Alle lof zij Allah, en gebeden en vrede zij met de Boodschapper van Allah en zijn familie, metgezellen en degenen die hem bijstonden.
Ik wil dat mijn broeders en zusters aandachtig luisteren naar dit advies dat in eerste instantie voor mezelf bedoeld is. Ik wil namelijk met jullie stilstaan bij het Boek van Allah. Het Boek dat Hij geopenbaard heeft aan Zijn laatste Profeet Mohammed (Allah’s gebeden en vrede zij met hem) middels de tussenkomst van de engel Djibriel.
Wat is de toestand en de houding van ons vandaag de dag tegenover de Qur’aan en zijn wij bekend met de gunsten van het reciteren van dit Boek?
De Qur’aan is een Licht dat niet gedoofd kan worden. Het is een genezing en barmhartigheid voor de harten. De harten zullen bloeien en tot leven komen door middel van de Qur’aan. Het is het Stevige Koord van Allah, de Wijze Vermaning en het Rechte Pad. Dit Boek is niet onderhevig aan op- of aanmerkingen en bij het openen ervan gaan de harten open. Al wie er één letter uit reciteert, krijgt één verdienste dat tienvoudig wordt vermenigvuldigd. Hij zal op de Dag des Oordeels als bemiddelaar optreden voor de zijnen en al zouden alle mensen en djinn bijeenkomen om met het gelijke te komen, dan zouden zij niet hiertoe in staat zijn, ook al zouden zij elkaars helpers zijn.
De besten onder de mensen zijn zij die de Qur’aan leren en het onderwijzen. De Qur’aan is de beste metgezel voor een gelovige gedurende het leven. Hij leest het, overpeinst het en past het toe. Het is zijn leidraad, rustgever en opvoeder. Telkens wanneer de gelovige getroffen wordt door verdriet, pijn, zorgen en ongemakkelijkheden vindt hij zijn rust bij het reciteren van een aantal verzen uit dit Geweldige Boek.
Wat is onze toestand bij het reciteren van dit Geweldige Boek en staan wij stil bij de verzen die wij reciteren? Hoe lang is het geleden dat wij een traantje hebben weggepinkt om de Qur’aan? Bijvoorbeeld bij het reciteren van de verzen die ons berichten over het Paradijs en het Hellevuur. Wat is er toch met onze harten gebeurd? Het lijkt alsof zij van steen zijn en dit terwijl zelfs een steen neervalt en een berg verpulvert en onderwerpt uit vrees voor Allah!
Kijk naar de toestand van de Profeet (Allah’s gebeden en vrede zij met hem). Hij vroeg cAbdullaah ibn Mascoed (moge Allah behaagd met hem zijn) om te reciteren en deze begon vervolgens te reciteren uit soerat Annisaa’ totdat hij aankwam bij het volgende vers:
فَكَيْفَ إِذَا جِئْنَا مِن كُلِّ أمَّةٍ بِشَهِيدٍ وَجِئْنَا بِكَ عَلَى هَـؤُلاء شَهِيداً
“En hoe dan, indien Wij uit iedere gemeenschap een getuige (een Profeet) naar voren brengen en Wij jou (O Mohammed) als getuige tegen diegenen (van jouw gemeenschap die zondigen) naar voren brengen?” (Annissaa’, 41)
De Profeet (Allah’s gebeden en vrede zij met hem) zei toen tegen hem: “Genoeg.” Toen cAbdullaah ibn Mascoed (moge Allah behaagd met hem zijn) opkeek, zag hij dat de ogen van de Profeet (Allah’s gebeden en vrede zij met hem) traanden. (Al-Bukhaarie en Muslim)
Wanneer heb je voor het laatst het Boek van Allah gereciteerd en ben je erdoor geraakt. O wee de verharding van de harten. O wee de tijdschriften, kranten, feesten, onzinnige bijeenkomsten die ons afhouden van het Boek van Allah.
Eén van degenen die aanspraak maken op de schaduw van Allah op een Dag dat er geen schaduw zal zijn dan Zijn schaduw is een persoon die op het moment van alleen zijn aan Allah denkt en zijn ogen tranen.
Toen Bilaal ibn Rabaah (moge Allah behaagd met hem zijn) in de vroege ochtend bij de Profeet (Allah’s gebeden vrede zij met hem) kwam, trof hij hem in een huilende toestand. En Bilaal (moge Allah behaagd met hem zijn) vroeg de Profeet (Allah’s gebeden en vrede zij met hem): “Huilt u terwijl Allah uw voorgaande en toekomstige zonden vergeven heeft?” Toen zei de Profeet (Allah’s gebeden en vrede zij met hem): “O Bilaal, moet ik dan geen dankbare dienaar zijn en Allah heeft in deze nacht een vers geopenbaard, namelijk:
إِنَّ فِي خَلْقِ السَّمَاوَاتِ وَالأَرْضِ وَاخْتِلاَفِ اللَّيْلِ وَالنَّهَارِ لآيَاتٍ لِّأُوْلِي الألْبَابِ
“Voorwaar, in de schepping van de hemelen en de aarde en in het afwisselen van de nacht en de dag zijn zeker Tekenen voor bezitters van begrip.” (Aal-cimraan, 190)
En de Profeet (Allah’s gebeden en vrede zij met hem) zei toen: “O wee degene die het reciteert en het niet overpeinst!” (Ibn Habbaan, en authentiek verklaard door imaam Al-Albaanie)
En hij (Allah’s gebeden en vrede zij met hem) vulde één van de nachten met het herhalen van één vers, terwijl hij daarbij huilde. En toen Djubair ibn Mutcim (moge Allah behaagd met hem zijn) enkele verzen hoorde uit de mond van de Profeet (Allah’s gebeden en vrede zij met hem) zei hij: “Mijn hart vloog er bijna uit!” Vervolgens haastte hij zich naar de Profeet (Allah’s gebeden en vrede zij met hem) om de Islaam binnen te treden. En zo stond Aboe Bakr (moge Allah behaagd met hem zijn) bekend als een teergevoelige man die zijn emotie bij het reciteren niet kon bedwingen. En zo was ook het gehuil van cUmar (moge Allah behaagd met hem zijn) met het ochtendgebed in de laatste rijen te horen.
De Qur’aan, o beste moslims, zie wat het deed met onze vrome voorgangers!
Keert terug naar het Licht en de bron van kennis. Waarom zoeken wij ons geluk in andere zaken, terwijl dit Boek binnen handbereik ligt? Laat jij er dagelijks wat uit lezen, leren en probeer het te overpeinzen. Wees nederig en raak geëmotioneerd door de zoetheid van de Qur’aan opdat jij tot de gelukkigen zal behoren.
Moge Allah ons doen behoren tot degenen die de Qur’aan lezen, overpeinzen en toepassen.
Advies van aboe Tariq