dinsdag 20 oktober 2009

Mooie citaten uit een boek van Imam Ghazalie



Imaam Al-Ghazali schrijft in "Ihyaa Ulum Ad-Dien":




وقال الله تعالى: ﴿يرفع الله الذين آمنوا منكم والذين أوتوا العلم درجات﴾ (المجادلة: 11) قال ابن عباس رضي الله عنهما: للعلماء درجات فوق المؤمنين بسبعمائة درجة ما بين الدرجتين مسيرة خمسمائة عام
"En Allaah zegt: "Allah zal de gelovigen onder u en hen die kennis werd gegeven in rang verheffen". (58:11). Ibn Abbas (moge Allah hem genadig zijn) heeft (hierover) gezegd: "De geleerden staan 700 graden boven de rest van de gelovigen, en het afstand tussen elk twee graden is 500 jaar loopafstand".


وقال أبو الأسود: ليس شيء أعز من العلم، الملوك حكام على الناس والعلماء حكام على الملوك، وقال ابن عباس رضي الله عنهما: خُيِّر سليمان بن داود عليهما السلام بين العلم والمال والملك فاختار العلم فأعطي المال والملك معه. وسئل ابن المبارك: من الناس؟ فقال: العلماء قيل: فمن الملوك؟ قال: الزهاد
"Abul Aswad heeft gezegd: "Niets is meer waardevol dan kennis. De koningen regeren over mensen maar de geleerden regeren over de koningen". Ibn Abbas heeft gezegd: "Solaiman de zoon van Dawoed werd gevraagd om tussen kennis, rijkdom en heerschappij te kiezen en hij koos voor kennis. Rijkdommen en heerschappij verkreeg hij met de kennis". Ibn Mubarak werd gevraagd: "Wie behoren tot dé mensen?" Hij zei: "De geleerden". Hij werd ook gevraagd: "Wie zijn de koningen?" Hij zei: "De asceten (de zuhaad)".


فالإنسان إنسان بما هو شريف لأجله، وليس ذلك بقوة شخصه، فإن الجمل أقوى منه، ولا بعظمه فإن الفيل أعظم منه، ولا بشجاعته فإن السبع أشجع منه، ولا بأكله فإن الثور أوسع بطنا منه، ولا ليجامع فإن أخس العصافير أقوى على السفاد منه، بل لم يخلق إلا للعلم
"Een mens is mens wegens hetgeen hij eerbaar voor is. En het is zeker niet om zijn kracht want van een kameel is krachtiger dan hem, noch door zijn grootte want een olifant is groter, noch wegens zijn moed want de leeuw is moediger, noch wegens zijn eetlust want de eetlust van een stier is groter, noch wegens zijn seksuele aandrang want onder de kleinste vogels zijn er die daar meer van hebben dan hij, maar echter hij was niet geschapen behalve om kennis op te doen!"


وقال فتح الموصلي رحمه الله: أليس المريض إذا منع الطعام والشراب والدواء يموت؟
قالوا: بلى، قال: كذلك القلب إذا منع عنه الحكمة والعلم ثلاثة أيام يموت
Fath Al-Mawsili, moge Allah hem genadig zijn, (vroeg aan de mensen): "Zou een zieke niet sterven als hij niet van eten, drinken en medicijnen zou worden voorzien?" Zij antwoordden: "Welzeker". Dus hij zei: "Zo zal ook het hart sterven als het af wordt gehouden van wijsheid en kennis voor meer dan drie dagen".


وقال عمر رضي الله عنه: موت ألف عابد قائم الليل صائم النهار أهون من موت عالم بصير بحلال الله وحرامه. وقال الشافعي رضي الله عنه: طلب العلم أفضل من النافلة. وقال ابن عبد الحكم رحمه الله: كنت عند مالك أقرأ عليه العلم فدخل الظهر فجمعت الكتب لأصلي، فقال: يا هذا ما الذي قمت إليه بأفضل مما كنت فيه إذا صحت النية. وقال أبو الدرداء رضي الله عنه: من رأى أن الغدو إلى طلب العلم ليس بجهاد فقد نقص في رأيه وعقله
"Umar heeft gezegd: "De dood van 1000 aanbidders die hun nachten in aanbidding en hun dagen in vasten doorbrachten is een kleinere ramp dan de dood van een geleerde die kennis heeft van hetgeen Allah toegestaan en hetgeen Hij verboden heeft verklaard". Al-Shafi'ie heeft gezegd: "Het vergaren van kennis is beter dan vrijwillige daden". Ibn Abdul Hakam zei: "Ik zat eens bij Malik toen het middag uur aanbrak. Toen sloot ik mijn boeken en stond op om het [vrijwillig] gebed te verrichten, maar hij zei: "Waar jij voor opstond is niet beter dan hetgeen jij naliet - indien jou intenties goed zijn". Abu Darda zei: "Degene die het vergaren van kennis niet als een Jihad beschouwt is gebrekkig in zijn mening en zijn verstand".


وقال عيسى صلى الله عليه وسلم: (من علم وعمل وعلم فذلك يدعى عظيما في ملكوت السموات
Jezus heeft gezegd: "Hij die kennis heeft en ernaar handelt en het aan anderen leert, zo'n iemand zal groot genoemd worden in de Koninkrijk der Hemelen".


وقال يحيى بن معاذ العلماء أرحم بأمة محمد صلى الله عليه وسلم من آبائهم وأمهاتهم قيل وكيف ذلك قال لأن آباءهم وأمهاتهم يحفظونهم من نار الدنيا وهم يحفظونهم من نار الآخرة
Yahya Ibn Mu'adh zei: "De geleerden hebben meer genade met de Ummah van Muhammad dan vaders en moeders met hun kinderen". Zij zeiden: "Hoe kan dat?" Hij zei: "Hun vaders en moeders beschermen hun tegen wereldse vuren en de geleerden beschermen hun tegen het (eeuwige) vuur van het hiernamaals".


وقال الحسن في قوله تعالى: ﴿ربنا آتنا في الدنيا حسنة وفي الآخرة حسنة﴾ (سورة البقرة: الآية 201. سورة التوبة: الآية 122) إن الحسنة في الدنيا هي العلم والعبادة وفي الآخرة هي الجنة وقيل لبعض الحكماء أي الأشياء تقتني قال الأشياء التي إذا غرقت سفينتك سبحت معك يعني العلم وقيل أراد بغرق السفينة هلاك بدنه بالموت
Al-Hassan zei over de Woorden van Allah: "En schenk ons het goede in dit leven en het goede in het volgende leven" (2:197) - "Het goede in dit leven verwijst naar kennis en aanbidding en het goede in het volgende leven verwijst naar het Paradijs". Een wijze man werd ooit gevraagd: "Wat zullen wij vergaren?" Hij antwoordde: "Hetgeen jullie niet zullen kwijtraken tijdens het zinken van het schip". Hij bedoelde daarmee kennis en met "het zinken van het schip" wordt het vergaan van het lichaam genoemd na de dood".


وقال الزبير بن أبي بكر كتب إلي أبي بالعراق عليك بالعلم فإنك إن افتقرت كان لك مالا وإن استغنيت كان لك جمالا وحكى ذلك في وصايا لقمان لابنه قال يا بني جالس العلماء وزاحمهم بركبتيك فإن الله سبحانه يحيي القلوب بنور الحكمة كما يحيي الأرض بوابل السماء. وقال بعض الحكماء إذا مات العالم بكاه الحوت في الماء والطير في الهواء ويفقد وجهه ولا ينسى ذكره
"Zubayr Ibn Abi Bakr zei: "Mijn vader had naar mij geschreven toen ik in Iraq was, zeggende: "Zoek kennis want als je arm wordt zal het jou rijkdom zijn en als je rijk wordt zal het je verfraaiing zijn". Dit was ook overgeleverd als een advies van Luqmaan aan zijn zoon. Hij zei ook: "Zit in de gezelschap van de geleerden en wees dicht bij hun, want waarlijk Allah brengt harten met kennis weer tot leven zoals hij de aarde met regen uit de hemelen doet herleven".

Een wijze man had gezegd: "Als de geleerde sterft dan wenen de vissen van de oceanen en de vogels van de hemelen om hem, en terwijl zijn aangezicht verdwijnt zullen zijn herineringen niet verdwijnen".


وروى أن سفيان الثوري رحمه الله قدم عسقلان فمكث لا يسأله إنسان فقال اكروا لي لأخرج من هذا البلد هذا بلد يموت فيه
العلم وإنما قال ذلك حرصا على فضيلة التعليم واستبقاء العلم به. وقال عطاء رضي الله عنه دخلت على سعيد بن المسيب وهو يبكي فقلت ما يبكيك قال ليس أحد يسألني عن شيء وقال بعضهم العلماء سرج الأزمنة كل واحد مصباح زمانه يستضيء به أهل عصره.
"Het is overgeleverd dat Sufyan At-Thawri in Asqalaan aankwam waar hij wachte maar niemand vroeg hem (om kennis van hem te nemen). Toen zei hij: "Haal voor mij een beest waarop ik deze stad kan verlaten, want het is een plek waar kennis niet leeft!" En hij zei dat alleen wegens zijn bezorgdheid over de deugdzaamheid van onderwijzen waarin het bewaken van kennis ligt. Ata' heeft gezegd: "Ik kwam bij Sa'ied Ibn Al-Musayyab en hij was aan het huilen. Ik vroeg: "Wat maakt u aan het huilen?" Hij antwoordde: "Niemand vergaart kennis van iets bij mij". Het was ook gezegd dat de geleerden de lichten van de tijden zijn; elk is zoals een lamp van zijn tijd en door hen krijgen de anderen licht.

وقال الحسن رحمه الله لولا العلماء لصار الناس مثل البهائم أي أنهم بالتعليم يخرجون الناس من حد البهيمية إلى حد الإنسانية
Al-Hassan heeft gezegd: "Ware het niet de geleerden dan zouden mensen zoals dieren zijn geworden!" Want het is door onderwijs en uitleg waardoor mensen uit de categorie van dieren tot de categorie van mensen overgaan".


وفي حديث أبي ذر رضي الله عنه: (حضور مجلس عالم أفضل من صلاة ألف ركعة وعيادة ألف مريض وشهود ألف جنازة)
"In een overlevering van Abu Dharr staat: "Aanwezig zijn in de gezelschap van een geleerde is beter dan 1000 keer prostreren in het gebed, of het bezoeken van 1000 zieke mensen of het bijwonen van 1000 janazah gebeden".


وقال أبو الدرداء : لأن أتعلم مسألة أحب إلي من قيام ليلة. وقال أيضاً: كن عالما أو متعلما أو مستمعا ولا تكن الرابع فتهلك
Abu Darda heeft gezegd: "Ik heb het liever dat ik iets nieuws bijleer dan dat ik vrijwillige gebeden verricht". En hij zei ook: "Wees een geleerde, of een leerlingen, of een luisteraar. En wees niet het vierde opdat je niet zult vernietigd worden."

De bovenstaande citaten komen uit: "Ihyaa Ulum Ad-Dien", Hoofdstuk 1, "Kitaab Al-Ilm".

"Wat gebeurt er als een vis uit het water wordt gehaald?”‏

Haafiz Ibn Taymiyah zegt:

الذكر للقلب مثل الماء للسمك، فكيف يكون حال السمك إذا فارق الماء؟
“Dhikr (het gedenken van Allaah) is voor het hart, als het water voor de vissen. Wat gebeurt er als een vis uit het water wordt gehaald?”

{”Majmu’ Al-Fatawa”, 10/85}.




maandag 19 oktober 2009

video: Accident & Prayer REMINDER!

video: My Girlfriend

Dier of Engel?

Ibn al-Qayyim heeft gezegd:

“Allaah heeft engelen geschapen met verstand en geen begeertes, dieren met begeertes en geen verstand, en de mens met zowel verstand als begeertes. Dus als het verstand van een persoon sterker is dan zijn begeerte, is hij als een engel. En als zijn begeertes sterker zijn dan zijn verstand, dan is hij als een dier”.

{”Oeddat us Saabirien”}.

vrijdag 16 oktober 2009

En Allah zal zeker degenen helpen die Hem helpen..

En Allah zal zeker degenen helpen die Hem helpen (door Zijn godsdienst en Profeet te helpen). (Soerat al-Hadj: 40)

Allah verklaart in dit vers dat Hij het op zichzelf heeft genomen om degenen die Hem helpen te steunen en de overwinning te schenken. Het is bekend dat de hulp en overwinning van Allah komt wanneer men leeft volgens Zijn voorschriften. Zijn geboden dienen gehoorzaamd te worden. De zaken die Hij heeft verboden dienen vermeden te worden en Zijn Boodschappers en hun volgelingen dienen geholpen te worden.

In het hierop volgende vers beschrijft Allah degenen die Hij Zijn hulp en de overwinning heeft beloofd, degenen die zich onderscheiden van de anderen vanwege deze belofte. Zij zijn (interpretatie van de betekenis):

Degenen die, indien Wij hen op de aarde vestigen, het gebed verrichten en de Zakaah betalen en het goede opdragen en het verwerpelijke verbieden. (Soerat al-Hadj: 41)

Deze verzen leren ons dat indien wij Allah helpen, Hij ook ons zal helpen. Dit komt ook naar voren in andere verzen. Allah zegt (interpretatie van de betekenis):

“O jullie die geloven, indien jullie Allah helpen (door Zijn godsdienst en Profeet te helpen), zal Hij jullie helpen en jullie voeten standvastig maken. Maar voor degenen die ongelovig zijn, vernietiging is er voor hen! En Hij (Allah) doet hun werken verloren gaan.” (Soerat Moehammad: 7)

“En voorzeker, Ons Woord is voorafgegaan aan Onze gezonden dienaren. Voorwaar, zij zijn het die geholpen zullen worden. Voorwaar, Onze legers zullen zeker de overwinnaars zijn.” (Soerat as-Saafaat: 171-173)

“Allah heeft bepaald: ,,Waarlijk, het is Ik en Mijn Boodschappers die zullen overwinnen.” (Soerat al-Moedjaadalah: 27)

“En Allah heeft degenen onder jullie die geloven en goede werken verrichten beloofd, dat Hij hen zeker op aarde als plaatsvervangers aanstelt.” (Soerat an-Noer: 55)

Deze verzen bewijzen dat de hulp van Allah uitblijft, behalve als het gebed wordt verricht, de zakaah wordt betaald, tot het goede wordt opgedragen en het verwerpelijke wordt verboden. Degenen die deze zaken verrichten zullen door Allah op de aarde gevestigd worden en Hij zal Zijn Woord door hun versterken. Degenen die daarentegen het gebed niet verrichten, noch de zakaah betalen, noch het goede opdragen en het verwerpelijke verbieden, zij hebben geen belofte van Allah dat Hij hen zal helpen en de overwinning zal schenken. Zij behoren niet tot Zijn groep aan wie Hij deze gunsten heeft beloofd. Als zij wachten op de hulp van Allah en het in vervulling gaan van Zijn belofte, dan is hun geval als dat van een contractarbeider die weigert te werken aan datgene waarvoor hij is ingehuurd, maar toch zijn salaris eist. Eenieder die zo denkt, heeft geen verstand.

Sheich Mohammed Amien ash-Shanqietie

donderdag 15 oktober 2009

Makkelijk los te laten, maar moeilijk terug te nemen

Een vrouw herhaalde een roddel die ze gehoord had over een buur. Binnen een paar dagen kende de hele gemeenschap het verhaal. De betreffende persoon was diep gekwetst en beledigd.

Later kwam de vrouw die verantwoordelijk was voor het verspreiden van de roddel er achter dat het volledig onwaar was. Ze had enorm veel spijt en ging naar een wijze oude man om te vragen wat ze kon doen om de schade te herstellen.

"Ga naar de markt" zei de oude man "haal een kip en slacht hem. Op weg naar huis, pluk je de veren en gooi ze één voor één langs de weg." Ook al was ze verrast door dit advies, deed de vrouw toch wat haar gezegd was.

De volgende dag zei de wijze man: "Ga nu alle losse veren die je gisteren hebt laten vallen weer ophalen en breng ze terug naar mij."

De vrouw volgde dezelfde weg als de dag ervoor maar de wind had alle veren weg geblazen. Na uren zoeken keerde ze terug met slechts drie veren in haar hand.

"Zie je" zei de oude man "het is makkelijk om ze te laten vallen, maar onmogelijk om ze terug te krijgen. Zo is het ook met roddelen. Het kost weinig moeite om een roddel te verspreiden maar als je dat eenmaal gedaan hebt kun je de fout nooit meer helemaal ongedaan maken."



En in soerat al hoejoeraat: 12 staat het volgende:

''...O, gij die gelooft! Vermijdt in het algemeen verdenking want achterdocht is een zonde. En spionneert niet, noch belastert elkander. Lust iemand onder u het vlees van zijn dode broeder? Gij verafschuwt het zekerlijk. Vreest Allah voorzeker, Allah is Berouwaanvaardend, Genadevol....''

"Wie gelooft in Allah en de Laatste Dag, laat hem goede dingen zeggen of laat hem anders stil blijven." (Overgeleverd door Al-Boekhaarie)

woensdag 14 oktober 2009

flyer: zat. 31 okt. Dawra in Utrecht/Overvecht

verhaal: Eerlijkheid duurt het langst

Er kwamen eens twee jongemannen bij cOmar ibn al-Khattaab terwijl hij in een bijeenkomst zat. De jongemannen hadden een man van het platteland bij zich en wilden hem overdragen aan cOmar. Waarop hij vroeg: “Wat is er aan de hand?”

De jongemannen antwoordden: “O leider der gelovigen, deze man heeft onze vader gedood.”

cOmar vroeg aan de man: “Heb jij werkelijk hun vader gedood?”

De man antwoordde: “Ja, ik heb hem gedood.”

Daarna vroeg cOmar: “Hoe heb je hem gedood?”

De man antwoordde: “Hij betrad met zijn kameel mijn stuk grond. Waarna ik hem waarschuwde, maar hij wilde niet luisteren. Toen gooide ik een steen naar hem toe. De steen kwam tegen zijn hoofd aan waarna hij stierf.”

cOmar zei vervolgens: “Er rest niets anders dan vergelding… de doodstraf. Dit is een duidelijke zaak. cOmar vroeg niet naar de komaf van deze man, of hij bijvoorbeeld behoorde tot een elite stam, of dat hij een vooraanstaande positie innam in de maatschappij. Al deze zaken interesseerden cOmar niet. Dit omdat hij onpartijdig was en niemand zou voortrekken ten koste van de Voorschriften van Allah. Ook al zou het zijn zoon zijn die voor hem stond. Meerdere malen had hij reeds zijn zoon een aantal zweepslagen verkocht in verband met bepaalde zaken.

De man zei: “Ik vraag je bij Degene Die de hemelen en de aarde heeft geschapen om mij voor slechts een nacht naar mijn vrouw en kinderen op het platteland te laten gaan om hen te vertellen dat ik de doodstraf heb gekregen. Daarna zal ik terugkomen. Bij Allah, zij hebben geen kostwinner waarop zij kunnen rekenen, behalve Allah en vervolgens ik.”

cOmar vroeg hem: “Wie van de aanwezigen kan mij garanderen dat jij terugkomt.”

Alle aanwezigen bleven stil, want niemand kende deze man, zijn woonplaats of stam. Hoe zou iemand zich garant kunnen stellen voor zo een persoon en om zo een gewichtige zaak. Het ging hier namelijk niet om een luttele tien dinar, een stuk grond of een kameel. Het betrof hier een garantstelling voor iemand die de doodstraf had verdiend en wiens leven door middel van het zwaard ten einde zou komen. En wie was in staat om cOmar van het toepassen van de Voorschriften van Allah af te houden? En wie zou durven bemiddelen bij cOmar?

Alle metgezellen bleven zwijgen en cOmar bevond zich in een lastige positie. Zou hij nu de beslissing nemen de man te doden, terwijl zijn kinderen op het platteland van de honger zouden omkomen, of zou hij hem zonder garantstelling laten gaan wat er wellicht toe zou leiden dat de nabestaanden van de gedode man hun vergelding verloren zouden zien gaan? Nog steeds heerste er een doodse stilte en cOmar sloeg zijn hoofd neer, keek naar de twee jongemannen en vroeg hen: “Kunnen jullie hem vergeven?” Waarop zij antwoordden: “Nee! Wie onze vader heeft gedood dient ook gedood te worden, O leider der gelovigen!”

Vervolgens riep cOmar: “Is er dan niemand die garant kan staan voor deze man?”

Aboe Dharr al-Ghifaariy, de oude waarachtige asceet, stond toen op en zei: “O leider der gelovigen, ik zal voor hem garant staan!”

cOmar maakte nog eens duidelijk: “Je begrijpt dat het hier de doodstraf betreft!”

“Ik weet dat het om de doodstraf gaat,” reageerde Aboe Dharr al-Ghifaariy.

cOmar vroeg: “Ken je de man?”

Hij antwoordde: “Nee, ik ken hem niet.”

Waarna cOmar zei: “Hoe kun je dan garant staan voor hem.”

“Ik zie in hem de kenmerken van een gelovige. Hierdoor weet ik dat hij niet zou liegen. Als Allah het wil zal hij dan ook terugkomen.”

cOmar zei: “O Aboe Dharr, denk je dat je aan mij ontkomt als hij na drie dagen niet terugkomt?” Hierop zei Aboe Dharr: “Allaah ul-moestacaan (Allah is Degene Die om hulp wordt gevraagd), O leider der gelovigen!”

De man mocht vertrekken en kreeg te horen dat hij binnen drie dagen terug moest zijn. Deze tijd kreeg hij om zich klaar te maken, afscheid te nemen van zijn vrouw en kinderen en hun zorg aan iemand over te dragen.

Na drie nachten liet cOmar iemand ‘s middag de mensen in de stad verzamelen, zeggende: “As-Salaatoe Djaamicah!” De mensen waaronder de twee jongemannen en Aboe Dharr kwamen allen bij een. cOmar zei toen tegen Aboe Dharr: “Waar is de man gebleven?”

Aboe Dharr antwoordde: “Ik weet het niet, O leider der gelovigen!” Vervolgens keek Aboe Dharr naar de zon die sneller dan gewoonlijk leek onder te gaan. Alle metgezellen waren doodstil en alleen Allah weet werkelijk in wat voor een gespannen toestand zij op dat moment verkeerden.

Ondanks dat Aboe Dharr zeer geliefd was bij cOmar en deze zelfs bereid zou zijn zijn leven voor hem op te offeren, betrof het hier de Islamitische Wetgeving en de Goddelijke Voorschriften waar men niet mee speelt en dolt. Hierover treedt men niet in discussie noch wordt deze wetgeving op een bepaalde tijd en plaats wel uitgevoerd en op een andere niet. Noch wordt dit slechts toegepast op een aantal met uitsluiting van anderen.

Vlak voor zonsondergang verscheen de man, waarna cOmar samen met de anderen ‘Allaahoe Akbar’ riepen. Vervolgens vroeg cOmar aan de man: “Weet jij dan niet dat als je op het platteland was gebleven wij jou niet hadden kunnen achterhalen.”

De man reageerde: “O leider der gelovigen, bij Allah, het is niet u met wie ik te maken heb, maar ik heb te maken met Degene Die op de hoogte is van het openlijke en het verborgene. Hier ben ik, O leider der gelovigen! Ik liet mijn kinderen achter als kuikentjes op het platteland waar geen water noch bomen te vinden zijn en ik ben gekomen om mijn straf te ondergaan.”

cOmar stond op en vroeg de twee jongemannen: “Wat willen jullie?”

Zij antwoordden huilend: “Wij vergeven hem vanwege zijn oprechtheid, O leider der gelovigen.” cOmar riep daarna: “Allaahoe Akbar!”, terwijl de tranen over zijn baard rolden. “O jongemannen, moge Allah jullie belonen voor jullie vergiffenis en moge Allah jou ook belonen, O Aboe Dharr dat jij deze man in de gelegenheid hebt gesteld om zijn gezin te bezoeken.”

maandag 12 oktober 2009

ash-Shafi'ie's gedicht

لسانك لا تذكر به عورة امرئ **** فكلك عورات وللناس ألسن
وعيناك إن أبدت إليك معايباً **** فدعها وقل يا عين للناس أعين





“Noem met jouw tong niet de fouten van een ander,

want jij bent één en al fouten en ook de mensen hebben tongen.

En als jouw ogen jou tekortkomingen van anderen tonen,

laat dit dan en zeg: 'O oog, ook de mensen hebben ogen.'

vrijdag 9 oktober 2009

Verdriet

Verdriet... Is er iemand die dat gevoel niet kent? Een kind waarvan zijn/haar snoepjes afgepakt zijn, voelt zich verdrietig. Een moeder die haar kind verliest is verdrietig. Iemand die slecht nieuws van de dokter te horen krijgt, kan eveneens bedroefd raken. Zoveel deuren die tot verdriet leiden. En zoveel manieren om ermee om te gaan. De één drinkt zijn verdriet weg, de ander maakt een eind aan zijn leven, weer anderen hebben geduld en dit is het mooist. Een leven zonder teleurstellingen en verdriet is onmogelijk, het leven is soms hard. Maar we moeten begrijpen dat de manier waarop wij met deze teleurstellingen omgaan een test kan zijn voor ons karakter en ons geloof. Allah zegt (interpretatie van de betekenis):

“Degene die de dood en het leven heeft geschapen om jullie te beproeven, (en te tonen) wie van jullie de beste daden verricht. En Hij is de Almachtige, de Vergevensgezinde.”
(Soerat al-Moelk: 2)

De mens is vaak hoogmoedig en denkt vaak de hele wereld aan te kunnen vanwege de status die hij in deze wereld bereikt heeft. Maar vroeg of laat komt iedereen wel in een situatie terecht die hij niet zelf in de hand heeft en dit herinnert ons hoe zwak we eigenlijk zijn. Nooit zullen wij bij machte zijn een aardbeving, overstroming of een vulkaanuitbarsting te voorkomen. Zelfs de beste artsen kunnen de dood niet stoppen of alle ziektes genezen. Als Allah het wil, kan rijkdom in een oogwenk veranderen in armoede, blijheid in verdriet, sterkte in zwakte, en ga zo maar door. Zware tijden leren ons om nederig te zijn.

De Profeet (vrede en zegeningen zij met hem) zei: “Hoe geweldig is de toestand van de gelovige, want zijn toestand is altijd goed, en dit is op niemand van toepassing behalve op de gelovige. Als hem iets goeds overkomt, doet hij dankbetuigingen, en dat is goed voor hem. En als hem iets slechts overkomt, dan verdraagt hij het met geduld, en hij zal daarvoor beloond worden.”
(Moeslim)

Kortom, of we nu ondergedompeld zijn in rampen, of simpelweg geïrriteerd raken door kleine dingen in het dagelijkse leven, wij zouden er altijd naar moeten streven om van elke situatie het beste te maken. We moeten onszelf eraan herinneren dat beproevingen een noodzakelijk onderdeel van het leven zijn om als moslim een goed karakter te ontwikkelen.

Ibn ul-Qayyim (moge Allah hem genadig zijn) zegt: “Allah wil enkel het goede voor de ware gelovige. Allah geeft aan deze dienaar, terwijl Hij hem andere zaken ontzegt. En Hij geeft gunsten, terwijl Hij hem test. Zijn testen zijn een genezing, ook al lijken zij uiterlijk gezien op een ziekte. Doch, uit onwetendheid denkt de dienaar dat gunsten zich slechts bevinden in voorspoed en gezondheid, en dat het enkel zaken betreft die hij aangenaam vindt. Maar als deze dienaar kennis zou bezitten, dan zou hij beseffen dat Allah hem gunsten geeft wanneer Hij hem van iets onthoudt. En dan zou hij beseffen dat de testen een barmhartigheid zijn. Zodoende zou hij meer genieten van de testen dan van tijden van voorspoed en zou hij meer van armoede genieten dan van rijkdom en dan zou hij Allah dankbaarder zijn in tijden waarin hij weinig bezit dan in tijden waarin hij veel bezit!… En zo waren onze vrome voorgangers!”

Wanneer de mens iets overkomt dat hem verblijdt, dan is dit een duidelijke gunst. En wanneer het iets is dat hem niet verblijdt, dan is dit ook een gunst, omdat het zijn fouten en zonden uitwist. Hij zal beloond worden als hij hier geduldig in is, en ook omdat hier een wijsheid achter schuilt waar hij niet van op de hoogte is (interpretatie van de betekenis):

“...het kan zijn dat jullie afkeer van iets hebben, terwijl het goed is voor jullie; en het kan zijn dat jullie van iets houden, terwijl het slecht voor jullie is. En Allah weet, terwijl jullie niet weten.”
(Soerat al-Baqarah: 216)

Op het moment dat ons iets naars overkomt, wil Allah ons daarmee niet verdrietig maken. Allah zegt (interpretatie van de betekenis):

“Er treft de aarde of jullie zelf geen ramp, of het staat in een boek, vóórdat Wij het doen plaatsvinden. Voorwaar, dat is voor Allah gemakkelijk. Opdat jullie niet zullen treuren over wat jullie is ontgaan..”
(Soerat al-Hadied: 23)

We zien dus dat verdriet niet het doel is van beproevingen. Wat is dan wel het doel en de wijsheid erachter? En hoe dienen wij hiermee om te gaan?

Als een bepaalde zaak ons verdrietig maakt, moeten wij inzien dat deze zaak een onderdeel van Allah’s plan is. Zolang we leven zullen we worden blootgesteld aan pijn, verdriet, verlies en andere tegenslagen die gezien moeten worden als een beproeving. We kunnen er niet aan ontkomen dat beproevingen deel uitmaken van ons leven. Wees dus voorbereid...

Mocht een beproeving jou toch verdrietig maken, gedenk dan de gunsten en wijsheden die Allah ermee bepaald heeft voor jou. Onthoudt bijvoorbeeld dat:

1. Allah van degenen houdt die Hij beproeft:
De Profeet (vrede zij met hem) zei: “Als Allah ook maar iets goeds wil geven (aan Zijn dienaar), dan bezorgt Hij hem (moeilijke tijden).”
(al-Boekhaari)

2. Allah onze voorgaande zondes vergeeft door beproevingen die we meemaken:
De Profeet (vrede zij met hem) zei: “Er is niets dat een gelovige overkomt, zelfs niet een doorn die hem prikt, of Allah zal een goede daad voor hem noteren en een slechte daad van hem verwijderen.”
(Moeslim)

3. Allah jou een hogere positie geeft:
Als Allah voor een bepaalde gelovige een hoge positie heeft voorbestemd die hij niet door zichzelf kan bereiken, dan beproeft Allah hem met enige lichamelijke of materiële rampspoed of leed van binnen zijn familie, waarbij hem het geluk van geduldig zijn wordt geschonken. Zodoende verheft Allah hem tot de (hoge) positie die Hij oorspronkelijk voor hem had bepaald.
(Aboe Dawoed en Ahmad)

4. Het kan duiden op een sterke Imaan:
De Profeet (vrede zij met hem) zei: “De Profeten zijn degenen die het meest lijden, dan de Saalihien, dan de besten na hen en dan de besten na hen. Men wordt getroffen in overeenstemmig met zijn Dien (geloof); als de Dien sterk is, is de beproeving zwaar; als de Dien zwak is, is de beproeving licht.
(at-Tirmidhie en Ahmad)

Wees dus verblijd, beste lezer met de gunsten van verdriet en wees geduldig! Allah geeft blijde tijdingen aan de geduldigen (interpretatie van de betekenis):

“Degenen die wanneer een ramp hen treft, zeggen: ,,Voorwaar, aan Allah behoren wij en voorwaar, tot Hem zullen wij terugkeren.”
(Soerat al-Baqarah: 156)

En weet, beste broeders en zusters, dat wanneer jij een verdriet hebt overwonnen, dat de volgende al klaar staat om jou te raken. In de Koran lezen we (interpretatie van de betekenis):

“Dachten de mensen dat zij met rust gelaten worden, als zij zeggen: ,,Wij geloven”, en dat zij niet op de proef gesteld worden?”
(Soerat al-cAnkaboet: 2)

En (interpretatie van de betekenis):

“Dachten jullie dat jullie het Paradijs binnen zouden gaan zonder dat Allah degene die vochten gekend doet worden en de geduldigen gekend doet worden?”
(Soerat Aali cImraan: 142)

Dit wetende en het feit dat geen goed of kwaad je kan treffen zonder de Toestemming van de Alwetende geeft de harten rust. Het helpt ons geduldig te zijn in alle situaties die ons overkomen en we weten dat we nooit iets te verdragen krijgen wat te zwaar is, zoals Allah zegt (interpretatie van de betekenis):

“Allah belast niemand dan vervolgens zijn vermogen.”
(Soerat al-Baqarah: 186)

Volgende stukje is van cAa’idh al-Qarni:

Wees niet droevig: doordat je droevig bent na een ramp, wordt het nog een grotere ramp. Wees niet droevig, maar wees verheugd dat je twee ogen, twee oren, twee lippen, twee handen en twee benen hebt, en wees verheugd dat je in het bezit bent van een tong, een hart, rust en vrede. Je geniet van een gezond lichaam (interpretatie van de betekenis):

“Welke gunsten van jullie Heer loochenen jullie dan?”
(Soerat ar-Rahmaan)

Wees niet droevig, je belijdt de ware religie en geloofsleer, je hebt een huis waarin je verblijft, brood om te nuttigen, water om te drinken, kleding om te dragen, een partner waar je je naar toe kunt wenden. Waarom ben je dan nog droevig?!

Um cAbdurrahmaan

donderdag 8 oktober 2009

"Vraag Allah om mij Mohammed al-3arifi te huwen"

--------------------------------------------------------------------------------

اتصلت امرأة على الشيخ عبدالله المطلق وسألته سؤالاً وبعد ما أجاب على السؤال قالت له: يا شيخ أدع لي الله أن يرزقني الشيخ محمد العريفي زوجاً لي.
رد عليها الشيخ المطلق وكما هو معروف عنه سرعة البديهه وقال
انت تريدين الشيخ العريفي لجماله ولا لعلمه؟
قالت له الأخت السائلة: لعلمه يا شيخ.
قال لها: إذاً الشيخ صالح السدلان أعلم منه، سأدعو لك أن يرزقك الله إياه زوجاً.




Onlangs nam een vrouw contact op met sheikh abdullah al mutliq en stelde hem een vraag en vervolgens tegen de sheikh zei: "Vraag Allah om mij dr. Mohammed al 3arifi te huwen". Hierop antwoordde sheikh abdullah al mutliq: "Wil jij hem huwen vanwege zijn kennis of uiterlijk?" Hierop antwoordde zij: "Vanwege zijn kennis o sheikh". Hierna zei de sheikh tegen haar: "Sheikh saalih asadlaan is geleerder dan hem. Ik zal Allah dan vragen om jou sheikh sadlaan te huwen."




AsSadlaan:


Al3arifi:

dinsdag 6 oktober 2009

Umar Ibn Al-Khattab

Zayd Ibn Aslam heeft op gezag van zijn vader overgeleverd:

“Ik ging naar buiten met Umar Ibn al-Khattaab richting hurratu waaqim totdat wij aankwamen bij Siraar. Er was (in de verte) een vuur aangestoken. Umar zei: “O Aslam, ik denk dat zij reizigers zijn, die beperkt zijn door de nacht en de kou (om hun reis te vervolgen)”. Wij liepen snel naartoe tot wij dichtbij hun kwamen. Het bleek een vrouw te zijn met haar kinderen. Zij had een kookpan op het vuur gezet en haar kinderen maakten ruzie.

فقال عمر: السلام عليكم يا أصحاب الضوء وكره أن يقول: يا أصحاب النار،
قالت: وعليك السلام، قال: أأدنوا؟ قالت: ادن بخير أو دع

Umar zei: “As-Salaamu ‘Alaykum, O mensen van het licht” en hij had een afkeer van het zeggen: “O mensen van het vuur!” De vrouw zei: “Wa ‘Alayka as-Salaam”. Umar zei: “Mogen wij dichterbij komen?” De vrouw zei: “Kom dichtbij met het goede anders neem afstand”. Dus wij gingen dichterbij …

فقال: ما بالكم؟ قالت: قصر بنا الليل والبرد، قال: فما بال هؤلاء الصبية يتضاغون؟
قالت: الجوع، قال: وأي شيء في هذا القدر؟ قالت: ماء أسكتهم به حتى يناموا، الله بيننا وبين عمر! قال: أي رحمك الله، ما يدري عمر بكم! قالت: يتولى أمرنا ويغفل عنا!

Umar vroeg: “Wat is er met jullie?” De vrouw zei: “Wij zijn beperkt door de nacht en de kou”. Umar vroeg: “En waarom maken deze kinderen ruzie?” De vrouw zei: “Door de honger”. Umar vroeg: “Wat is er in deze pan?” De vrouw zei: “Ik verhit slechts water daarin zodat zij in slaap vallen (denkend dat er eten in zit)! Allah zal beslissen tussen ons en Umar!” Umar vroeg:

“Moge Allah u genadig zijn! En hoe kan Umar van uw toestand op de hoogte zijn?” De vrouw zei: “Hij neemt de heersschappij over ons en vergeet ons (vervolgens)?!”

{Zij wist niet dat zij tegen Umar zelf zat te praten … }

Umar draaide zich naar mij toe en zei: “Loop”. Hij rende naar het Huis van meel. Hij haalde daar meel en olie uit en ging weer teruglopen. Ik zei tegen hem: “Laat mij het voor u dragen ya amieral mu’minien!” Umar zei: “Nee, zal jij mijn zondes dragen op dag der opstanding?!” Ik plaatste het meel en olie op hem en wij gingen rennen totdat wij bij de vrouw en haar kinderen aankwamen. Hij legde het meel en olie bij haar en zei tegen haar: “Gooi (het meel) beetje bij beetje terwijl ik roer”.

Vervolgens ging hij blazen onder de kookpan – hij had een lange en dikke baard – totdat ik het licht van het vuur zag schijnen door zijn baard. Daarna legde hij het pan op het vuur. Vervolgens zei hij: “Overhandig mij iets (om eten op te dienen)”. Zij gaf hem een dienblad en hij schepte het eten daarop. Hij zei tegen haar: “Geef hun te eten en ik zal verder gaan met eten maken”.

Umar ging verder totdat de kinderen genoeg hadden. Hetgeen wat overbleef liet hij achter bij haar. Toen stond hij op en vertrok en ik vertrok met hem … De vrouw zei tegen Umar:

جزاك الله خيراً! أنت أولى بهذا من أمير المؤمنين!
فيقول: قولي خيراً، إنك إذا جئت أمير المؤمنين وجدتني هناك إن شاء الله
“Jazaka Allahu Khayran, u verdient het beter om onze leider te zijn dan Umar!” Umar zei: “Spreek het goede! Als u bij amirul mu’minien komt zult u mij daar treffen Insha’Allah”.

Toen lieten wij hun achter en gingen wij hun vanuit de verte in de gaten houden. Ik sprak hem en zei: “U heeft andere zaken behalve hun” en hij antwoordde mij niet totdat hij de kinderen weer blij zag spelen en zij gingen slapen. Hij zei tegen mij:

“O Aslam, de honger liet hun niet slapen en heeft hun doen huilen. Ik kon niet weggaan voordat ik hetgeen zag ik net zag”.

{”Tariekh al-Tabari”, 2/568}.

video: The Story of Prophet Suleiman (AS)

maandag 5 oktober 2009

al-Musayyab al-Arghiani

Abu Ali al-Nusayburi zegt:

“Muhammad bin al-Musayyab al-Arghiani zou in Egypte met 100.000 ahaadith in zijn zakken rondlopen”. Iemand vroeg: “En hoe is dat mogelijk?” Hij antwoordde: “Elke pakketje van ahaadith was klein en het was geschreven in heel klein, en elke pakketje had duizend ervan, en hij zou duizend van deze pakketjes bij zich dragen”. Hier stond hij bekend om.

En als hij een hadith zou lezen en de punt zou bereiken waarin hij zei: “De boodschapper van Allaah zei: … “, dan zou hij in tranen uitbarsten tot het punt dat mensen hem zouden kalmeren! Hij werd uiteindelijk blind wegens teveel huilen.

Moge Allaah tevreden met hem zijn!”

{”‘Tadhkirat al-Huffadh”, 2/789}.

“Waarom verhoort Allah ons niet?”

سئل إبراهيم بن أدهم رحمه الله تعالى عن قوله تعالى: ادْعُونِي أَسْتَجِبْ لَكُمْ [غافر:60]،
فقالوا: فإنا ندعوه فلا يستجيب لنا.
فقال: لأن قلوبكم ماتت بعشرة أشياء:
- عرفتم الله ولم تؤدوا حقه.
- وقرأتم كتاب الله ولم تعملوا به.
- وادعيتم عداوة الشيطان وواليتموه.
- وادعيتم حب الرسول صلى الله عليم وسلم وتركتم أثره وسنته.
- وادعيتم حب الجنة ولم تعملوا لها.
- وادعيتم خوف النار ولم تنتهوا عن الذنوب.
- وادعيتم أن الموت حق ولم تستعدوا له.
- واشتغلتم بعيوب غيركم وتركتم عيوب أنفسكم.
- وتأكلون رزق الله ولا تشكرونه.
- وتدفنون موتاكم ولا تعتبرون

Ibrahiem Ibn Adham werd gevraagd: “Allaah zegt in de Qur’an: “Jullie Heer zegt: “Roept Mij aan en Ik zal jullie verhoren”. [40:60] – wij roepen Hem aan maar wij worden niet verhoord. Wat is de reden hierachter?” Ibrahim Ibn Adham antwoordde:

“Omdat jullie harten zijn doodgegaan om 10 redenen:

[1] Jullie kennen Allaah, en toch gehoorzamen jullie Hem niet,
[2] Jullie reciteren de Qur’an, en toch handelen jullie er niet naar,
[3] Jullie beweren dat Shaytan jullie vijand is, en toch volgen jullie hem,
[4] Jullie beweren van de profeet te houden, en toch keren jullie je weg van zijn Sunnah,
[5] Jullie beweren van het Paradijs te houden, en toch werken jullie er niet voor,

[6] Jullie beweren de Hel te vrezen, en toch weerhouden jullie jezelf niet van zonden,
[7] Jullie beweren dat de dood echt is, en toch bereiden jullie je er niet voor,
[8] Jullie houden je bezig met het vinden van fouten in anderen, terwijl jullie achteloos zijn over jullie eigen zonden, [
9] Jullie eten van Allah’s voorzieningen, en toch bedanken jullie Hem niet daarvoor en
[10] Jullie begraven jullie doden, en toch trekken jullie er geen lering uit!”

{”Khushoo fi al-Salaah”, Blz. 62}.

video: De Drie Fundamenten Deel 3 (laatste deel)

video: De Drie Fundamenten Deel 2

video: De Drie Fundamenten Deel 1

video: 3 jarige kent hele koran uit z'n hoofd.. zeg: mashAllah!