبون من قال لأحدهم: اتق الله تعالى وقد صاروا اليوم يتكدرون من ذلك
"Wij hadden mensen gekend die blij werden als iemand tegen hen zei: "Vrees Allah", en nu iriteren ze zich als iemand dit tegen hen zegt".
["Min Akhlaaq As-Salaf", 76].
13) - Anas bin Malik zei:
زكاة الدار أن تجعل فيها بيت للضيافة
"De zakat van het huis is dat je een kamer vrijlaat voor de gasten".
["Min Akhlaaq As-Salaf", 96].
14) - Ahmad Fareed schreef:
وكان سفيان الثوري ينشرح إذا رأى سائلاً على بابه، ويقول: مرحباً بمن جاء يغسل ذنوبي
"Sufyan At-Thawri zou heel erg blij worden als een bedelaar bij zijn deur kwam, zeggende: "Welkom, oh jij die gekomen bent om mijn zondes weg te wassen".
["Min Akhlaaq As-Salaf", 99].
15) - Ahmad Fareed schreef:
وقد كان أبو هريرة رضي الله عنه وهو أمير المدينة في أيام مروان يحمل حزمة الحطب من السوق على رأسه ويمشي ويقول : أوسعوا لأميركم
"Toen Abu Hurairah de Ameer van Madinah was tijdens de leiderschap van Marwan, zou hij een bundel hout op zijn hoofd dragen en door de markt lopen, zeggende: "Laat jullie Ameer erlangs".
["Min Akhlaaq As-Salaf", 107].
16) - Hudhayfah bin Al-Yamman zei:
سيأتي على الناس زمان تكون مجالسة الناس كجيفة حمار ، وتكون جيفة الحمار أحب إليهم من مجالسة المؤمن الذي يأمرهم وينهاهم
"Een tijd zal komen waarin vergaderingen zo (verrot) als de karkas van een ezel zullen zijn! En de karkas van een ezel zou hen geliefder zijn dan een vergadering met een gelovige die hen (het goede) beveelt en (het slechte) verbiedt".
["Min Akhlaaq As-Salaf", 113].
Boek: Min Akhlaaq As-Salaf
Auteur: Shaykh Ahmad Fareed
Vertaling: http://www.durani.wordpress.com
Datum: 10 Oktober 2010